False – Portent

Voor mij is dit een eerste kennismaking met False. Voor u mogelijks ook, want dit is pas hun tweede langspeler in negen jaar. Voor ik aan deze review begon had ik zelfs nog geen enkel nummer van deze Amerikaanse blackmetalband beluisterd. Maar wat ik online over False kon vinden, was meer dan voldoende om mijn aandacht te trekken en mijn interesse te prikkelen. Het is namelijk altijd boeiender om muziek te bespreken van een band die niet de platgetreden paden bewandelt, maar zich door een eigen unieke aanpak onderscheidt. En dat doet False dus echt wel. Daarnaast moet ik eerlijk toegeven dat ook de albumhoes, werk van Mariusz Lewandowski, mij enorm aanspreekt. Een artistiek pareltje.

De band is dus al actief sinds 2010, maar de bandleden lijken nog behoorlijk jong. Op de bijgeleverde bandfoto zien ze er ook totaal niet traditioneel boosaardig-kijken-in-corpsepaint-met-ijzeren-kepernagels-en-omgekeerde-kruisen black metal uit. Zwarte broeken en T-shirts, rustig staand in een bos: je zou geneigd zijn om er een Cascadian-stijl band in te zien. Maar schijn bedriegt toch wel, want die vergelijking gaat maar deels op. In eerste instantie omdat False geografisch niet binnen het Cascadian-gebied valt. Ten tweede omdat False veel minder atmosferisch klinkt, toch niet in de zin dat je er inwendige rust door vindt. Het beluisteren van hun eerste langspeler Untitled (2015) vond ik zelfs eerder een zenuwslopende en energievretende aangelegenheid. Een lijdensweg voor de zintuigen en een beproeving voor de geest. Een hele opgave, maar daarom vond ik het net zo interessant. Het derde verschil met Cascadian black metal ligt in de thematiek achter de muziek: ondanks de bandfoto in het bos is er bij False geen uitgesproken thematische link met de natuur. False brengt heel persoonlijke muziek die een expressie is van individuele en collectieve tragedies, innerlijke demonen, verlies en verdriet.

Wat maakt False dan zo uniek? Laat ik het debuutalbum Untitled even kort onder de loep nemen om dit toe te lichten. Untitled is behoorlijk aangrijpend, intens en verstikkend. Het bleef achteraf ook nog een tijdje op de maag liggen. Niet in het minst omdat dit een heel compact album is, met weinig ademruimte. De onophoudelijke drukte van drums en opvallend melodische gitaren zorgt hier voor een episch, soms wat occult, intens en vooral heel ondoordringbaar geluid. Daaronder zijn Emperor– en The Kovenant-achtige synths te horen, scherp en diabolisch. Een album met heel veel drive en riffs die uitgesproken pakkend en doeltreffend zijn (ook hierin hoor ik regelmatig Emperor terugkomen). Het hoge tempo wordt wel onderbroken door tragere passages zonder zang die duidelijk de stempel “doom” kunnen meekrijgen: traag, slepend en droefgeestig. Adempauzes? Nee, daarvoor is het allemaal wat te zwaarmoedig. Het meest opvallende aspect van False ligt toch wel in de vocalen. Vocaliste Rachel (female fronted, jawel!) grauwt er op los als een wild roofdier dat zich continu verslikt in haar prooi. Als een organisch staccato spuwt ze korte zinnen uit vol pijn en venijn. Al zijn de zinnen kort, de nummers zijn dat allesbehalve, met een gemiddelde trackduur van dik over de 10 minuten.

Ook op Portent, dat in juli werd uitgebracht, zijn de nummers bovengemiddeld (tussen de 11 en 16 minuten) lang, met uitzondering van de korte instrumentale afsluiter, een pianostukje dat passend Postlude werd genoemd. Maar laten we vooral beginnen met het begin: het eerste nummer A Victual to Our Dead Selves, dat opvallend helder en fris opent. De eerste akkoorden doen me wat aan Tribulation denken, en dat is alvast een pluspunt. Met het invallen van Rachels grauwende uithalen komt ook wat van de verbeten intensiteit terug die we ondertussen kennen van Untitled. Het gitaarwerk is nadrukkelijk melodisch, episch en onverwacht “hoopvol”, als ik het zo mag verwoorden. Ik mis hier wel wat de fatalistische dramatiek van zijn voorganger, al is het muzikaal wel zeer sterk, met veel afwisseling in tempo, ritme, melodie en stemming. Het hoopvolle karakter komt ergens wel terug in de lyrics, waarin zowel plaats is voor ontgoocheling als voor vertroosting.

Naadloos gaat het eerste nummer over in het tweede: Rime on the Song of Returning. Ik kan niet echt zeggen dat dit nummer veel van het eerste verschilt in algemeen aanvoelen, maar de vermenging van de spookachtige synths en de bij momenten Mgła-achtige atmosferische leads voegt wel heel wat sfeervolle emotie toe. In dit tweede nummer kan je ook duidelijker verschillende passages onderscheiden, bijvoorbeeld door de toevoeging van paukenslagen. Zoals gebruikelijk in het werk van False volgen de verschillend aanvoelende passages elkaar in sneltempo op, waardoor het geheel soms wat chaotisch wordt. False schakelt tussen traditioneel en modern, tussen doom en snelle black, tussen episch en gemeen, tussen hoop en teleurstelling en tussen gestructureerd en chaotisch alsof het niets is. Toch lijkt de nadruk hier meer te liggen op het epische dan op het gemene, meer op het hoopvolle dan op de ontgoocheling. Al vind ik dat dan weer niet terug in de teksten, die uitgesproken negatief zijn.

The Serpent Sting, the Smell of Goat begint traag en slepend, maar wint gaandeweg wel wat aan snelheid en felheid. Het klinkt opnieuw allemaal heel aanvaardbaar, maar ongeveer halfweg het nummer begint er bij mij toch een gevoel van gewenning en verveling binnen te sijpelen. Dit derde en in essentie laatste nummer voegt te weinig toe om boeiend te blijven tot het einde. Voor een nummer van zestien minuten lang is dat dan ook geen makkelijke opgave. Gelukkig is er een opvallend tempocrescendo dat naar het einde van het nummer toe de luisteraar nog even wakker schudt, waarna The Serpent Sting, the Smell of Goat volledig uitdooft.

Portent is jammer genoeg niet de waardige opvolger van Untitled geworden waar ik op had gehoopt, hoewel de combinatie van emotionele diepgang, met veel aandacht voor introspectie, nog steeds de basis van deze muziek vormt. Portent klinkt veel berekender en cleaner dan Untitled, waardoor het onderdompelingseffect wat verdwenen is. Portent overspoelt je niet meer met het hartverscheurende gif dat het debuutalbum zo bijzonder maakte. Het is technisch allemaal dik in orde, maar het eindresultaat is te zacht, te toegankelijk, te braaf. Dat de vocalen hier heel erg op de voorgrond komen is op zich begrijpelijk, aangezien False teert op de inhoud van hun teksten, maar het onophoudelijk gegrauw van Rachel (Hargh, hargh, hargh!) wordt na veertig minuten wel wat vermoeiend en eentonig. Om deze redenen heeft Portent me eigenlijk wel wat ontgoocheld, vooral omdat ik geloof dat deze band tot veel meer in staat is. Een vrij lage score dus, al wil ik absoluut geen afbreuk doen aan het vakmanschap en de zuivere intenties van dit talentvolle zestal.

Score:

70/100

Label:

Gilead Media, 2019

Tracklisting:

  1. A Victual to Our Dead Selves
  2. Rime on the Song of Returning
  3. The Serpent Sting, the Smell of Goat
  4. Postlude

Line-up:

  • Rachel – Vocalen
  • Jimmy – Gitaar
  • Skorpiain – Gitaar
  • Niko – Basgitaar
  • Kishel – Keyboards
  • Travis – Drums

Links: