Exocrine – Maelstrom

Het is een misdrijf dat we Exocrine pas met zijn vierde album Maelstrom voor het eerst te genieten krijgen. Eigenlijk is dat bijna een beledigende titel. Want waar een maalstroom alles onsamenhangend meesleurt, zit de technische industrial death metal van dit kwartet organisch in elkaar. Meteen ook het voornaamste punt waarmee de Fransen het verschil maken tegenover hun overdadig virtuoze genregenoten.

Puur melodieus is het al een spektakelstuk. Laaiende arpeggio’s en kwikzilveren meloriffs rijgen de noten als parels aan een snoer. Zoete snaartapenades, waar de bas vlijtig aan meedoet, tonen dat het allemaal heus niet zo bruut of chaotisch moet. Iets dat Gorod ook kan, maar de eenvoudige leidmelodie die de Bordeaux-bewoners over hun taps masseren, maakt het toch weer net dat tikkeltje anders.

Een veel duidelijker verschil met die andere Franse technische deathmetalschoonheid is het bijna Mechina-achtige industrial metalinfuus waar Exocrine sommige composities aan legt. Astronomische keyboards scheppen ruimte onder torende refreingewelven, waar in het begin cleane zang in opduikt. Lumineuze synthesizerpulsen leiden de zwaardere basdrumgestuurde riffdreunen in en ze blijven die bijlichten terwijl ze intreden. Abyssal Flesh smelt villende arpeggio’s, epische keyboardladingen en pittige melodieraffinage samen tot een ware demonstratie van wat je je bij technische industrial death metal moet voorstellen.

Let in datzelfde nummer ook eens op de spitante riffs die een paar keer een noot op elke blastbeat spelden. Een bijzonder effect, dat ook in andere songs terug keert. Door de eerder op hoge tonen gebaseerde gitaarregeling met de gelijktijdige snaredrum, lijkt het alsof de snaredrum op een gitaarsnaar rammelt. De drumsound is overigens ook atypisch. Die heeft iets klinisch, doordat de triggers nogal lucide ingemixt zijn. Niettegenstaande nemen snelle basdrumtripletten, die als overgang naar een volgende riff zelfs nog eventjes een vitesse opschakelen en de blasthakselaar regelmatig hun momenten.

Die lucide drumsound heeft wel degelijk nut. In elke song ontwikkelen zich namelijk enkele atmosferische rustpunten. Soms met zalvende, tropische gitaarrelaxatie in een jazzy effect. In The Wreck echter een eerste (en niet laatste) keer met een zwoele trompet. Andermaal is het klasse hoe Exocrine die intermezzo’s vervolgens ‘metalliseert’. Dankzij de drums die het zonder de sfeer te verpesten toch met de nodige menselijke energie sturen, maar ook door een agressievere distortion op de gitaren te zetten of door gecoupeerde basdrumriffs onder de trompet te drillen. Net als de drum liggen de vliezig aangeblazen grunts met af en toe een vochtige guttural of een zeldzame squael onder een fluwelen deken.

Al die componenten zitten even verrassend als compact ineen. Elk deel lang genoeg en met passages die vernuftig terug keren in de structuur. Grandioos. Dit moet minstens in de top tien van je jaarlijst. Een lagere plaats zou een beledigend misdrijf zijn.

Score:

90/100

Label:

Unique Leader, 2020

Tracklisting:

  1. Maelstrom
  2. The Kraken
  3. Wall Of Water
  4. Abyssal Flesh
  5. Orbital Station
  6. The Wreck
  7. Starvation Project
  8. The Chosen One
  9. Galactic Gods

Line-up:

  • Jordy Besse – Basgitaar, vocalen
  • Nicolas La Rosa – Gitaar
  • Sylvain Octor-Perez – Lead gitaar
  • Théo Gendron – Drums

Links: