Eoront – Gods Have No Home

Als je van muziek schilderijen zou maken, dan zou het werk van Eoront afgebeeld worden als een uitgestrekt, weids natuurlandschap met een weggetje dwars erdoorheen. Als je muziek in bewegende beelden zou kunnen vatten, dan werden de drie albums van Eoront stuk voor stuk boeiende, rijkgevulde reisverhalen over de nooit eindigende zoektocht naar het begin, het einde en de zin van alles. Tijdens deze queeste begeeft de reiziger zich doorheen een fantasiewereld die verrijkt is met zijn eigen legenden, mythen en tradities: “Eoront”.

Eoront is een concept uitgedacht door de geniale Russische artiest George ‘Foltath Eternum’ Gabrielyan, die u misschien ook kent van Gloosh, dat vorig jaar zijn prachtige debuut Timewheel uitbracht. Terwijl Gloosh het verhaal van de Siberische wildernis zelf vertelt (“Dit is een diep, mossig woud.”), ligt de nadruk bij Eoront meer op de dynamiek van de ontdekkingsreis, tegen een achtergrond van fantasie en ongerepte natuur. Beide bands brengen atmosferische black metal, maar dat contrast tussen statisch (Gloosh) en dynamisch (Eoront) vertaalt zich ook in de muziek. Terwijl Gloosh de luisteraar op een bijna serene, organische manier onderdompelt in de betovering van het bos, voelt Eoront meer aan als een verhaal met een duidelijke richting en een uiteindelijk doel. Het pagankarakter is bij Eoront ook meer uitgesproken.

Eoront ontstond in 2012 en was oorspronkelijk een éénmansproject, maar vanaf het tweede album Another Realm (2017) omringde Foltath zich met Eugene (Yevgeni Ziglisky) op basgitaar en Ephemiral Gorth (Mikhail Polyakov) op drums. En dat had duidelijk een positief effect op de muziek, die plots veel rijker en harmonischer klonk, terwijl ook de productie gevoelig verbeterde in vergelijking met het debuutalbum Neverending Journey (2013). Album nummer drie, Gods Have No Home, zet deze evolutie in termen van harmonie en productie alvast verder. Thematisch is er echter niet zoveel veranderd. Foltath verwoordt dit nieuwe reisverhaal als volgt: “Een naamloze god zwerft over de wereld. Hij gaat slapen onder de blote hemel, maakt een kampvuur in een diepe kloof en zoekt beschutting tegen de wind onder een lage struik. Onderweg wandelt hij door allerlei dorpen waar diverse mensen leven, komt hij voorbij verlaten hutten, volledig overgroeid met mos, en verwaarloosde tuinen overwoekerd met alsem en wilde bomen. Gods Have No Home is het verhaal van een reiziger, in lompen gekleed, met in zijn handen zijn eigen, persoonlijke wereld. Hij doorkruist een andere wereld, die op zijn beurt in de handen van een andere god ligt. Deze opeenvolging is eeuwigdurend, want goden hebben geen thuis. Maar de eindeloze zoektocht naar een niet bestaand thuis wordt vergezeld door een continue beweging en het eeuwige verlangen om te leven. Op die manier balanceert de reiziger steeds tussen duistere smart en stralende blijdschap.”

En dat is ook precies het gevoel dat dit album je geeft: dat je meewandelt op deze zoektocht, dat je alle avonturen die langs de weg op de reiziger afkomen zelf mee beleeft, dat je zijn geluk en zijn leed deelt. Foltath koos voor teksten van de Russische dichter/schilder Maksimilian Volosjin (1877-1932) om zijn muziek van context te voorzien. Volosjin is vooral bekend geworden door zijn historische gedichten over de Russische Revolutie. Die thematiek is op Gods Have No Home uiteraard niet zo relevant, maar de liefde voor het Russische land(schap) is hier duidelijk de verbindende factor. Zo zijn de teksten van The Forlorn Land een ode aan de zon die ’s middags het Treurige Land “doordrenkt met het donker bloed van gedode avonden” (vrij vertaald uit het Russisch). Ach, poëzie kan zo mooi zijn! En atmosferische black metal, ja, die kan de luisteraar ook betoveren met zijn melodische rijkdom en quasi-poëtische finesses.

Het verhaal start met een beetje sfeerschepping, waarin je hoort hoe iemand het huis (met knetterend vuurtje) verlaat om in de kilte van de ochtend te paard op pad te vertrekken. Er is geen bruggetje naar de muziek, die eerder plotsklaps begint met heel wat dynamiek en die typische repetitieve, melodiedragende gitaarlijnen. Qua productie is dit top: alle instrumenten komen gelijkwaardig aan bod en dragen zo bij aan een meeslepend, vol klinkend geheel. De drums klinken strak maar ook weer niet té strak, waardoor ze snedig uit de hoek kunnen komen (soms lekker snel, dan weer schijnbaar ingehouden, maar eigenlijk stuwen ze de muziek hier continu vooruit), maar toch hun organische karakter blijven behouden. Dezelfde, zichzelf steeds herhalende melodielijn weeft zich als een leidmotief doorheen het nummer en vormt zo een vruchtbare voedingsbodem waarin Foltath met zijn rasperige stem het verhaal (over het steeds wijzigende gelaat van de zon) kan planten. Het melancholische gevoel dat als een ijle mist over alles gesluierd ligt wordt nog even versterkt door een gevoelige vioolpartij, waarna Foltath op duistere wijze het vallen van de nacht aankondigt. Maar de nacht zelf, die brengt vooral rust en sereniteit (op akoestische gitaar).

The Forlorn Land vat eigenlijk al samen wat we van dit album mogen verwachten: een groots opgezet epos dat zich net als een goed boek uitput in pakkende, descriptieve passages (de reis, het landschap…), uitdrukking geeft aan de gevoelens van de reiziger en tegelijkertijd een eigen verhaal vertelt én de poëzie van Maksimilian Volosjin tot leven wekt. Wormwood valt duidelijk in de meer beschrijvende categorie: de reiziger baant zich een weg langs verwaarloosde tuinen, overwoekerd met wilde alsem (wormwood in het Engels). In de teksten van Volosjin komt het landschap helemaal tot leven, maar met een treurigheid die heel passend in de muziek wordt weerkaatst. In een akoestische pastorale wordt de sereniteit van het Russische platteland geëvoceerd, waarna Foltath nog maar eens etaleert wat voor een prachtige, subtiele melodieën hij kan componeren. Het is tijdens dit soort momenten dat je als luisteraar de echte kwaliteiten van Gods Have No Home leert appreciëren.

In The Hermit beschrijven de teksten een slaperig, groen kustlandschap. De muziek lijkt daar niet helemaal bij aan te sluiten, want ook hier zijn enkele venijnige, furieuze passages op te tekenen. Het album heeft ondertussen wel zijn grenzen duidelijk afgebakend en dus zijn er geen grote verrassingen meer te verwachten. En dat is prima, want nu rest er de liefhebber enkel nog te genieten van de aangrijpende melodieën en boeiende songstructuren. Gods Have No Home is geen opzienbarend of verbazingwekkend album: de kracht van het album ligt erin dat het je opslokt in zijn verhaal en dat elke luisterbeurt nieuwe details prijsgeeft. Het verveelt ook nooit, wat op zich een bijzondere kwaliteit is binnen dit genre. Door de vele herhalingen en het vaak gestage tempo loop je bij atmosferische black metal soms het risico op een gevoel van verzadiging en eentonigheid, maar het is hierin dat het kaf van het koren wordt gescheiden. En Foltath, ja, die beheerst dit genre als de beste.

The Bonfires of Times is het kortste nummer van het album en ook het enige dat volledig instrumentaal is. Voor het eerst klinkt Eoront episch, heroïsch bijna (sommige delen klinken zelfs als filmmuziek in de oren), maar met een onmiskenbaar noodlottige ondertoon. Het voelt alsof je boven het verhaal uitstijgt en alles plots in zijn eindeloze context te zien krijgt. De voorlaatste track is tevens het titelnummer. Dit is ook het enige nummer waarvoor Foltath zelf de tekst schreef. Net als The Bonfires of Times voorziet Gods Have No Home het album van de nodige overkoepelende context, maar dan eerder in de woorden dan in de muziek zelf: de paden van de reiziger vormen volgens Foltaths lyrics “een netwerk van zielen die door de goden aan elkaar geweven zijn”. Het is in alles duidelijk dat dit nummer het hoogtepunt van het album moet zijn: er is hier heel wat meer afwisseling dan in de voorgaande nummers (vocaal, ritmewissels, sfeerwissels…), maar er is vooral meer diepgang, meer emotie aanwezig. Gods Have No Home steekt geweldig goed in elkaar en hoewel er heel wat gebeurt heb je niet het gevoel dat het ‘too much’ is. Zelfs de vikingachtige cleane vocalen vallen niet uit de toon, integendeel. De meest geniale momenten zijn echter te horen in de tweede helft van het nummer, niet toevallig een rustig, zwoel stukje tastbare emotie met een serieus doomkantje. Dit is werkelijk grote klasse!

Na de dreigende tonen waarmee Gods Have No Home eindigt komt The Midday Herbs aankloppen met nog meer duistere doem, al evolueert het nummer heel gradueel van angstdroom naar gelukzalig dagdromen dankzij een meer akoestische aanpak en een heerlijk melodische midtempo sectie die je naar het einde van het album toe langzaamaan in slaap wiegt. Of zoals Foltath het al aankondigde: “Op die manier balanceert de reiziger steeds tussen duistere smart en stralende blijdschap.”

Eoront nestelt zich met Gods Have No Home nog wat steviger in de top van het atmosferisch blackmetalwalhalla. Wat Foltath onderscheidt van zijn illustere genregenoten (Mgła, Drudkh…) is zijn warmere, meer natuurlijke aanpak met veel aandacht voor gevoel en melodie. Eoront draagt ook een veel breder kijkend vizier dan voornoemde bands, waardoor er gewoon veel meer mogelijk is: van brute ellende over betoverende melodieën tot wondermooie vergezichten. Grijp je tent, je picknickmand en enkele flessen bier of wijn, trek er op uit in de wilde natuur en terwijl je ’s avonds aan je knetterende kampvuurtje in alle nachtelijke sereniteit zit te nippen van je glas, dán is het perfecte moment gekomen om dit Gods Have No Home af te spelen en rustig weg te dromen, je gedachten laten afdwalen naar die grenzeloze fantasiewereld: Eoront. Geniet ervan!

Score:

87/100

Label:

Casus Belli Musica / Beverina Productions, 2020

Tracklisting:

  1. The Forlorn Land
  2. Wormwood
  3. The Hermit
  4. The Bonfires Of Times
  5. Gods Have No Home
  6. The Midday Herbs

Line-up:

  • Foltath Eternum – Stem, gitaar, keyboards
  • Eugene – Basgitaar
  • Ephemiral Gorth – Drums

Links: