Dudsekop – Wuk Emme Nog Van Leevn

Toen ik eind 2022 de kans kreeg om het debuutalbum van Dudsekop te recenseren, dan was dat niets minder dan een openbaring. Dudsekop, dat was op dat moment vooral het “koavezwarte” COVID-project van King Hiss-gitarist Josh Fury (Joost Noyelle), die het debuutalbum Liksems volledig zelf uitwerkte en het vervolgens samen met Burt Hillemong (Bert Guillemont), zijn voormalige collega bij de metalcoreband Liar, opnam. De heer Fury zorgde voor het snarenwerk en een deel van de vocalen, de heer Hillemong nam plaats achter het drumstel. De sound van Liksems werd verder afgewerkt middels een aantal gastzangers, waaronder Bjorn Bossu (Darqo) en Tijs Verhelst (Her Fault).

Wat Dudsekop, of Liksems dan, zo bijzonder maakte was de eigenwijze mix van black metal (het album werd “een ode aan de eigen (zwarte) platencollectie” genoemd) en heel wat andere genres. Fury en Hillemong zijn namelijk van oorsprong geen blackmetalmuzikanten, maar delen wel een liefde voor het genre. De basis was black metal, maar daar kwamen allerlei andere invloeden overheen. Geen hokjesdenken dus bij deze band. Het resultaat was origineel, ongecompliceerd, rechtdoorzee, verfrissend, catchy… Elke seconde was gewoon boeiend om te beluisteren, en dat kwam ook door de al even eigenwijze taalkeuze. Dudsekop hanteert namelijk het Ieperse dialect voor zijn muziek, en dat werkte op Liksems alvast perfect! Het leek eigenlijk heel logisch om een dergelijk openhartig album, dat in feite kan gezien worden als een persoonlijke kijk op het leven (retrospectief én observatief), in de eigen taal in te zingen. Een eerlijke keuze voor een eerlijk album.

Liksems wist perfect de balans te behouden tussen agressie, emotie, vernuft en dat typisch Vlaamse cynisme. Een verademing voor wie zich aan het vastrijden was in de gebaande blackmetalpaden en nood had aan een frisse wind doorheen de eigen luisterervaringen. Aangezien op Liksems vooral de boodschap centraal stond, werden de keuzes op dat album dan ook vooral gemaakt vanuit dat perspectief: geen typische blackmetalriffs dus, maar hier en daar wel een cross-over naar heavy metal of andere genres en zeer regelmatig werd gebruik gemaakt van cleane zang of piano (de dochters van Josh Fury mochten hiervoor ook een duit in het zakje doen). Het doel heiligde in feite de middelen, en het eindproduct werd zonder overdrijven een zuiver schot in de roos.

Begin 2023 stonden er alweer drie nieuwe nummers klaar, die bij wijze van een digitale EP met de welluidende naam Plukkevort (“Helemaal Rot”) aan de man werden gebracht. Ondertussen was Dudsekop geëvolueerd van het solo-project van Josh Fury naar een groepsgebeuren, een gezamenlijke inspanning van de hele band. De toon van de EP was veel donkerder en harder dan die van Liksems, al bleven afwisseling en creativiteit wel nog steeds de vaste uitgangspunten. In die zin was Plukkevort toch een stuk meer black metal dan het debuutalbum. Men kan zich dan ook afvragen of Dudsekop deze “zwartere” lijn zal verderzetten op zijn nieuwste telg Wuk Emme Nog Van Leevn. Maar daar leest u hieronder alles over!

Het was de bedoeling om de opvolger van Liksems eind 2023 uit te brengen, maar daar zijn dus drie maandjes bijgekomen. Maar uitstel is geen afstel! Ondertussen zijn er wel al bijna twee jaar voorbijgegaan tussen beide releases, en ziet Dudsekop er ook weer een beetje anders uit. Joost/Josh en Bert/Burt doen nog steeds waar ze goed in zijn, maar nu zijn ook Nico Degroote (bas) en Wouter Vandal (gitaar), oorspronkelijk actief als gast- en livemuzikanten, vast opgenomen in de band. Deze twee heren waren trouwens ook al vast in dienst ten tijde van Plukkevort. In vergelijking met de EP is er echter één opvallende verandering: zanger Bjorn Bossu heeft de band verlaten (hij wil zijn aandacht meer gaan richten op zijn band Darqo) en is vervangen door Tijs Verhelst, die ook al op Liksems te horen was.

Wuk Emme Nog Van Leevn? Wat is het leven eigenlijk nog waard? Het is een vraag waar Liksems én Plukkevort al een antwoord op probeerden te formuleren en waar het nieuwe album nu ook mee aan de slag gaat. Ertzeer (“Hartenpijn”) is de korte maar sfeervolle inleiding tot Wuk Emme Nog Van Leevn. Een inleiding die eigenlijk ook al een eerste reflectiemoment is, emotioneel en fatalistisch. Het is een intieme aanloop die start met akoestische gitaar en een heel innemende, diepgevoelde cleane samenzang. Daarna slaat het laatste uur van ons leven, wanneer het eenzame gelui van een klok gecombineerd wordt met een onheilspellend gebrom. Het leven eindigt, Dudsekop begint.

En dus ja, die donkere, harde toon van Plukkevort horen we ook terug op Wuk Emme Nog Van Leevn. Niet dat Dudsekop op Liksems lichtvoetig of frivool klonk, maar een nummer als Brandstoake (“Brandstapel”) is toch duidelijk ernstiger, gemener en bijtender van toon. Al van bij de eerste noten hoor je gewoon de Scandinavische vrieskou binnenwaaien en ook de heerlijk vettige schreeuw van Tijs Verhelst vertelt hetzelfde verhaal: dit is geen ode meer aan de platenkast, nee, dit klinkt precies als wat er in die platenkast staat. Brandstoake is black metal ten voeten uit. Eenheidsworst is het echter geenszins, want het zou Dudsekop niet zijn als ze er geen heerlijk catchy twist aan zouden geven. Nadat de band eerst even helemaal los is gegaan op traditioneel Noorse blackmetalwijze, vergasten ze ons vervolgens op een onweerstaanbare, stoere, vadsige riff. Opnieuw valt op hoe vlot en vloeiend deze band erin slaagt om catchy riffs uit hun gitaren te toveren. En opnieuw valt ook op hoe Dudsekop blijft uitblinken in creatieve ideeën en zijn eigen, eigenzinnige pad blijft bewandelen. Want hoewel er een duidelijke evolutie te horen is in de toon en het gevoel van de nummers, blijft de typische stijl van de band toch moeiteloos overeind.

Als ik dit nieuwe nummer beluister bekruipt me opnieuw het gevoel dat Dudsekop ondanks zijn bewust “lokale” aanpak toch gewoon een band van internationaal formaat is. Hoeveel bands slagen er tegenwoordig eigenlijk nog in om consistent met kwalitatief hoogstaand materiaal voor de dag te komen? De kwaliteit ligt niet enkel in de makelij van de riffs, die overvloedig en zonder uitzondering meeslepend zijn, maar ook in dat ongedwongen, onconventionele karakter van de muziek, waardoor je eigenlijk nooit kan voorspellen wat hun volgende geniale insteek zal worden. Daarnaast kan je de heren op technisch vlak (zowel met betrekking tot instrumenthantering als qua productie) op geen enkel foutje betrappen: Brandstoake is op alle vlakken helemaal “af”. Uiteraard spelen de lyrics en dat aanstekelijke Ieperse dialect ook een essentiële rol in de luisterervaring. De krijs van Tijs is lekker sappig, maar vooral in het gesproken woord vind ik Dudsekop excelleren in stijlvolle storytelling. Naar het einde toe overtreft Dudsekop zichzelf nog maar eens met een lekker jankende, virtuoze solo. Nil novi sub sole. De heren van Dudsekop zijn een meester in het schrijven van boeiende, beklijvende nummers en blijven dit anno 2024 nog steeds doen.

De drie nummers van de EP Plukkevort zijn ook opgenomen op deze tweede langspeler, al werden de vocalen wel heringezongen door Tijs Verhelst. Ik verwijs u graag door naar mijn recensie van deze release voor een gedetailleerde beschrijving van die nummers, maar ik wil ze wel graag even kort kenschetsen. Plukkevort zelf is opnieuw een furieus blackmetalmonster vol energie en met gescandeerde vocalen die uitnodigen om te participeren aan de boosheid. In het tweede deel gaat de zweep er toch even af (we komen even in doomwater zowaar) en verrast (goh ja, het blijft Dudsekop, dus je weet dat het kan) de band met een indringend clean/krijsduet.

Vervolgens is het weer tijd voor nieuw werk. Op Plukkevort volgen namelijk drie spiksplinternieuwe nummers. En jawel, Tenn Oasem (“Buiten Adem”) toont weer een ander facet van Dudsekop. Het nummer wisselt tussen een gezapig, Taake-achtig, dansbaar ritme en de occasionele smerige uitspatting. Vocaal varieert het dan weer tussen gesproken woord en een soort extreme dubbele-stemgrauw die veel wegheeft van wat Vreth bij Finntroll allemaal uit zijn strot pleegt te toveren. Tenn Oasem start trouwens met een nogal simpel gezongen singalong momentje dat toch even de wenkbrauwen doet fronsen, maar uiteraard zijn nut heeft als aanloopje én voor een duidelijk contrast zorgt met de brutaliteit die erop volgt. Faut le faire. Er wordt gewerkt met een soort strofe-refreinstructuur, maar het valt wel op dat er (te?) veel herhaling in zit. Vooral de gesproken woordstukken slagen er niet helemaal in om te blijven boeien. Toch wordt dit kleine minpuntje ruimschoots goedgemaakt door de vieze, brutale erupties daartussen, de traditionele Mayhem-akkoorden die hier en daar te horen zijn en een heerlijk (maar jammer genoeg slechts éénmalig optredend) melodisch tremolo.

Over tremolo gesproken: Stier bie d’hoarns (“Stier bij de hoorns”) start met een ijskoud, solo tremolo dat uiteindelijk uitmondt in een rudimentair stampende sequentie die in alles doet vermoeden uit het vroegste blackmetaltijdperk afkomstig te zijn (ik denk aan oud Enslaved-werk; dat zal zeker ook wel in de platenkast van Fury en Hillemong gestaan hebben). Het nummer heeft een traditioneel, rauw blackmetalgeluid en raast aan een stevig tempo verder, terwijl Tijs Verhelst de teksten over het wel en wee van het leven (zie ook de albumtitel) blijft uitspuwen. Dit alles wordt ondersteund door goed in het gehoor liggende, licht dissonante riffs. Het contrast komt deze keer opnieuw van eenvoudig ingezongen cleane vocalen (in een soort Phantom of the Opera­-achtig neerwaartse melodie), die uiteindelijk wederom in duet gaan met die ijselijke grauw van Tijs. Een techniek die de band op dit album meermaals hanteert. Een tweede contrastelement ligt dan weer in akoestische kalmte en dromerig soleerwerk, dat onverwacht wordt verstoord door scherp, nogal proggy gitaarwerk waar ik opnieuw het predikaat Enslaved (weliswaar in een latere gedaante) zou durven opplakken. Dudsekop, variatie ten top.

Na de warme gitaarsolo die Huidhonger II heet (en die stilistisch inderdaad heel veel gelijkensissen vertoont met Huidhonger van Liksems) volgen met N’ Ofgrond en Corbiaar opnieuw twee nummers van de EP Plukkevort. Het eerste teert op de afwisseling tussen smerige, furieuze woede, ijskoud tremolo en akoestische sereniteit, de tweede evoqueert eerder een soort groovy, sludgy, vadsige bitterheid.

Wuk Emme Nog Van Leevn eindigt met tweemaal nieuw werk. En als je niet meer verwacht dat Dudsekop nog zou kunnen verrassen, doen ze het dus toch. Zerkemos (“Mos op de Grafsteen”) is ongetwijfeld het meest opvallende nummer op deze plaat: een ballade verzorgd door de oprechte stemmen van Josh Fury en zijn dochter Luna, die samen de dood bezingen in een mix van schoonheid, tristesse en gruwel, begeleid door akoestische gitaar. Het was een prima afsluiter geweest, maar Dudsekop kiest er toch voor om te eindigen met een knaller: het titelnummer Wuk Emme Nog Van Leevn. En dat blijkt een nóg betere afsluiter te zijn.

Alle registers open, het gaspedaal volle bak ingedrukt, het hek van de dam, de beuk erin. You name it. De gitaren scheuren zich quasi fysiek door de ether en Tijs Verhelst geeft nog voor een laatste keer het beste (en dus het gemeenste) van zichzelf, en jongens toch, hoe kwaad klinkt die hier niet? Heerlijk! Wuk Emme Nog Van Leevn serveert ons weer een selectie stevige, melodische riffs om duimen en vingers van af te likken, maar het échte hoogtepunt is toch het einde, wanneer de albumtitel, en de essentiële levensvraag die hieraan ten grondslag ligt, eindeloos herhaald wordt in een emotioneel, radeloos maar ook (en vooral) woedend crescendo dat ondersteund wordt door een herhaling van telkens dezelfde riff, die nog lang na het einde van Wuk Emme Nog Van Leevn door het hoofd blijft wervelen.

Een zeer sterk einde van een zeer sterk album. Slechts vijfendertig minuten heeft Dudsekop nodig om te bevestigen. Ja, Dudsekop is anno 2024 nog steeds origineel, boeiend, krachtig en onvoorspelbaar. Technisch zit het ook weer allemaal prima in elkaar: je voelt heel goed dat dit mannen met ervaring zijn. De atmosfeer van het album is in vergelijking met die van Liksems duidelijk een stuk donkerder. Een stapje dichter naar traditionele black metal, al laat Dudsekop niet na om hier en daar verrassende accenten te leggen en de eigen benadering van het genre te bestendigen. Wuk Emme Nog Van Leevn is net als het leven zelf: een rollercoaster waar je in feite elk moment van kan genieten, maar die ook zwaar op het gemoed kan wegen.

O ja, toch nog even de centrale vraag proberen beantwoorden.

Wat is het leven eigenlijk nog waard? Het échte hoogtepunt is het einde.

Laat dat dan misschien de essentie zijn.

Score:

90/100

Label:

Genet Records, 2024

Tracklisting:

  1. Ertzeer
  2. Brandstoake
  3. Plukkevort
  4. Tenn Oasem
  5. Stier bie d’hoarns
  6. Huidhonger II
  7. N’ Ofgrond
  8. Corbiaar
  9. Zerkemos
  10. Wuk emme nog van Leevn

Line-up:

  • Tijs Verhelst – Stem
  • Burt Hillemong – Drums
  • Nico Degroote – Basgitaar
  • Wouter Vandal – Gitaar, stem
  • Joost ‘Fury’ Noyelle – Gitaar, stem

Links: