Dubbel Zo Zwaar: Shining – Shining

Dubbel zo zwartgallig, dubbel zo suïcidaal, dubbel zo leuk. Dat is onze rubriek Dubbel Zo Zwaar. Een moddervette nieuwe plaat, die simpelweg vraagt om van meer dan één kant bekeken te worden. Daarnaast zouden de redacteuren elkaar de tent uitvechten om te bepalen wie uiteindelijk het gouden lot in handen krijgt. Deze keer behandelen we Shining van Shining. Yves (favoriete genre: black) en Joris (favoriete genre: black, …) zijn deze keer de gelukkigen.

In de jaren ’80 en ’90 ging het conservatieve gepeupel steen en been klagen om zangers als Marilyn Manson. Wat zouden ze raar opkijken als ze wisten wat er in het verschiet lag, met een act als Shining die eigenlijk al een dikke twintig jaar op het scherpst van de snede leeft. Liefhebbers weten dat dat ‘pun intended’ blijft bij het heerschap Kvarforth en konsoorten. Wie dacht dat er bij album tien een soort van Jonestownscenario zou komen, is mooi mis, want de band gaat gewoon verder met een self-titled album. Een nieuwe start? Een nieuw concept? Een nieuwe sound? We zijn benieuwd!

Hebben jullie het ganse repertoire van Shining mee gevolgd? Is Kvarforth toonaangevend geweest voor dit spectrum van de scene volgens jullie?

Yves: Ik startte ergens ten tijde van The Eerie Cold, maar terugblikkend werd ik toen een immens fan van de debuutplaat Within Deep Dark Chambers. Koud en onmetelijk donker was dat, maar gaandeweg kreeg de stijl van Halmstad me ook mee. Kvarforth was in de vroege jaren 2000 op die manier een echte trendsetter. Het was suicidal black metal, overduidelijk, maar met een zeer eigen stempel. Zeer vettig, maar toch ook uitgebalanceerde platen met diepgaande akoestische melodieën en goedgemikte ‘OE’s’ waarop het zaakje weer ontplofte. Ik was na plaat vijf het allemaal even beu om eerlijk te zijn, maar vooral plaat negen, Everyone, Everything, Everywhere, Ends, wist me weer te overtuigen. Alles klopte weer, zelfs de titel. Plots was Shining een pak professioneler, ook on stage, en klonk het kunstwerk volwassener. Niet gewoon weer suicidal black ‘n’ roll, maar met echte diepgang. Voor mij maakte Kvarforth rond 2015 dus een comeback en is hij weer toonaangevend.

Joris: Net als Yves kreeg ik ergens in 2005 The Eerie Cold in mijn handen gestopt, ik ben dan ook gaan terugluisteren maar het zijn de meer recente platen die me bij de keel grepen en het bloed door mijn aderen en op de vloer liet vloeien, spreekwoorderlijkerwijs. Denk dan inderdaad aan een V: Halmstad maar vooral VI: Klagopsalmer en meer nog plaat nummer X: Varg Utan Flock vind ik magistraal. Op die laatste plaat is de openingstrack Svart Opstobbar Eld van een erg hoog niveau. De muziek van Shining heeft zijn eigen ingrediënten en inderdaad maken die ‘oe’s’ daar nog altijd deel van uit. Mij valt vooral de uitmuntendheid van de vocalen en de erg sterke baspartij altijd op. Zo ook op het nieuwe album.

Is hij nog steeds toonaangevend? Waarom moet je naar dit album luisteren?

Yves: Dit is zeker niet het makkelijkste album van Shining en dat op zich verdient gewoon al lof. Het lijkt wel alsof de band, want we kunnen niet meer spreken van een project, echt wel alle registers uit het verleden geopend heeft, met Avsändare Okänd­ dat naar mijn smaak wat aanleunt bij het oudere, maar ook met black ‘n’ roll slepers met diepgang zoals Snart Är Dom Alla Borta. Ook gigant Allt För Döden past wat in dat rijtje, maar is misschien wel de oorwurm in het rijtje. Misschien omdat het voor een groot deel wat toegankelijker gepresenteerd wordt, of gewoon voor die sappige ‘Oe, sa, sa, sa’- vocalen naar het einde toe die op wat Mayhem-eske sleepriffs gepresenteerd worden. Je hoort dus echt wel een invloed van de andere leden: gitaargewijs (Mayhem), maar zeker ook op vlak van de drums. Ik gebruikte het woord ‘oorwurm’, maar zoals gezegd is dit echt wel de plaat van Shining die ik de meeste luisterbeurten moest gunnen. Je herkent het, maar er zit ook een zieke gelaagdheid in bij momenten.

Joris: Zeer zeker! Net als de vorige platen laat de heer Kvarforth opnieuw in zijn donkere getroubleerde ziel kijken. Hij maakt de muziek nog altijd zelf, schrijft die uit op akoestische gitaar en gooit er achteraf pas de zware instrumenten tegenaan. Ook op deze plaat doet hij dat en alleen dat al maakt hem toch tot een unieke artiest wanneer je daaroverheen dan nog eens je emoties, hoe donker ook, naar voren brengt.

Is dit de beste plaat van Shining geworden? Waarom wel of niet? Of kan je dat pas zeggen van de wijn nadat hij gerijpt is?

Yves: Laat deze wijn zeker rijpen, zou ik zeggen. Ik ben er zelf nog niet helemaal uit of dit de beste plaat van Kvarforth zal worden. Op het eerste gevoel tipt hij niet aan V of IX, maar misschien berust ik me te fel in het plakkerige van die platen en moet dit beestje nog écht doordringen. Je ziet het in mijn jaarlijst ongetwijfeld, hoe hoog die zal eindigen.

Joris: Ik sluit me aan bij Yves. Het is opnieuw een erg sterk album geworden, een album dat beter en beter wordt wanneer je hem herbeluistert. Dan pas voel je de bedoeling van bepaalde riffs, thema’s. Ik ben persoonlijk van mening dat deze XI: Shining hoog in mijn persoonlijke jaarlijst zal eindigen, net als bij vele anderen vermoedelijk.

Er zijn twee clips vrijgegeven. Zijn ze verhullend voor de rest van het album? Vormen ze het neusje van de zalm of maar een tip van de sluier?

Yves: Voor mij persoonlijk is het een mengeling van de twee. Ik vind opener Avsändara Okänd een prima Shining-nummer dat ook meteen duidelijk zal maken dat de band nog voortbouwt aan de weg die ze tien platen lang aanlegde. Een stijl die erg typerend is, maar inhoudelijk vind ik Allt För Döden echt een pak interessanter. Vettig en rollend, met riffs die zo lang aanhouden dat de band wel lijkt te zeggen: ‘fuck you, we blijven ‘m spelen’. Halverwege verzink je in die typische Shining-melancholiek met een heerlijk baslaagje, een gitaarsolo en vervolgens aanhoudend gebeuk om in een langere stilte verzeild te geraken. Alsof depressie en melancholie kenbaar worden gemaakt in de muzikale opbouw zelf. Ook het einde past binnen dat kader met een hangende duisternis aan distortion. Haast Burzum.

Joris: Goh ja, de clips. Dat is natuurlijk een erg apart verhaal. De clip voor Avsändara Okänd, een behoorlijk lang nummer, implementeert erg goed de artwork van de heer Taccardi, zelfs op erg vernuftige wijze. De clip voor Allt För Döden is dan weer ziek, gestoord en werd gemaakt door Claudio Marino met een beperkt budget op een locatie ergens in Stockholm. Tja het shockeert maar dat zijn we gewoon en tegelijk legt het op muzikale en visuele wijze het precaire in de persoon bloot vind ikzelf. We weten allemaal dat de heer Kvarforth worstelt met heel wat demonen. Het blijft indrukwekkend hoe hij ondanks dit toch in staat blijft magistrale muziek te schrijven.

Wat vind je van de nieuwe line-up rond Kvarforth?

Yves: Zoals gezegd levert het echt wel een bijdrage. Meer kracht bij momenten, zonder dat het écht de spuigaten uitloopt en vooral meer dissonantie en chaos in de riffs en structuren. Het maakt het er niet makkelijker op, maar wie maalt daar nu om. Misschien wel uitdagend om op basis van deze instrumentele flow keuzes te selecteren voor de liveshows. Al valt het eigenlijk makkelijk op te lossen met de opener, Allt För Döden en misschien Fidelis Ad Mortem, dat bij momenten zelfs wat Gregoriaans getinte zanglijnen meekrijgt en gitaartechnisch lekker diep gaat.

Joris: Je hebt natuurlijk de heer Huss die al heel lang fungeert binnen de band als gitarist. Daarnaast is er heel wat verloop geweest om uiteenlopende redenen. Het meest fascinerende aan dit album, line-upgewijs, zijn de drumpartijen van de heer Barker. Dit heerschap, dat de laatste tijd worstelt met zijn gezondheid, is toch een monument in de extreme metalwereld. We kennen hem van Cradle Of Filth en menig andere bands. Binnen Shining is hij toch in staat gebleken zijn grenzen te verleggen en komt hij met erg smerige, botergeile drumdynamieken af. Je mag het gerust bijzonder noemen. Er zit maar een beperkt aantal (hammer-)blastpartijen verwerkt in de nummers. Nummers die er ook niet om vragen en zeker niet roepen, laat me duidelijk zijn.

Wat is het beste nummer van de plaat?

Yves: Er staat geen enkel slecht nummer op deze plaat, al is die Satie-cover wat mij betreft overbodig. Dat was ook het geval met de Moonlight Sonata van Beethoven op plaat V, maar ik snap de sfeerschepping als vulling voor het geheel. Als je me laat kiezen, dan ga ik voor de vreemdste eend in de bijt. Den Permanenta Sömnen Kallar is wat mij betreft de hoofdvogel van de plaat, maar het durft ook aardig met voeten te spelen. Het nummer start met een chaos aan gitaarlijnen die minutenlang aanhoudt en nadien losbarst in een heerlijke, repetitieve blackmetalgolf die de diepte inbouwt. Lang geleden dat suicidal black nog zo tot op het bot ging, maar halverwege is er dan plots een schijnbaar lichtpunt. Basgolven en atmosferiek die me doen denken aan A Forest of Stars met daarop clean vocals. Even later wordt het geheel opnieuw geladen met een lekkere gitaarsolo eroverheen om weer terug te komen tot het rustpunt dat ook aangehouden wordt tot het eind. Geen opflakkeringen meer, gewoon uitdoven; een beetje zoals de lyrics zelf dus. Vertaal deze track zeker eens voor jezelf; zelfmoord als thema (uiteraard), maar op een wel zeer poëtische manier beschreven.

Joris: Juist! Er staat geen enkel slecht nummer op de plaat. Je kan neuten en miepen over de Erik Satie piano-cover maar het past wel in het geheel. Geef mij maar het heerlijk vuile, slepende, misselijkmakende Allt För Döden. De vocalen zijn magistraal… sssa sssa sssa…

Kvarforth doet al zo’n twintig jaar hetzelfde en nu hij aan plaat elf zit, lijkt het erop dat hij nog een tijdje dood en verderf zal zaaien op soortgelijke manier. Stoort je dat thematischerwijs?

Yves: Ik houd wel van thema’s die aangehouden worden. Er zijn genoeg bands die constant willen innoveren. Kvarforth doet dat ook, maar behoudt toch wel de spirituele essentie van Shining. Twintig jaar geleden dacht ik dat hij diep zat, maar nu lijkt het me dat de man reflecteerde over die ziekte en erin berust. De instrumentale opbouw en gelaagdheid begint meer en meer het gezicht van die ziekte op te nemen. Meer chaos, meer dissonantie, minder plakkerigheid.

Joris: Nee helemaal niet. Je kan het inderdaad telkenmale hetzelfde noemen nochtans vind ik dat dit elfde album opnieuw een Shining laat horen die we kennen maar die tegelijk in andere facetten toch weer verfrissend is. Yves slaat de spijker op de kop. De man zit nog altijd diep maar lijkt meer een reflecterend aspect te integreren in zijn muziek. Dat licht hij ook deels toe in het interview dat ik ter promotie van deze plaat met hem deed, bijzonder indrukwekkend.

Eindconclusie:

Yves: Goede suicidal black metal moet diep gaan. Ik bedoel daarmee uiteraard de muziek, alhoewel Kvarforth dit misschien anders zal interpreteren. Shining brengt een plaat die bij momenten makkelijk in het gehoor ligt (vooral in het begin), maar die ook heel wat moeilijk verteerbare momenten heeft. Het is een ander soort van diepgang dan pakweg vijftien of twintig jaar geleden, het is minder toegankelijk dan pakweg acht jaar geleden, maar het verdient op zijn minst tien luisterbeurten om deze pijn te voelen. En het moet gezegd worden, dit artwork is gewoon ziek goed en dekt de volle lading.

Joris: Magistraal album van een magistraal weliswaar getroubleerd artiest!

Score Yves: 88

Score Joris: 90

Score:

89/100

Label:

Napalm Records, 2023

Tracklisting:

  1. Avsändare Okänd
  2. Snart Ar Dom Alla Borta
  3. Allt För Döden
  4. Fidelis Ad Mortem
  5. Åttahundratjugo (Erik Satie cover)
  6. Den Permanenta Sömnen Kallar

Line-up:

Niklas Kvarforth – Zang, piano
Tuomas Tahvanainen – Synthesizer
Peter Emanuel Huss – Gitaar
Alex Friberg – Basgitaar
Nicholas Barker – Drums
Charles Edward Hedger – Gitaar

Links: