DHG (Dødheimsgard) – A Umbra Omega

DHG (Dødheimsgard) – A Umbra Omega
Peaceville records, 2015

Al jaren vraag ik mijzelf regelmatig af waarom van alle soorten muziek, alle genres, ik me altijd zo aangetrokken heb gevoeld tot metal. Er zijn vele antwoorden op deze vraag mogelijk, maar één van de belangrijkste elementen die metal zo uniek maakt is de mogelijkheid om buiten zijn eigen grenzen te treden en zich op zeer hoog tempo te blijven ontwikkelen. In de relatief korte historie van het genre heeft het zich ontwikkeld tot een wereld op zich met subgenres die ongeëvenaard zijn qua diversiteit. Een van de meest interessante ontwikkelingen is de opkomst van avant-gardebands die metal naar ongekend complexe en experimentele plekken hebben gebracht. Door sommige mensen wordt dit misschien gezien als overbodig ingewikkeld en elitair maar liefhebbers die de tijd nemen om de muziek te doorgronden worden ruimschoots beloond. Nu is er een nieuw album van DHG (vroeger bekend als Dødheimsgard) en wordt het genre wederom naar een nieuw niveau getild.

Geen misselijke woorden om een recensie mee te beginnen, maar A Umbra Omega is ook niet een album om lichtvoetig mee om te springen. Waar ik normaal van mening ben dat metal altijd best met een korreltje zout en een kleine dosis humor genomen mag worden, is dit album toch vooral een bloedserieuze zaak. DHG heeft sinds het album 666 International laten zien dat het in staat is om blackmetal, industrial, jazz en ontelbare andere genres samen te voegen en zich eigen te maken. Dat ze er vervolgens elke keer acht jaar voor nodig hebben om met een nieuw album op de proppen te komen moeten we helaas maar voor lief nemen, maar ik wacht liever wat langer op een album dat bomvol nieuwe ideeën zit dan dat er om de haverklap een album uitgebracht wordt dat slechts marginale progressie ten opzichte van het vorige laat horen (iets waar bijvoorbeeld Enslaved nog iets van zou kunnen leren).

Op A Umbra Omega krijgen we vijf nummers, en een kort intro, voorgeschoteld waarin afgewisseld wordt tussen razende dissonante blackmetal en een enorme variëteit aan andere genres. Om de openingstrack Aphelion Void maar eens als voorbeeld te nemen: het nummer wordt afgetrapt met een redelijk klassieke tremoloriff aangevuld met de bekende blastbeat om vervolgens over te gaan in een sfeervolle sectie met piano en saxofoon. Getokkelde dissonante akkoorden in onregelmatige ritmes worden omlijst met Virus-achtige vocalen die zich aan geen enkele tonaliteit lijken willen te houden. Even later komt er een meer post-black-vibe om de hoek kijken, die vervolgens halverwege het nummer kracht bijgezet wordt door een synthesizer-baslijn. Ik zou nog vele paragrafen door kunnen gaan om slechts één nummer te beschrijven, maar de complexiteit en enorme hoeveelheid aan muzikale ideeën die de revue passeren zijn hopelijk duidelijk.

Het is niet mogelijk om over dit album te schrijven zonder ook een gedeelte te wijden aan de vocalen. Ik verwacht namelijk dat dit aspect voor veel mensen een zogeheten dealbreaker zal zijn om echt van dit album te kunnen genieten. Gek genoeg zijn de soms hysterisch aandoende zanglijnen die constant tussen de gevestigde toonreeksen heen lijken te zweven zonder ooit ergens vast punt aan te grijpen niet eens het meest innovatieve onderdeel van de muziek. Mensen die bekend zijn met de muziek van de twintigste-eeuwse componist Schönberg zullen de gelijkenis met de sprechgesang die veelvuldig in zijn muziek en de muziek van zijn tijdgenoten voorkwam herkennen. Dat dit soort technieken zo ver weg liggen van wat we gewend zijn maakt het in eerste instantie nogal een choquerende ervaring, maar naarmate je vaker luistert zal de intentie hiervan duidelijker worden en in ieder geval minder afleiden van de overige muziek. Aldrahn die op dit album na een eenmalig optreden van Kvohst op Supervillain Outcast terugkeert als vocalist toont zich wederom als een zeer bekwame en veelzijdige zanger die zonder belemmeringen de emotie van de teksten weet te vertolken.

DHG (Dødheimsgard)

Geen enkel album is echter perfect en ook hier zijn er negatieve punten te noemen. Hoewel zeker bij blackmetal persoonlijke smaak meespeelt ben ik niet enorm te spreken over de productie, en dan met name de drums. De toms en kick klinken extreem droog waardoor fills een zekere kracht missen en blastbeats klinken alsof er iemand op een typmachine aan het rammen is. Daarnaast zijn sommige overgangen erg abrupt, wat op den duur voor vermoeidheid bij de luisteraar kan zorgen. In plaats van dat ik het gevoel heb dat ik door de muziek heen geleid wordt krijg ik constant nieuwe indrukken op me afgevuurd zonder dat er altijd de ruimte wordt gegeven om die te verwerken. Naarmate je het album vaker luistert raak je hier wat meer aan gewend, maar ik had toch graag gezien dat de band hier wat meer aandacht aan had besteed.

A Umbra Omega is het soort album dat zijn geheimen niet in een paar luisterbeurten vrijgeeft en ik heb dan ook het gevoel dat ik zowel in mijn eigen doorgronden ervan als in deze recensie slechts het topje van de ijsberg heb geraakt. Het feit dat er nog zoveel te ontdekken valt is tegelijkertijd ook hetgene wat ervoor zorgt dat ik zo enthousiast ben. Keer na keer pel je een laagje weg zonder ooit echt bij de kern aan te komen. Er komen niet zo vaak albums uit waarbij dit het geval is, en vaak komen deze jaren later nog steeds regelmatig op mijn (al dan niet digitale) draaitafel terecht. Ik maak alvast een plekje vrij op mijn jaarlijst, ergens bovenaan waarschijnlijk.

Tracklisting:
DHG (Dødheimsgard) – A Umbra Omega

  1. The Love Divine
  2. Aphelion Void
  3. God Protocol Axiom
  4. The Unlocking
  5. Architect of Darkness
  6. Blue Moon Duel

Line-up:

  • Vicotnik – Gitaar
  • Aldrahn – Zang
  • Sekaran – Drums
  • L.E. Måløy – Basgitaar
  • Thunberg – Gitaar

Links: