Demon Head – Viscera

Het hoeft niet altijd Noorwegen, Zweden of Finland te zijn als we het over Scandinavische bands willen hebben in het metalgenre. Kleiner broertje Denemarken komt af en toe ook eens boven water piepen met een band die de oren doet spitsen en bovendien niet de zoveelste black metaldiscipel uit het Hoge Noorden wil zijn. Het vijftal houdt er trouwens sowieso niet van om de muziek die ze maken onder te brengen in een categorie en plakken er noodgedwongen zelf het label ‘diabolische rock’ op. Wanneer je een aantal nummers op deze plaat beluistert zal je vanzelf wel begrijpen waarom Demon Head kiest om de sound die ze voortbrengen deze naam te geven.

Viscera is reeds het vierde album dat deze Denen op de wereld loslaten sinds het debuut in 2015 met Ride The Wilderness. Wie ooit de debuutplaat hoorde zal zichzelf wellicht meteen in een tijdmachine geslingerd voelen en de jaren ’60 plots als hedendaagse realiteit uit de boxen horen weergalmen. Alsof The Beatles samen met bands als King Crimson nog volop de wereld aan het veroveren waren. Demon Head heeft een voorliefde voor de klassieke rockmuziek en steekt deze niet onder stoelen of banken. Vooral het gebruik van de mellotron op Viscera bewijst deze doorgedreven liefde voor het betere, oude werk. Voor diegenen die nu de wenkbrauwen hevig fronsen en zich afvragen wat voor beest deze mellotron eigenlijk is, zie het als de voorloper van de synthesizer. Elke toets op dit instrument wordt gelinkt aan analoge samples op audiotape, daar waar het bij de synthesizer uiteraard om digitale samples gaat. Grootste hit waaraan dit vergeten instrument bijdroeg is ongetwijfeld “Strawberry Fields Forever”, hoewel zelfs recentere bands als Radiohead het inschakelden tijdens de opnames van OK Computer en zelfs de monsterhit Wonderwall  van Oasis had anders geklonken zonder dit instrument.

Combineer de van melancholie doorweekte gezangen van Marcus met dit instrument en je hebt al redelijk wat om op een druilerige winterdag bij weg te dromen. Het zijn echter de toevoegingen van nog een aantal gedurfde instrumenten uit bijvoorbeeld de familie der koperblazers en een kerkorgel, die het geheel bol laten staan van de diabolische sfeer waar ze zichzelf mee vereenzelvigen. Viscera telt tien nummers, waarvan er trouwens drie volledig instrumentaal zijn gebleven en dienen als kortstondige sfeerbewakers. Meestal ben ik niet meteen fan van dergelijke ‘interludes’, omdat het  door bands  al snel wordt toegepast als onnodig opvulmateriaal, dat weinig bijdraagt aan het album in zijn geheel. Wanneer je natuurlijk als band prat gaat bij het oproepen van bepaalde sferen, dan dragen dergelijke goed geplaatste tussenstukken bij aan de sfeer van het hele gebeuren. Zeker als ze geen ellenlange speeltijd overschrijden en het hele ritme van de plaat in acht nemen. Een gedurfde zet overigens om twee van deze instrumentale nummers meteen op elkaar te laten volgen en zo de plaat naadloos in twee te verdelen.

Zoals eerder gezegd is het een album dat bol staat van de melancholie. Demon Head wordt door sommigen dan ook al eens ingedeeld onder de noemer doom metal, hoewel ik persoonlijk vind dat dit deze band tekort doet. Ze bezit meer dan logge riffs, integendeel zelfs, er is quasi geen trage riff te bespeuren op dit album. Het cryptische gitaarwerk van de gebroeders Nielsen is vaak ingetogen en draagt bij aan het melancholische aspect.  Enkel tijdens het nummer  In Adamantine Chains komen de heren prominenter naar voren door iets sneller te spelen dan het gemiddelde tempo op Viscera. Wat de drums betreft zijn hier zeker geen blastbeats te bespeuren, maar doordachte, ritmische slagen die het bezwerende karakter van de nummers mee helpen ondersteunen.

Bezwerend en meeslepend is eveneens de samenzang die bijvoorbeeld uitmuntend aan bod komt tijdens het nummer The Triumphal Chariot Of Antimony. Het nummer sluit het album af en blijft mijn persoonlijke favoriet, omdat net alle elementen hier perfect lijken samen te komen. De broeierige sfeer, gebracht door de gitaren, wordt ondersteund door spookachtige gezangen om na een tweetal minuten zacht maar zeker naar een climax op te werken. De simpele, doch griezelige riff die het nummer hanteert is ronduit geweldig en zal ongetwijfeld ook nog lang na het lied door je hoofd dwalen. Zelfs hoe de trompetten in dit nummer aanzwellen, zonder al te hard op de voorgrond te treden, getuigt van een mix van iemand die weet wat hij doet! Productiegewijs is deze plaat een knap staaltje geworden van hoe oud nieuw kan ontmoeten en elkaar perfect kan aanvoelen.

Demon Head zal lang niet iedereen kunnen bekoren, net door het eigen karakter dat het ademt. Het beestje valt niet onder een reeds vastgestelde noemer  onder te brengen, maar laat dat net de sterkte zijn! De nummers op Viscera klinken oud en toch weer verfrissend nieuw, een kunstje dat menige band zich eigen wil maken, maar waar weinigen echt glorieus in slagen. Fans van new wave zullen dit kunnen smaken, alsook aanhangers van de gothic rock, maar ook liefhebbers van doom metal (hetzij met iets meer moeite misschien) zullen hier hun gading vinden. Verwacht zeker geen Candlemass of My Dying Bride hier, maar eerder een band met het karakter van Kadavar. Ze weten perfect welk jaartal het is, maar kunnen als geen ander de vinger leggen op het geluid van pakweg een halve eeuw geleden en dit vertalen naar iets hedendaags! Steek dus gerust eens een avond een aantal kaarsen aan en geniet van Demon Head als opwarmer voor heviger duivelaanbiddend werk.

Score:

87/100

Label:

Metal Blade Records, 2021

Tracklisting:

  1. Tooth And Nail
  2. The Feline Smile
  3. Arrows
  4. Magical Death
  5. The Lupine Choir
  6. A Long, Groaning Descent
  7. In Adamantine Chains
  8. Black Torches
  9. Wreath
  10. The Triumphal Chariot Of Antimony

Line-up:

  • Mikkel Sander Fuglsang – Basgitaar
  • Jeppe Wittus – Drum
  • Birk Gjerlufsen Nielsen – Gitaar
  • Thor Gjerlufsen Nielsen – Gitaar
  • Marcus Ferreira Larsen – Zang

Links: