Een gevoel van nostalgie golfde door me heen toen ik zag dat Dark Sanctuary nieuw werk uitgebracht had (de EP Iterum van eind 2021 was ongemerkt aan mij voorbijgegaan). Niet minder dan veertien jaar zat er tussen het naar de band vernoemde vorige originele werk en deze nieuwe brok melancholie, Cernunnos. De klassieke Dark Sanctuary-ingrediënten tekenen present: uiterst sfeervolle muziek met nadruk op een duister-religieus gevoel, de intense sopraanstem van Dame Pandora en diep-, diepgaande treurnis. Ik herinner me dat, in het gezegende jaar 2005, Planetary Confinement van Antimatter in de markt gezet werd als “Saddest album of the year”. Wel, dat gevoel had ik ook altijd bij Dark Sanctuary; het gaat om intense emotie, vaak van verlies, maar ook een vorm van melancholische hoop om wat zou kunnen zijn. Niet voor iedereen misschien, maar wat vind ik dit mooi. Onmiskenbaar Dark Sanctuary dus, maar toch gaat de band iets diverser qua geluid en slaagt hierin met glans.
Vandaag zijn er een aantal niet-metalen bands die het metalpubliek zeer weten te bekoren. Denk maar aan Wardruna, Heilung, Sowulo en Myrkur (met dan vooral Folkesange als van toepassing zijnd voorbeeld). Een rode draad doorheen deze toch zeer verschillende artiesten is dat ze gebruik maken van traditionele instrumenten en zo de geest van het verleden laten herleven. Ook voordat er sprake was van deze pagan/dark folk stroming waren er een aantal sfeervolle bands die het goed deden in metalkringen in de tweede helft van de jaren ’90 – eerste helft van de jaren 2000, zoals Die Verbannten Kinder Evas, Arcana en Dargaard. Hoofdinstrument was het keyboard, waarmee men voornamelijk mysterieuze, romantisch-middeleeuwse sferen creëerde. Voor dit genre werd de term “neoklassiek” al eens gebezigd, wat ik een ongepaste benaming vond. Behalve dan voor dit Dark Sanctuary. De klassieke stem en het sober instrumentarium (vooral piano en strijkers) zorgden steevast voor een klassiek aandoende, vaak sacrale sfeer.
Opener Mater Oceanum klinkt zo puur als Dark Sanctuary als maar zijn kan: een eenvoudige piano begint de elegie en wordt na enkele aanslagen vergezeld door een cello (of viool?), die ons meeneemt in de eerste droeve stappen van Cernunnos. Na ongeveer twee en een halve minuut vallen de vocalen van Dame Pandora in – en het gevoel van herkenning, dat er al was, wordt nog groter. Prachtig toch hoe deze dame altijd opnieuw zo zuiver en vol gevoel indruk maakt. Met zijn meer dan negen minuten neemt Mater Oceanum zijn tijd om nu en dan weer ingetogen op enkel piano en strijker terug te vallen, maar in het nummer zit onmiskenbaar een mooie opbouw naar een gevoel van verlossing.
Nu heb ik niet de hele discografie van Dark Sanctuary opgesnord om een gedetailleerde vergelijking te maken, maar naar mijn gevoel zingt Dame Pandora zowel lager als intens hoger dan op vorige albums. Hierdoor heb ik, meer dan vroeger (want haar stem is uiteraard een belangrijke factor in het totaalgeluid), de indruk dat haar stemgeluid je wel moet liggen. Verder gebruikt ze meer diverse zangtechnieken. Meer dan eens denk ik bijvoorbeeld aan Dead Can Dance.
Ook de muziek is diverser dan vroeger. Algemeen gesproken is de muziek meer filmisch van karakter. Dat laat zich al snel horen in het tweede nummer Les Dernières Goutes De Pluie, dat met harmonieën experimenteert op een manier die ik zelden hoorde van de band. De Dead Can Dance-referentie komt hier al meteen naar voor. Soundtrackviolen duiken op tegen het einde van het nummer, vergezeld door bas en eenvoudige percussie. Gloria Eterna gaat helemaal de filmtoer op met ambientgeluiden die kort te horen zijn, waarna verschillende stemmen en apocalyptisch aandoende dramatiek het overnemen.
Yksin begint a capella, met ditmaal ook een aantal mannenstemmen op de achtergrond. Wanneer een subtiele hoge piano begint te spelen, combineert Dark Sanctuary voor het eerst expliciet de filmische elementen met hun traditionele geluid. Later in het nummer horen we nog ambient- en mannenkoorpassages die me doen denken aan films als The Ninth Gate of The Nun.
Het titelnummer gooit er plots, onverwacht, een folkviooldeuntje tegenaan. Maar in combinatie met de begeleidende zware strijkers klinkt dit meer emotioneel dan vrolijk. Meer dan eens bedenk ik tijdens dit album dat ook dergelijke rustige, sfeervolle muziek beter tot zijn recht komt als dit op een respectabele hoeveelheid decibels afgespeeld wordt. De harmoniërende vocalen zoeken nogmaals Dead Can Dance-territorium op en gaan zeer intens. Wanneer de folkmelodie halfweg terugkomt, wordt het geluid opengebroken tot warme, troostende muziek die aanvoelt als thuiskomen, weliswaar met een opzwepend kantje.
De tweede helft van het album even gedetailleerd bespreken lijkt me zinloos. Zowel het meer klassieke Dark Sanctuary-geluid keert terug (Asphodèle, Ma Plainte) en golft verder heen en weer naar filmische ambientpassages en uitgesproken Dead Can Dance-invloeden. De grootsheid die soms van de muziek uitgaat en sfeer van de muziek zou even goed tot zijn recht komen bij reeksen als Vikings of Game Of Thrones (Sólstöður).
Voor een genre dat zijn beperkingen kent, en voor een band die daarenboven op zichzelf al een herkenbaar geluid heeft, is Cernunnos dus best wel een afwisselend album geworden. Bombastisch, melancholisch, klassiek, filmisch, duister, sacraal: Dark Sanctuary brengt het ons allemaal. Welkom terug, makers van zeer mooie muziek. Dat er nog heel wat pareltjes als deze mogen volgen.
Score:
90/100
Label:
Avantgarde Music, 2023
Tracklisting:
- Mater Oceanum
- Les Dernières Gouttes De Pluie
- Gloria Eterna
- Yksin
- Cernunnos
- Asphodèle
- Hiems
- Ma Plainte
- Sólstöður
- Un Jour
- La Fin D’Une Me (Vers Un Nouveau Rêve)
Line-up:
- Dame Pandora – Vocalen
- Arkdae – Keyboards, gitaar
- Ahesdis – Violen
- Hylgaryss – Keyboards, gitaar
- Sombre Cÿr – Bas, percussie
Links: