Code – Nouveau Gloaming
Spikefarm, 2005
We schrijven het jaar 1994. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik vergeet nooit meer dat ik voor het eerst In the Nightside Eclipse van Emperor opzette. Of wat dacht je van Battles in the North, Opus Nocturne, The Shadowthrone of natuurlijk De Mysteriis Dom Sathanas!? Die tijd had toch dat magische, dat kwaadaardige sfeertje die ik als vijftien/zestien jarige maar niet kon loslaten. En dan mijn arme ouders…nog maar net bekomen van de heavy gitaren, de rollende bassdrums en de schreeuwende zang van bands als Slayer, Sepultura, Pantera en Metallica werd het maar steeds erger met hun zoon, van wie ze dachten dat ie altijd zo lief was…en zo intelligent…”Dat is toch geen muziek?!” kreeg ik om de haverklap naar mijn hoofd geslingerd, terwijl ik de volumeknop nog maar eens een zwiep gaf. “Je kunt ze niet eens verstaan!” Nee, dat was zo…maar daar had je het tekstboekje voor. En dan kwam ik ook nog thuis met van die zwarte shirts met rare tekeningen en dito teksten…nee, dat viel niet in de smaak.
Maar waarom was ik dan zo gefascineerd door deze muziek? Was het gewoon omdat ik anders wou zijn dan anderen? Nee, dat was het niet. Had ik affiniteit met de duivel ofzo? Nee, helemaal niet zelfs. Het was gewoon puur de muziek en alles daaromheen. Het kille hypnotiserende gitaarwerk; de ijzingwekkende screams; het supersnelle drumwerk en het vage, illustere imago van de bands. Je had geen idee wat voor mensen schuil gingen achter deze magnifieke creaties. En dat bevorderde zeer zeker de sfeer rond de scene.
Tegenwoordig is het allemaal wat anders. De black metal releases zijn muzikaal nog steeds van prima kwaliteit, qua productie is er meer mogelijk geworden (mede natuurlijk doordat veel bands al zijn opgepikt door de grotere labels) en er is nog steeds een erg actieve underground, waar af en toe nog wel eens een klasse-release wordt uitgepoept. Maar toch is het lang niet meer zo als tien jaar terug. De grondleggers van toen zijn óf naar major labels verhuisd, óf hebben inmiddels wegens verschillende omstandigheden moeten afhaken (waar ik bij Emperor, Abigor, Immortal en Limbonic Art nog steeds een beetje moeite mee heb…). Simpel gezegd: de spirit is er een beetje uit en er zijn nog maar een handjevol bands die binnen het genre echt nog met wat nieuws op de proppen komen. Daarbij moet ik wel zeggen dat de kwaliteit nog steeds aanwezig is bij veel bands en dat er ook nog steeds erg goede releases op de markt komen en veel relatief “nieuwe” bands naar boven komen drijven, ik noem een 1349, Leviathan, Deathspell Omega of een Anaal Nathrakh, stuk voor stuk klassebands natuurlijk.
Waarom nou zo’n lang introverhaal zult u wellicht denken. Nou wat ik hier in mijn cd-speler heb, sluit naadloos aan bij bovenstaand verhaal, aangezien er eindelijk weer een black metal band opstaat die het voor mekaar weet te krijgen mij een klein uur volledig vastgekluisterd aan mijn luidsprekers te laten kleven. Code is de naam (eigenlijk horen er nog < en > haakjes omheen, maar dan hebben we een html probleem…), en bestaat uit o.a. zanger Kvohst (Void, DHG), AiwarikiaR (ex-Ulver) en Viper (a.k.a. Vicotnik/Mr. Fixit, Dødheimsgard/DHG).
Een Brits/Noorse samenwerking dus, die tot een verrassend geheel resulteert: overwegend slepende avantgardistische black, met 50% screams en 50% cleane zang. Deze cleane zang geeft wel zo’n enorme meerwaarde aan deze muziek, iets wat ik nog nooit eerder gehoord heb. Of ik moet misschien toch de vergelijking maken met oude Arcturus en Ved Buens Ende? Deze vergelijking is qua stemgeluid zeker van toepassing (hoewel deze in het nummer Brass Dogs iets is vervormd als een soort telefoonstem), maar toch weet zanger Kvohst er weer een behoorlijk andere draai aan te geven. Het refrein bijvoorbeeld in A Cloud Formed Teardrop Asylum is aan de ene kant zo catchy en aanstekelijk dat je meteen gedwongen wordt mee te galmen en aan de andere kant zo verrassend en apart dat er pas na een paar keer luisteren écht een glimlach van oor tot oor tevoorschijn komt. Dit nummer is sowieso al bijzonder vanwege het heerlijk doomy introstuk dat plotseling doch heel subtiel overgaat in een 6-kwarts maat midtempo couplet.
In het openingsnummer The Cotton Optic geeft de band zijn eigenzinnigheid overigens nog niet bloot, aangezien deze nog een behoorlijk Darkthrone-/Khold-achtig karakter heeft, maar als het intro-sampletje van Brass Dogs wordt ingezet, begint het genieten pas echt. De met een Engels accent opgesierde vocalen begeleiden de overwegend hypnotiserende muziek middels poëtische teksten waarbij elk cliché vermeden wordt. Daaroverheen wandelen dan ook nog prachtige baslijnen die het geheel helemaal afmaken. Deze baslijnen vormen zelfs de basis voor het prachtige Radium, waarbij Vicotnik (die nu dus weer Viper heet…) zijn typische strot tijdens het refrein ook nog even mag laten horen.
Dit is wel van zo’n pure klasse, dat ik het genre in één klap weer helemaal springlevend zou willen noemen! Of ga ik nu te ver? Het zal de opwinding wel zijn, want ik ben in tijden niet meer zó onder de indruk geweest van een black metal plaat, zelfs niet van de laatste Shining. Deze muziek grijpt je vast en laat je gedurende 54 minuten niet meer los. Elk nummer heeft zijn eigen karakter en pas als het afsluitende, enorm hypnotiserende nummer Ghost Formula langzaam tot een einde komt, ontwaak je weer uit die trance, die deze band moeiteloos opwekt. Op zich zijn er muzikaal genoeg raakvlakken te vinden met andere bands (Forgotten Tomb, oude Burzum, natuurlijk Dodheimsgard), maar deze heren weten dit op zo’n schitterende manier te smeden tot een eigen sound, dat je van originaliteit best wel mag spreken.
Ja, dames en heren, dit is een nieuwe parel aan het black metal/avantgarde front (noem het post-black), die zich wat mij betreft al na één full-length release tussen de galerij der groten heeft genesteld. En nu maar hopen dat het geen eendagsvlieg is.
Tracklist:
- The Cotton Optic
- Brass Dogs
- An Enigma in Brine
- A Cloud Formed Teardrop Asylum
- Aeons in Cynder
- Tyburn
- Radium
- Ghost Formula
Line-up:
- Kvohst – vocals
- Aort – guitars
- Viper – bass, background vocals
- Aiwarikiar – drums
- Vyttra – guitars