Brutus – Nest

In 2017 waren ze daar ineens: de vrouw en mannen van Brutus. Uit het niets verraste dit trio met diens debuut Burst, dat een esoterische mix van energieke post-punk met shoegazy neigingen en metal trekjes kende, afgemaakt door pure pop zanglijnen. Het eigenzinnig smoelwerk van deze plaat leverde de Belgen een plek op als main support act tijdens tours van onder andere Russian Circles, Thrice en Chelsea Wolfe. Volkomen terecht, want slechts sporadisch klonk een band al zo uniek en volwassen op hun eerste langspeler.

De excentrieke stijl die de band bracht op het debuut, wordt ook op deze opvolger Nest doorgezet. Stoïcijns doet Brutus vooral waar het zelf zin in heeft. Zo vertikt de band het om te vervallen in dezelfde punk akkoordjes. Sterker nog, de lagere regionen van de gitaarhals worden zo goed als niet aangeraakt. In plaats daarvan wordt het muzikale spectrum ingekleurd door hoekige riedeltjes en stuiterende baslijnen. Een unieke sound als deze omschrijven is lastig, al doet het wat denken aan And So I Watch You From Afar dat een Interpol-jasje draagt, waarbij de focus wat meer ligt op de songwriting, in plaats van het mathematische spasme.

Maar wat pas écht het onderscheid maakt, is die stem. Die punkerige, op het randje van schreeuw liggende, door merg en been snijdende stem van drummer Stefanie Mannaerts. Elke keer als de monsterlijke stembanden van deze vrouw aan het trillen slaan, word ik week in de knietjes. De urgentie en oprechtheid gutst er aan alle kanten uit, maar wordt wel netjes verpakt in poppy melodielijnen die als honing blijven kleven in het oorkanaal. Zo eerlijk en recht uit het hart zijn zonder in te leveren aan catchyness is iets dat weinig muzikanten kunnen, maar Mannaerts draait haar hand er niet voor om. Hoewel ze de absolute ster van de show is, krijgt ze wel een zeer solide podium van bassist Peter Mulders en gitarist Stijn Vanhoegaerden, wiens werk misschien niet zo instant is, maar naar meerdere luisterbeurten net zo hard onder de huid kruipt.

Goed, als ik dan echt wat kanttekeningen moet plaatsen dan zou ik de drumpatronen in de eerste helft van het album kunnen aanhalen. Hier en daar zijn deze wat simplistisch en eentonig te noemen. Daarnaast dipt de kwaliteit van het album een tikkeltje na het fenomenale War, al herpakt de band zich wel met ijzersterke afsluiter Sugar Dragon. Deze twee nummers zijn overigens verreweg het beste wat deze plaat te bieden heeft. De band gaat hier volledig buiten de lijntjes en spant zijn songwritingspierballen het hardst aan. Beide zijn tot aan de nok toe volgepropt met angulaire gitaarlijntjes, traditionele hardcore riffs en slepende, melancholische passages. Het is jammer dat deze expansieve manier van schrijven niet wat vaker wordt toegepast en ik zou in de toekomst dan ook graag meer van dit soort onvoorspelbare, dynamische en ronduit epische composities horen. Echter neemt dit niet weg dat de rest van dit werk ook ijzersterk is.

Dit is een album zonder toeters en bellen, dat slechts één sound kent en daar vrijwel niet vanaf wijkt. Hiermee zou het makkelijk zijn om Brutus af te schilderen als eentonig. Ik verkies echter de niet-cynische uitleg en stel dat dit een band is met visie en die buldert van het zelfvertrouwen. Nest bevat geen synth geneuzel of elektronische liflafjes, want het heeft het niet nodig. Nee, dit zijn een paar gitaren, versterkers, een drumkit en een set belachelijk goede songs. En natuurlijk is er die onweerstaanbare stem: de kers op een toch al belachelijke lekkere taart. Dit album is eigenzinnig, excentriek, barst van de creativiteit en meer dan de som der delen. Jaarlijst materiaal? Waarschijnlijk. Verplichte kost? Absoluut.

Brutus - Nest coverScore:

86/100

Label:

Hassle Records, 2019

Tracklisting:

  1. Fire
  2. Django
  3. Cemetery
  4. Techno
  5. Carry
  6. War
  7. Blind
  8. Distance
  9. Space
  10. Horde V
  11. Sugar Dragon

Line-up:

  • Stefanie Mannaerts – Zang, drums
  • Stijn Vanhoegaerden – Gitaar
  • Peter Mulders – Basgitaar

Links: