De laatste maanden, rondom de digitale release van debuutlangspeler Rooster (vanaf 15 juli ook op vinyl te bewonderen), is de naam Brume regelmatig gevallen in het doomwereldje. Maar door een weinig zeggende bandnaam, nietszeggende albumtitel en een royaal met chromosomen bedeelde haan op de hoes was het lastig geënthousiasmeerd te raken. Maar voor de lezer doen wij, proefkonijnen van Zware Metalen, natuurlijk alles. U moet zeker op niveau kunnen converseren als uw tante deze zomer tijdens de barbecue op de jaarlijkse familiedag over Rooster begint. En zo benauwend hoeft dat niet eens te zijn.
Brume, een met vrouwelijke vocalen gezegend powertrio uit San Francisco, haalt inspiratie uit een ruim assortiment aan doomgrootheden. Qua vocalen doet het aan Acid King denken, terwijl riffs nauwer geassocieerd worden met bijvoorbeeld YOB. Vergeleken daarmee (en de meeste doombands) is het geheel, mede dankzij een kraakheldere productie, wel zo glad als een (weliswaar trage) aal. Of dat positief is, is een kwestie van smaak, maar een tikkeltje ruwer had zeker geen kwaad gedaan. De match tussen de, op zich prettige, bijzonder cleane vocalen en de rijk gelardeerde riffs is ook niet ideaal. Die laatste zijn overigens, zeker op openers Grit and Pearls en Harold, best de moeite waard. De doomtracks op de tweede helft van het album (vedergewichtballad Welter mag u skippen) zijn meer groove- dan riffgeoriënteerd. Call the Serpent’s Bluff en Tradewind worden gekenmerkt door langgerekte gitaarnoten en meer bluesy drumritmes, hoewel nog steeds op doomtempo. Het drumwerk is binnen doomkaders sowieso vrij inventief en één van de sterkere punten van het album. Verder besluipt na vijftig minuten Rooster toch stiekem het gevoel dat dit al vaker (en beter) is gedaan.
Het is prima voor te stellen dat de mooie vrouwelijke vocalen en vette sound veel luisteraars aan zullen spreken. Fans van Alunah moeten dit zeker een kans geven. Echter door hoe enorm glad het geheel is, heeft Rooster op de schaal van doom niet heel veel impact, terwijl het melodisch niet spannend genoeg is om op andere schalen veel bonuspunten te scoren. Vandaar een relatief lage score die, getuige ook de naam die Brume reeds maakt, zeker niet voor iedereen representatief zal zijn.
Score:
69/100
Label:
DHU Records, 2017
Tracklisting:
- Grit and Pearls
- Harold
- Reckon
- Call the Serpent’s Bluff
- Welter
- Tradewind
Line-up:
- Susie McMullan – Bas, Vocalen
- Jamie McCathie – Gitaar
- Jordan Perkins-Lewis – Drums
Links: