Bongripper – Terminal

Bongripper sloopt en beukt zich sinds 2005 geheel zijn eigen weg door het doomlandschap heen. Zonder de hulp van een label, maar met een consequente en daadkrachtige drive vol passie en liefde voor wat de band doet. De mannen doen hun stinkende best om dat laatste kleffe zinnetje te verbloemen met albumtitels als Hippie Killer, Satan Worshipping Doom of Miserable, gecombineerd met bijpassende tracklists en donkere satanische albumhoezen.

Wat dat betreft wordt de lijn met Terminal doorgezet. Een prachtig geïllustreerde rottende bokkenkop als albumhoes en een tracklist van welgeteld twee nummers die samen Slow Death vormen. Degene die verwacht eenzelfde, zo niet zwaardere, eindeloze afdaling de vernieling in te mogen ondergaan als op Miserable, komen bedrogen uit. Terminal leent zeker elementen van zijn voorganger, maar gooit er ook invloeden van ouder werk tegenaan. Meerdere speerpunten uit de inmiddels indrukwekkende catalogus worden als een soort Frankenstein aan elkaar genaaid. Tel daarbij op dat de productie beter is dan ooit en dit alles in een krappe 45 minuten op plaat is gezet.

Slow opent als een karakteristiek Bongripper-nummer. Er gaat een beest van een riff jouw kant op geslingerd worden. Jij weet dat, je buren weten dat en Bongripper weet dat. Daar maakt laatstgenoemde dankbaar gebruik van. De drums plagen je, suggereren een inkomende donderslag van de gitaren, die dan tóch nog even op zich laat wachten. Op het moment dat je warmgedraaid bent dankzij de drums, die als zweepslagen je nekspiertjes hebben aangewakkerd, klapt de eerste riff erin. Lomp, rokerig en vól van smaak. Bongripper vervormt, draait, en buigt de riff de komende zes minuten allerlei kanten op, maar blijft dicht bij de essentie ervan.

Plots is er oase van rust. Het segment dat volgt zorgt voor een welverdiende adempauze. Het doet denken aan passages van het debuutalbum The Great Barrier Reefer of zelfs aan iets van Russian Circles. Met een voldane grijns op je bakkes hoor je het aan en dommel je een beetje in slaap. Nét voor je helemaal comfortabel onder je warme dekentje ligt, schroeft de band het tempo redelijk abrupt op en ontwaak je voorzichtig uit je fijne sluimerslaapje. Voordat je half in de gaten hebt wat er aan de hand is, komen de knetterende gitaren als een donderslag bij heldere hel je oren binnen vliegen. Op dat moment klapt je voorhoofd tegen je knieën aan en sta je het restant van Slow met een gebalde vuist mee te beuken op het tempo van slavendrijver (tevens drummer) Daniel. De overgang naar Death voelt ietwat als verplichte kost. Ik heb het idee dat de hele plaat eigenlijk een nummer is, maar dat er vanuit een praktisch oogpunt een tweedeling is gedaan. Vinyl moet immers ook een keer omgedraaid worden. Maar voor dat doeleinde voelen deze vier minuten wel erg tam aan. Zeker in vergelijking met de rustigere passages die eerder langskomen tijdens Slow, die een echte meerwaarde zijn.

Afijn, wanneer Death dan echt van start gaat, knikt je hoofd alweer heerlijk langzaam mee met de knetterende en rokerige riffs. Ten opzichte van Slow lijkt Death meer als één geheel. De melodieuze passages zijn niet meer. In plaats daarvan zijn er rustigere delen waarin er trager, maar des te harder op de gitaren word gemept. Die uithalen worden steeds sporadischer en sterven langzaam af. Alsof Terminal vecht tegen het einde dat onvermijdelijk lijkt. Dat gevoel word de laatste minuten versterkt. Terwijl Terminal de laatste minuten maar door blijft beuken, verschijnt daar overheen een subtiele, treurige melodie. Terminal word begeleidt naar het einde. De beukende riffs sterven een langzame dood totdat het helemaal stil is.

Terminal is de meest consistente, rijkste en sterkst geproduceerde plaat die de mannen tot dusver hebben geproduceerd. Bands zijn er niet voor eeuwig, en dat is in veel gevallen maar goed ook. Het is echter wél te hopen dat Bongripper een hele langzame dood tegemoet gaat.

Score:

86/100

Label:

Great Barrier Records, 2018

Tracklisting:

  1. Slow
  2. Death

Line-up:

  • Nick Dellacroce – Gitaar
  • Daniel O’Conner – Gitaar
  • Ronald Petzke – Basgitaar
  • Dennis Pleckham – Drums

Links: