Birds In Row – We Already Lost The World

Laatst discussieerde ik met één van mijn collega-redacteuren over het feit dat hij/zij/het (gender neutraliteit is belangrijk, mensen) zich steeds minder kon relateren aan emotioneel gedreven hardcore. ‘Het voelt als iets waarmee ik me, als een onzekere, 16 jarige puber mee identificeerde. Daar ben ik wel een beetje overheen gegroeid.’ Na een verplichte opmerking te hebben gemaakt over het feit dat deze niet nader te noemen redacteur voor mij altijd een onzekere, 16 jarige puber zal zijn, dacht ik eens na over die uitspraak.

Hoewel ik dit zelf niet helemaal zo ervaar, is er absoluut een kern van waarheid te vinden in dit statement. Emo-core bands hebben vaak de tendens om heel erg hard te proberen hun boodschap zo dringend mogelijk over te brengen, waardoor het al snel kan overkomen als ‘jankstang muziek’ en zijn urgentie verliest. Laat dat laatste nu exact zijn wat dit tweede album We Already Lost The World van het Franse trio Birds In Row wel herbergt: alles klinkt zo godvergeten urgent dat elke vezel in je lichaam dit wil geloven.

Hoe komt dat dan? Dit heeft deels te maken met de gitaarsound, die grotendeels tegen het cleane aanschuurt, waardoor de harde aanslagen van zanger/gitarist B. ronduit verwoestend zijn. Je voelt hoe deze man zijn frustraties met een vurige passie van zich af probeert te spelen. De intensiteit waarmee hij zijn Rickenbacher mishandelt, is op plekken zo groot dat het resulteert in een bijna ontstemde brei van akkoorden, wat het geheel belachelijk levendig en dringend laat aanvoelen. Omdat er geen muur van distortion te bekennen is, maar slechts een raamwerk, gebruikt bassist Q. zijn viersnarige plank meer als een lead-instrument dan een ondersteunend apparaat, waardoor het lijkt alsof de gitaar en basgitaar constant in heetgebakerd duel zijn met elkaar.

Een duel dat overigens ook vocaal wordt uitgevochten tussen de twee heren. Met name de vocalen van de eerder genoemde B. mogen zicht tot de kroonjuwelen van deze plaat rekenen. Als een puisterige puber die net de baard in de keel heeft gekregen (zoals reeds genoemde collega dus), schieten de screams onverwacht en maniakaal de hoogte in. ‘Now’s The Time To Fucking Listen!’ schalt uit de speakers tijdens opener We Count So We Don’t Have To Listen. Hoe kun je een man negeren die zijn boodschap zo intensief brengt, dat hij tijdens het verkondigen ervan de controle over zijn eigen stembanden verliest? Dat kun je niet, en dus luister je. Overigens is er naast dit geschreeuw ook een breed scala aan minder brute vocalen te horen. De switch van ietwat binaire zang (fluisterzacht of longophoesterij en niets ertussenin) naar een spectrum aan grijstinten zorgt voor wat opbraak(sel) in de kotsstraal van emoties die andere bands in dit genre doorgaans hanteren. Als alles orgastisch intensief wordt gebracht, is niets urgent, en treedt de vermoeidheid al snel in. Birds In Row beseft dit, en omzeilt deze valkuil dan ook op slinkse wijze.

De grootste verassingen liggen echter op het songwriting vlak. Hoewel dit werk een stuk minder instant is ten opzichte van het vorige, herbergt het wel een complexiteit en onvoorspelbaarheid die het naar een bizar hoog niveau tillen, en me zelfs maanden na de release nog steeds laten terugkeren. Misschien zijn het de ietwat exotische invloeden of creatieve songstructuren die het beste materiaal opleveren. Neem 15-38 bijvoorbeeld, dat sterk doet denken aan Nirvana; een band die tevens heer en meester is in het spelen met contrasten. Met elk couplet worden de vocalen, distortion en drumbeat een tikkeltje intensiever, tot er uit het niets een melodieuze opbouw wordt ingezet waarin zelfs een heus meezing moment te bekennen is.

Of misschien is het wel I Don’t Dance, dat ironisch genoeg niet alleen het meest dansbare nummer van deze plaat is, maar daarnaast niets meer (of minder) is dan een agressief aangekleed walsje, met zijn driekwartsmaatsoort. Fossils is tevens een goede kandidaat: de furieuze openingspassage mondt wonderbaarlijk uit in een prachtige, Alcest-achtige shoegaze outro en brengt daarmee de plaat tot een reinigend einde. En dan heb ik het nog niet eens gehad over We vs. Us, dat baksteen voor baksteen opbouwt tot er uiteindelijk een muur aan woestheid gemetseld is. IJzersterk spul, vanaf het moment dat de eerste akkoorden worden aangeslagen, tot aan de plotselinge afkap van de steeds dikker en groter wordende muur van noise, zo’n 35 minuten later.

Birds In Row laat zien hoe men anno 2018 een emotioneel en urgent album maakt met substantie, zonder te verzanden in cliché’s of in te leveren aan geloofwaardigheid. Dit album ademt oprechtheid. Daarnaast wordt de ‘post’ in post-hardcore serieus genomen, want We Already Lost The World treedt buiten de genre grenzen en streeft daarmee moeiteloos het bestaande grut voorbij. Sterker nog, het beklimt de genreberg tot aan de top, waar deze wordt begroet door een tweetal andere, fantastische releases. Dit fenomenale trio vormt zich tot mijn top 3 van het jaar, wat betekent dat 2018 een bijzonder goed jaar voor het hardcore genre was. Als de band dit live weet te vangen, en dat suggereert deze in-studio sessie, zou dit wel eens één van de hoogtepunten van Roadburn 2019 kunnen worden.

Score:

90/100

Label:

Deathwish Inc., 2018

Tracklisting:

  1. We Count So We Don’t Have To Listen
  2. Love Is Political
  3. We vs. Us
  4. Remember Us Better Than We Are
  5. I Don’t Dance
  6. 15-38
  7. Triste Sire
  8. Morning
  9. Fossils

Line-up:

  • B. – Vocalen, gitaar
  • Q. – Vocalen, basgitaar
  • T. – Drums

Links