Bacchus is in de Romeinse godsdienst de god van de wijn, de roes en de dronkenschap. Hij is de zoon van Jupiter en Semele (de dochter van Kadmos). Toen zijn moeder zwanger van hem was, werd zij door Jupiters bliksem gedood. Het ongeboren kind werd vervolgens in Jupiters dij genaaid en kwam drie maanden later ter wereld. Dank u Wikipedia! Bij de Grieken is Bacchus voornamelijk bekend onder de naam Dionysos, hoewel de naam Bacchos ook bij de Grieken af en toe gebruikt werd. Zijn Etruskische tegenhanger is Fufluns. Naast dronkenschap bracht Bacchus ook beschaving en inspiratie in de schone kunsten.
Na dit stukje geschiedenis bespreken we nu de tweede creatie van de Franse blackmetalband Bacchus – eenvoudig II getiteld – en wellicht ook als een auditief delirium samengesteld. We onderscheiden in eerste instantie keelzang en een niet erg toonvaste zang. Het zijn vocale uitingen zonder woorden die als het ware meedeinen op de muziek. De muziek zelf is zwaar door ambient geïnfuseerd. Het gitaarwerk is daarbij etherisch en soms gevoelig mede door de lang uitgesponnen leads. De basaanslagen zijn helemaal op de achtergrond verscholen in de mix. Mocht u het eerste nummer moeiteloos kunnen uitzitten zonder door de zang geïrriteerd te raken, dan belooft dit tweede album wat moois.
Het tweede nummer opent namelijk met een spannende cadans op de drums, ingeleid door een bijzonder smaakvolle synthpassage. Woeste drumklopperij en een donkere grunt, worden afgewisseld met een stemgeluid dat zich het best laat omschrijven als dronkemansgezang. Valse en lyrische noten vinden hier een eigen levensweg om zo één te worden met het onderliggende muzikale sfeertapijt. Als ik zeg dat uw redacteur van dienst na twee flessen wijn nog steeds minder vals klinkt, dan is dat wellicht een indicatie. En ik kan nog niet eens zingen. Nummer III heeft een wonderschone opstartfase, waarbij goed te horen is dat Bacchus vakmanschap en een sterk songschrijven nastreeft. De zang doet enigszins denken aan die van Atilla (Mayhem). Op instrumentaal gebied gaat het alle kanten op, maar er blijft een rode draad te onderscheiden, doordat er slim is gespeeld met gelijkmatige overgangen. Rustig, maar vastberaden worden we als luisteraars meegenomen in deze, toch wel vrij experimentele muziek. De zang klinkt hier veelal zo tegen het valse aan, dat hij uniek is in zijn soort. Het zal wel iets met de wijn te maken hebben. Een nuchtere Bacchus is schijnbaar een utopie.
We vervolgen gedurende II.V en II.VI eigenlijk met meer van hetzelfde, maar omdat het allemaal zo goed verpakt is, ligt de verveling nergens op de loer. Dat gezegd hebbende blijft het totaalgeluid wel wat aan de klinische kant. Dit heeft zo zijn voordelen, want hierdoor horen we vrij precies hoe de nummers evolueren van begin tot eind. Aan de andere kant mist deze schijf soms net dat ruwere randje om de luisteraar ineens bij de kladden te grijpen. Dit is slechts een hele kleine kritische noot, want de band heeft met II een erg mooi album gecomponeerd. Althans voor diegene die open staan voor black metal met de nodige ambientklanken en unieke zangrituelen.
Score:
83/100
Label:
Debemur Morti, 2023
Tracklisting:
- II.I
- II.II
- II.III
- II.IV
- II.V
- II.VI
Line-up:
- Moïse Mestriaux – Synthesizer, samples
- Sébastien B – Gitaren, bas, vocalen
- Camille Olivier F.B. – Drums
Links: