Atrexial – The Serpent Abomination

The Serpent Abomination is mijn allereerste kennismaking met Atrexial en blijkbaar is dit ook de vuurdoop voor deze Spaanse band op Zware Metalen. Atrexial werd in 2014 boven de doopvont gehouden door drijvende kracht Naga S. Maelstrom, die hier zowel de gitaar, de basgitaar én de keyboards voor zijn rekening neemt. Op de debuutplaat Souverain (2017) horen we de verschroei(en)de stem van de heer Louen Walden, die sindsdien ook de vaste vocalist van de band is gebleven. Souverain is voor een debuutplaat een opvallend volwassen album: prima uitgevoerd, zowel technisch inzake instrumentbehandeling als qua productie, en met uitstekend uitgewerkte songstructuren. Dit is black/death met een duidelijke hoofdrol voor het blackmetalgedeelte: verschroeiende, zwartgeblakerde, doodse black metal met hier en daar occulte ondertonen. Het geeft de muziek een intens en agressief karakter, maar zonder ordinair te worden. Er is namelijk ook aandacht besteed aan de nodige sfeerschepping en er zijn voldoende subtiele elementen terug te vinden om niet te verzanden in uitputtende bruutheid.

Op Souverain horen we vlijmscherpe maar melodisch georiënteerde gitaren, donderende drumhamers en diepe, vuige doodsgrommen. Wat ook opvalt zijn de interessante, creatieve en niet-alledaagse ritmekeuzes die af en toe opdoemen. Sommige nummers leunen qua stijl, (instrumentale én vocale) klankkleur en algemeen gevoel dusdanig dicht aan bij Hate en (iets oudere) Behemoth dat het wel wat afbreuk doet aan de originaliteit van het geleverde werk. Op andere momenten leunen de riffs dan weer wat meer aan bij Belphegor, maar hoe dan ook treedt er vaak een gevoel van herkenbaarheid op. Tja, in de wereld van blackened death (of deathened black, wat het feitelijk eerder is) blijft het moeilijk om je als beginnende band te kunnen onderscheiden zonder het gevoel te wekken de grote voorbeelden te imiteren.

Atrexial is geen bekende naam, maar klinkt wel zeer professioneel. Alle elementen van het black/deathgenre zijn aanwezig, maar de nummers zijn dusdanig ingenieus opgebouwd dat ze niet gaan vervelen. Daarenboven perfectioneerde Atrexial op Gargantuan (2020) de stijl die men met Souverain was beginnen opbouwen, wat resulteerde in nog meer structuur en balans. Er werd vooral werk gemaakt van aangrijpende riffs en (tremolo) leadmotieven, wat de nummers een beetje extra identiteit meegaf. Met Coronation and Supremacy hebben ze alleszins een behoorlijk iconisch en stijlvol nummer geschreven. Wie houdt van verpletterend hard (zowel binnen de black metal als binnen de death metal) is hier ook aan het juiste adres. Vooral in het drumcompartiment klinken de donderslagen behoorlijk apocalyptisch en overweldigend. Wie dit genre een warm hart toedraagt moet Gargantuan dus zeker eens een kans geven.

Met The Serpent Abomination zal Atrexial alleszins moeten proberen om al dit goeds te bevestigen en minstens beter te doen dan op Gargantuan, wat een behoorlijke uitdaging lijkt. De mooi gestileerde albumhoes met historische en occulte motieven belooft alvast veel goeds. De band ziet het nieuwe album als een “comeback” na vier jaar stilte. Maar met welke intenties komen ze dan terug? U leest het hieronder.

Atrexial start zijn zwartgeblakerde veroveringstocht met een serieuze klepper: het meer dan zeven minuten durende epos dat The Serpent Abomination heet. Het aanloopje bevat een rituele gongslag, maar wanneer de tweede gong weerklinkt, snijden de tremolo’s onmiddellijk je levensadem af. Hoe vlijmend en schril kan een gitaar klinken eigenlijk? Het titelnummer ontwikkelt zich vervolgens netjes: je hoort verschillende, goed te onderscheiden gitaarlagen, hoge, melodische leadpatronen en roffelende, strakke drumbeats. Het valt op dat Louen Walden toch wat meer in de hoogte gaat dan op de voorgaande albums. Het wordt ook al snel duidelijk dat Atrexial op dit nieuwe album bewust kiest voor een scherper, melodischer geluid dat meer bij occulte black metal aanleunt dan bij de blackened death van een Hate. De voorliefde voor de cimbalen, die zo typerend is voor dat eerstgenoemde genre, is duidelijk hoorbaar. The Serpent Abomination is een degelijk gecomponeerd nummer met een mooie structuur en hier en daar wat herhaling, gestoeld op enkele vlijmscherpe, geagiteerde riffs. Heel degelijk allemaal, maar ik word niet omvergeblazen zoals dat bij Gargantuan wel gebeurde.

Blackfire Liturgy werd als enige single op voorhand de wereld in gestuurd. Dat betekent, zoals u wel weet, niet altijd dat dit het beste nummer van het album hoeft te zijn, maar de band (en/of het label) verwacht dan wel dat dit nummer de luisteraars voldoende kan overtuigen om tot een aankoop over te gaan. Of zo zou ik dat toch aanpakken. Een single moet opvallen en smaken naar meer.

Maar hoewel ook Blackfire Liturgy een zeer solide creatie is die zich kenmerkt door een mooie balans tussen mid-tempo momenten van dreiging en mystieke spanning (op dat moment zorgen de gitaren met hun ijzig hoge tonen ook voor heel veel sfeer) en keiharde uitbarstingen van ongefilterde agressie, springt het mijns inziens voor een single veel te weinig in het gehoor. En dit zeg ik zonder afbreuk te willen doen aan de bewonderenswaardige intenties en technische foutloosheid. Louen Walden doet er bijvoorbeeld alles aan om afwisseling in zijn stem te leggen en forceert zijn geteisterde stembanden zelfs tot het uiterste om in allerlei toonaarden het evangelie van deze liturgie te kunnen verkondigen.

Atrexial legt heel veel vurige dynamiek aan de dag op dit album, maar vergeet daarbij te verbazen. Deze muziek is kwalitatief gewoon uitstekend, maar het mist de creativiteit om de luisteraar lang aan de muziekinstallatie gekluisterd te houden.

Na een sfeervol, wat mistig aanloopje zet Atrexial het nummer Almighty Furia in met (alweer) loodzware mokerslagen en diepe, donkere akkoorden. Het klinkt allemaal heel massief en “in your face”, maar een bovenlaagje van melodische leads zorgt ervoor dat de muziek toch wat op de emoties speelt. Het is echter pas bij de aanzet van de eerste scherpe tremolo-riffs dat de almachtige furie zijn ware gelaat toont. Het is dit tremolo dat van Almighty Furia het meest in het oor springende nummer van The Serpent Abomination maakt. Het heeft, vooral vanaf het tremolo gedeelte, een duidelijk occulte ondertoon, wat het grotendeels te danken heeft aan de immer logge drumslagen (ik blijf het herhalen…) en de veelzijdige maar vooral beestachtige stem van een toch wel indrukwekkende Louen Walden. Neem je de bruutheid van het geheel even weg, dan doet dit me bijvoorbeeld heel erg denken aan de esoterisch-mystieke black het Zweedse Mephorash.

Had ik het al gehad over de veelzijdigheid van Atrexials zanger? Wel, op By Venomous Grace breidt hij zijn arsenaal ook nog eens uit met geforceerde, half geschreeuwde, kelige zang (het doet ergens denken aan de bezweringen van Attila Csihar). Ook nu weer valt het hoog tremolo op, al is het minder prominent aanwezig dan op het voorgaande nummer en wordt het meer in de andere elementen geïntegreerd. By Venomous Grace is op zich een minder opvallend nummer dan bijvoorbeeld Almighty Furia, maar als je op dit punt in het album bent beland merk je wel waarom The Serpent Abomination zo soepel in het gehoor ligt. Er zit heel wat afwisseling en melodie in de gitaren, en dat op verschillende niveaus in de muziek. Zoals ik al eens had opgemerkt zorgen de riffs, en met name het tremolo, voor extra diepgang en emotie in deze muziek. In combinatie met het volle, organische geluid van deze band (niet te strak, eerder warm van klankleur), de ongefilterde energie die het uitstraalt en dan de veelzijdige stem van Walden is dit gewoon een schot in de roos. De band slaagt er op die manier in om relevant te blijven, niet te verzanden in richtingloos gebeuk en zo boven de massa uit te stijgen.

Atrexial kiest op The Serpent Abomination voor lange nummers. Een simpel rekensommetje toont aan dat de gemiddelde speelduur per nummer boven de zeven minuten ligt. Omnipresence and Gravitation trekt met zijn twaalf minuten dat gemiddelde alvast flink omhoog. Een nummer van twaalf minuten in deze uitputtende, energieke stijl? Hoe overleef je dat? Wel, Atrexial heeft dit zeer goed aangepakt door hier en daar een langere pauze in te lassen (mysterieuze, mistige geluiden met sologitaar) en daarna weer op te bouwen, door af te wisselen in stemtechniek (geforceerde zang, gesproken woord…) en uiteraard door regelmatig wat tremolo toe te voegen. Maar vergis u niet, ook nu weer zijn er volop donderende blastbeats, potige riffs en extreme schreeuwerupties terug te vinden.

Op Reign of Scars valt eigenlijk weinig nieuws te ontdekken, maar met The Fading Light tracht Atrexial de overweldigende brok energie die The Serpent Abomination in feite toch is in schoonheid af te sluiten. En daarmee kom ik nog een allerlaatste keer terug op de vocalist van deze band: Louen Walden. Zijn zachte, toonvaste cleane stem doet me denken aan die van Fernando Ribeiro. Hij slaagt er ook in om diezelfde mate van gevoel in zijn zang te leggen als de zanger van Moonspell, en dat is toch wel een gave. Ik zou zelfs nog verder durven gaan en stellen dat de warme gitaarsolo niet had misstaan op Irreligious. Hoe dan ook, The Fading Light is het moment van reflectie aan het einde van een lange, uitputtende tocht. We horen akoestische gitaar en donkere, resonerende bassen. Er zijn ook passages met snelle blastbeats, maar die worden uitgebalanceerd door een tremolo dat minder scherp klinkt als dat van bijvoorbeeld Almighty Furia, maar vooral verzachtend werkt.

The Serpent Abomination is een moeilijk album om in één adem te evalueren. Ik blijf op twee gedachten hinken: enerzijds is dit een sterk album dat scherper, melodischer en afwisselender klinkt dan Gargantuan, anderzijds heeft het niet dezelfde impact en mist het soms wat de creativiteit om doorlopend boeiend te blijven. De band is duidelijk geëvolueerd en besteedt op het nieuwe album nog meer aandacht aan meeslepende leads, sfeeropbouw en vocale experimenten, maar ergens mis ik toch de blackdeath-brutaliteit van het vorige album. Als ik het zo objectief mogelijk probeer te bekijken blijft er toch een positief gevoel over en dus geef ik Atrexial met zijn nieuwste telg een hoge score. Liefhebbers van de hardere en meer bijtende aanpak binnen de black metal zullen dit kleinood zeker kunnen smaken. Het wordt uitgebracht door het Nederlandse kwaliteitslabel Non Serviam Records.

Score:

82/100

Label:

Non Serviam Records, 2024

Tracklisting:

  1. The Serpent Abomination
  2. Blackfire Liturgy
  3. Almighty Furia
  4. By Venomous Grace
  5. Omnipresence and Gravitation
  6. Reign of Scars
  7. The Fading Light

Line-up:

  • Naga S. Maelström – Gitaar, stem
  • Louen Walden – Gitaar, stem
  • H.K. Belegurth – Basgitaar, stem
  • Yann – Drums

Links: