Atlas Pain – Tales Of A Pathfinder

Frivoliteiten, folkmuziek, melodeath en vooral een goede dosis plezier. Dat is wel zo’n beetje waar deze Italiaanse band voor staat. Het gestoorde en blije Atlas Pain komt met een opvolger op een zeer goed ontvangen debuutalbum. Het nieuwe album heet Tales Of A Pathfinder. Feestjuh!

De invloeden van de band komen uiteraard uit de epische metal, folkmetal en melodeath, maar verrassend genoeg ook van Hans Zimmer en wat lijkt op steampunk. Luister maar eens naar de opener, The Coldest Year. Wat begint met een trein die stoom uitblaast, iets wat haast klinkt als een koets rijdend over klinkers en een draaiorgel. Net alsof je op de kermis bent. Dit gevoel wordt nog verder aangewakkerd als de toeters beginnen en de orkestratie vol aan bod komt. Uw presentator voor vanavond is zanger Samuele Faulisi die nogal… tja… geschift klinkt? Zijn gesproken tekst kreeg mij best wel aan het lachen, want er zijn een paar stukken waar zijn accent (Don’t fear, don’t panic) wel heel erg Iers klinkt. Leuk begin van een album.

Dan begint de muziek bij het tweede nummer pas echt. Het eerste waar ik aan moet denken bij de klank van de heren, is de Duitse band Equilibrium. De grunts passen goed bij de folkmetal en de stevige drumpartijen en het vlotte gitaarspel maken een vrolijk liedje net dat stukje bruter. Vlak voor het refrein volgt er een passage die mij ineens zeer sterk doet denken aan het oude werk van Ensiferum. Een galopperende drumpartij en galopperende gitaarriffs, ondersteund door een meerstemmige samenzang dat samen met de screams van de zanger een flinke knipoog geeft naar de genialiteit van de Finnen. Voor de rest treffen we hier een tof, vrolijk en lekker vlot nummer aan.

De rest van het album kent dezelfde blije stukken die afgewisseld worden door een prima stukje metal. In het nummer Ódauðlegur (succes met het uitspreken er van, ik waag mij er niet aan) neemt het echter even een andere wending. De luisteraars die bekend zijn met Morst Principum Est zullen deze track zeer goed kunnen waarderen. Snelle drums, zware gitaarriffs en scheurende vocalen zetten een atmosfeer neer waarvan de hoofden in Scandinavië zich om zullen draaien. De tribalgevoelens komen omhoog bij Kia Kaha, waar een duistere chant in het begin een ietwat ongemakkelijk gevoel neerzet, samen met een didgeridoo-achtige klank. De duisternis wordt dan wel weer onderbroken als de gitaren een majeur riff inbrengen en de boel wat opvrolijken. Het chanten en de oorlogsdrums houden het sfeertje nog wel even in stand en maken dit een gave track. Lekker divers tot nu toe!

Het album komt niet weg zonder een dompertje hier en daar. Er zitten een paar clichés in die mij niet helemaal kunnen bekoren. Zo klinkt de track The Great Run wel ontzettend frivool en klinkt de melodielijn haast alsof het de opener van een slechte televisieserie had kunnen zijn. Om nog verder toe te voegen aan dit cliché, komt er zo rond de drie minuten een stukje elektronische meuk dat eerder thuis hoort in een discotheek. Nee, dit is geen succes. Verder doen een aantal stukken op het album mij gelijk denken aan de stijl en klank van andere artiesten (Ensiferum, Equilibrium, Morst Principum Est, Children of Bodom etc.). Niet per definitie slecht, maar daarmee verliezen ze wel wat originaliteit.

In de laatste twintig minuten van het album vinden we nog een fijn sfeertje in de track Shahrazād waar men eindelijk met mineur akkoorden en riffs aan de slag gaat, is de track Homeland een episch verhaal an sich (al is het wel lang met bijna twaalf minuten) en kunnen we even rustig bijkomen met het prachtige The First Sight of a Blind Man. Laatstgenoemde is een instrumentaal nummer waar enkel een zeer kalme pianolijn met een hoop reverb en sustain een kalme, ietwat droevige atmosfeer neerzet. Alsof we afscheid nemen van alles en er een waar reflectiemoment optreedt. Een echte tranentrekker.

Al met al heeft Atlas Pain een flinke groei doorgemaakt sinds hun toch al sterke debuut. Nog steeds zijn het een stelletje mafkezen die vooral een hoop plezier en gezelligheid brengen in hun muziek, maar aan de andere kant laat de band ook steeds meer zien dat hij best goed geschreven nummers eruit kan persen. Het mist alleen nog een beetje eigenheid hier en daar. Een goede stap naar volwassenheid en misschien wel de volgende folkmetal-gigant.

Score:

79/100

Label:

Scarlet Records, 2019

Tracklisting:

  1. The Coldest Year
  2. The Moving Empire
  3. Hagakure’s Way
  4. Ódauðlegur
  5. The Great Run
  6. Kia Kaha
  7. Baba Jaga
  8. Shahrazād
  9. Homeland
  10. The First Sight of a Blind Man

Line-up:

  • Samuele Faulisi – Zang, gitaar, keyboard
  • Fabrizio Tartarini – Gitaar
  • Louie Raphael – Basgitaar
  • Riccardo Floridia – Drums

Links: