AthanaTheos – Cross. Deny. Glorify

Maar liefst twee decennia duurde het alvorens de Franse deathmetalband AthanaTheos van concept tot het eindresultaat Cross. Deny. Glorify kwam. De bijgevoegde promo begint eigenlijk met een soort aanklacht jegens de scene. Er zou onvoldoende aandacht zijn geweest voor talentvolle (deathmetal)bands die niet binnen de definitie van het genre vallen. Dit lot viel AthanaTheos ook ten deel. Stelselmatig worden bands die niet binnen het label old school, modern, technisch, dissonant of melodisch vallen, genegeerd. Dat werpen wij bij de redactie van Zware Metalen natuurlijk verre van ons. Wij recenseren namelijk zoveel mogelijk en geven iedere band een eerlijke kans om zich te laten gelden.

Dat gezegd hebbende, moeten we wel toegeven dat dit de eerste recensie is die we schrijven over de muziek van deze Franse band. Geen idee of het label van dienst, Lavadome Productions, ons heeft weten te bereiken, of dat er een andere reden is waarom de albums Prophetic Era (Or How Yahveh Became the One) en Alpha Theistic niet werden gerecenseerd. We mogen ook gerust hier vermelden dat het aanbod dat bij ons in de zware lijst terecht komt bijzonder groot is.

In de hoop dat AthanaTheos ons als luisteraars met iets unieks gaat verrassen, lezen we in de promo wel terug dat er invloeden van bands als Immolation, Nile, Emperor en Morbid Angel te horen zijn. En laten dit nu juist bands zijn die het aan de oppervlakte altijd goed voor elkaar hebben. Althans zo lijkt dat dan toch. Een band als Immolation eindigt steevast hoog in de jaarlijsten, zo horen we ook tijdens Osmium Podcast #45, waar Pim Kastelein durft te beweren dat deze band ieder jaar hetzelfde album uitbrengt. Ondanks dat ik het daar niet volledig mee eens ben, lijkt hij te bevestigen wat AthanaTheos hier benoemt. Enfin, laten we eens zonder scrupules aanhoren wat Cross. Deny. Glorify brengt. De albumtitel doet ons in ieder geval sterk denken aan de drie woordentitels van de Canadese blackdeathmetalband Revenge.

Negen nummers met een totale speelduur van vijftig minuten worden ons voorgeschoteld op dit album. Op het vocale gebied horen we een schuurpapieren grunt die ook de weg naar de hogere regionen weet te vinden. Naarmate het album volgt, horen we de muziek ook evolueren. Duidelijk daarbij is dat dit een conceptalbum betreft met als thema drie generaties Romeinen. Het gaat om een soldaat, een koopman en een filosoof die vanuit hun eigen gezichtspunt het verval van het Romeinse rijk aanschouwen. De geluidsmix is voor death metal tamelijk helder en dat klinkt hier bijzonder prettig. Sessiedrummer Antoine Poisson heeft zijn uiterste best gedaan om niet alleen snelheid te maken, maar ook aandacht te besteden aan complexe fills en tempowisselingen. Ondanks dat we wel horen dat de eerder genoemde referenties deel uitmaken van het totaalgeluid, weten de heren Samuel Girard en Nils Delhaye-Boloh er iets origineels van te maken. We zouden het voor het gemak kunnen omschrijven als militant, maar tegelijkertijd ook verhalend. Om er een beetje richting aan te geven, want het is absoluut niet de bedoeling om dit te classificeren. Daarvoor is het gebodene ook te veelzijdig. Zo horen we gedurende het album ook koorzan voorbij komen en het zijn juist dit soort elementen die het onderscheid maken. Het is dan ook niet raar dat we wel even op dit album moeten kauwen. Niet letterlijk natuurlijk, want dat zou alleen maar zonde zijn van de mooie albumhoes (“The Battle of the Milvian Bridge” by Giulio Romano (1524)). Maar dit heeft wel even wat inweektijd nodig om volledig tot zijn recht te komen.

Opener The Cross weet al direct te imponeren met een stevige lading groove, tempowisselingen en diverse zang- en gruntstijlen. Het bliksemsnelle You Were Not laat de meer brute kant van deze band horen. Met schurend gitaarwerk en een stroom aan grunts is er geen ontsnappen aan. Credo Quia Absurdum schakelt vervolgens weer een tandje terug en verblijft voornamelijk in de midtempo regionen. De zuivere gezangen brengen een atypische afwisseling die niet bij iedereen in de smaak zal vallen. De heerlijke gitaarsolo die volgt, licht het nummer nog eens mooi uit, waarbij er dan slim met de echo op de vocalen is gespeeld. De invloeden van een band als het eerder aangehaalde Nile zijn onmiskenbaar. Wel krijgen we zo nu en dan het gevoel dat de band aan zijn eigen complexiteit ten onder dreigt te gaan. Het is niet de bedoeling dat de luisteraar moet nadenken over wat er te horen valt. Of wel? Gelukkig laat AthanaTheos met They Are Spreading the Pestilence een brute kraker horen, die voldoende afwisseling in zich heeft. Een heerlijke gillende gitaarsolo zorgt mede voor deze afwisseling, in samenspel met de afwisselende zang- en gruntpassages. Dit klinkt wel erg fijn! De doorratelende drums liggen fijn en niet te prominent in de mix, waardoor het totaalgeluid krachtig klinkt.

To Deny doet daar nog eens een schepje bovenop. Een kortdurend nummer, dat vrijwel direct stevig ontvlamt en de luisteraar bij de strot grijpt. We horen in deze fase wel degelijk hints naar (oude) Morbid Angel, voornamelijk in de vorm van slopende en glijdende gitaarriffs. In die zin heeft de promo ons dus niet voorgelogen. The Silent Oblivion lijkt wat moeizaam om gang te komen, totdat er plotsklaps een bruut hakfestijn te horen valt. Dubbele bas, blastbeats en dreigende riffs worden vergezeld door donkere keelreutels en zuivere koorgezangen. De grunts worden haast staccato over de muziek gebulderd. Het is weer eens wat anders. Het is ons nu allang duidelijk dat deze muzikanten wel van aanpakken weten. Prachtig is dan ook de gedeclameerde passage die er haast een musicalachtige tintje aan weet te geven. Nadien blijft het nummer iets te lang na ebben om nog echt interessant te worden. Hier had best wel wat ingekort kunnen worden, want het doet een klein beetje afbreuk aan de totaalbeleving. Witness is een stevig nummer, maar laat meer van hetzelfde horen. Het klinkt op zich niet slecht, maar in vergelijking met de andere nummers, is het allemaal wat aan de anonieme kant.

 
Rise of Terror, Rise of Intolerance weet de variatie in riffs en drumwerk wel veel meer aan de oppervlakte te brengen. Bovendien overheerst de bruutheid weer, terwijl er aan complexiteit niet veel wordt toegegeven. Tegen het einde horen we dat Samuel Girard er ook een schreeuwgrunt weet uit te persen. Het afsluitende To Glorify lijkt met zijn bijna dertien minuten het Magnum Opus te zijn van Cross. Deny. Glorify. Tijdens dit nummer komen nagenoeg alle eerder genoemde elementen aan bod. De slepende aanvang weet de spanning goed op te voeren, tot het moment dat het tempo omhoog gaat en de afwisseling met bas en vocalen machtig doorklinkt. De zuivere zang kan wat ridicuul overkomen, maar is wel passend binnen het thematische concept van deze plaat. Gelukkig breekt het nummer even open om stijlvol af te wisselen met een aardige solo die de aandacht weer weet op te eisen.

Wie goed tussen de regels heeft doorgelezen, weet dat uw redacteur van dienst op een tweetal gedachten hinkt voor wat betreft het eindoordeel. Het is duidelijk dat AthanaTheos het zich niet gemakkelijk heeft gemaakt met dit album. Er is soms teveel over het concept en de muziek nagedacht, wat zich uit in een complex, niet altijd voor de hand liggend album. Aan de andere kant is er echt veel vakmanschap hoorbaar. De nummers hebben wel een duidelijke kop en staart. Toch is dit een album dat alleen in zijn geheel werkt en de volle aandacht opeist van de luisteraar. Daar moet je dan ook maar net zin in hebben, want vijftig minuten is een behoorlijke zit. Conceptueel is het gegeven behoorlijk uitgediept, wat zich laat vertalen in een verhaal op zich. Mocht het onderwer je bijzondere interesse hebben, dan heb je een parel te pakken. Zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit, is het voor mij in ieder geval nu wel welletjes.

Score:

78/100

Label:

Lavadome Productions, 2023

Tracklisting:

1. The Cross
2. You Were Not
3. Credo Quia Absurdum
4. They Are Spreading the Pestilence
5. To Deny
6. The Silent Oblivion
7. Witness
8. Rise of Terror, Rise of Intolerance
9. To Glorify

Line-up:

  • Samuel Girard – Vocalen, gitaren
  • Nils Delhaye-Boloh – Bas
  • Antoine Poisson – Drums (sessie)

Links: