Arkheth – Clarity Came With A Cool Summer’s Breeze

Van het Australische Arkheth had ik nog nooit gehoord. Volgens de beknopte omschrijving van het label speelt de band melodische en symfonische black metal. Maar het was de kleurrijke hoes en de titel die mijn aandacht trokken: Clarity Came With A Cool Summer’s Breeze. Geen verstikkende duisternis maar helderheid, en dan nog wel door een koel zomerbriesje in plaats van helse vuren. En zelfs met respect voor de Engelse grammatica! De avontuurlijke muziekliefhebber in mezelf was te benieuwd om dit te laten liggen.

Het album begint op een manier die helemaal past bij de hoes en titel: de intro gaat van start met rustig getokkel op de akoestische gitaar en… fluitende vogeltjes. Het rustige natuurgebeuren wordt aangevuld met rustig klaterend water op de achtergrond. De melodie gaat wat op de Oosterse toer wanneer een saxofoon komt meespelen. Eerst nogal laag, om, wanneer het getokkel overgaat naar aangeslagen akkoorden, de melodie intenser en hoger te brengen.

Eerste volwaardig nummer Kundalini maakt echter al snel duidelijk dat dit niet zomaar, of eigenlijk helemaal geen, melodische of symfonische black metal is. Het gaat nog van start met een luchtige elektrische gitaar met Alcest-sferen. Samen met de drums vallen de keyboards in waarvan het geluid me zo naar het zwartmetalen Merciless Rage van Liar Of Golgotha katapulteert (van het album Dwell Within The Mysterious Dark, bijna 25 jaar oud!). Geen gekrijs maar ruw gefluister zorgt voor de eerste vocale inbreng en dit op plots een eenvoudig stukje radiovriendelijke poprock. Als brug naar het volgende stuk horen we voor het eerst echte zang. Hoewel die verdienstelijk is – en zeer divers (van fluisteren naar schreeuwen en allerlei tussenvormen, zuivere solozang en harmonieën) – blijkt de zang slechts sporadisch een echte meerwaarde te zijn. De kracht van het album ligt veel meer in de vreemde maar veelal geslaagde combinatie van genres. Na een dikke drie minuten stopt de muziek even en begint een aangenaam progrockriedeltje dat van vorm verandert en opbouwt naar de volgende muzikale invloed met ditmaal een meer dramatische inslag (Moonspell schiet nu door mijn hoofd) voor een twintigtal seconden. Daarna blastbeats troef met een huilende tenorsaxofoon. Waarom na een halve minuut niet wat gothic rock? We zijn intussen zes van de acht minuten ver wanneer de tenorsax weer overneemt en die houdt het vol tot het einde van het nummer, om het nummer op een gewéldige en passionele manier af te sluiten met een solo die voor bergen kippenvel zorgt. Dit had ik werkelijk niet zien komen. 

Het daaropvolgende Psychonautica toont aan dat – voor mij althans – het experiment niet altijd slaagt. Het nummer bestaat uit tegendraadse ritmes en een ongemakkelijke melodie die quasi tot het einde aangehouden worden. Enkel het einde is wat lichter verteerbaar. 

Maar dan gaat Neptune Beaches van start. Progressieve metalakkoorden in combinatie met bigbandmuziek, het was mijn eerste keer. Hier slaagt het experiment voor mij wél. De ‘koperblazeren’ riff is aanstekelijk en wordt afgewisseld met seventies rock die de zang begeleidt. Tussendoor worden we getrakteerd op saxsolo’s onder de opgefokte begeleiding van blastbeats. Een kort maar relatief hevig bruggetje gaat over in een plagerige keyboardmelodie die opbouwt naar een glorieuze tweede entree van de big band.

Patience In The Garden Of Fire heeft niets met metal te maken, maar is rijk geschakeerd qua sfeer. Ik ben niet echt thuis in het progrockgenre maar nu knikken The Flower Kings (met het album Flower Power) goedkeurend mee. De negen en een halve minuut durende afsluiter Where The Ocean Meets The Sky bestaat voor de eerste helft ook uit niet niet-metal. Rustige akoestische gitaar en sax gaan over naar rustige seventies indie rock. Ongeveer halfweg, na een jazzy saxsolo, slaat het nummer helemaal om met een spacey keyboard en onweersgeluiden. We horen zelfs kort een elektronische beat, om dan eindelijk weer ruimte te geven aan gitaar en drums die het nu relatief eenvoudig houden. Gothic geïnspireerde zang en sax wisselen elkaar af om af te sluiten met interessante vocale interacties tijdens de laatste twee minuten.

Best wel een vreemd schijfje dit dus, met zeer genietbare passages en de paddestoelen op de albumhoes kunnen zeker voor de eerste vertering helpen als je muzikaal minder avontuurlijk ingesteld bent. Voor de experimenteel ingestelde luisteraar kan dit echter zeker een feestje worden. Zeker niet voor iedereen dus, maar als je je in een aantal van bovengenoemde genres kan vinden, ontdek je hier ongetwijfeld een interessante en vernieuwende combinatie. 

Score:

81/100

Label:

I, Voidhanger Records, 2022

Tracklisting:

  1. In The Cradle Of The Crescent Moon
  2. Kundalini
  3. Psychonautica
  4. Neptune Beaches
  5. Patience In The Garden Of Fire
  6. Where The Ocean Meets The Sky

Line-up:

  • Tyrone Kostitch – Zang, gitaar, keyboards, drums
  • Glen Wholohan – Altsaxofoon, tenorsaxofoon, basklarinet
  • Tarquin Halls – Contrabas, zang, gitaar
  • Prophanant – Gitaar
  • Hunter McDonald Gerrand Rogers – Strijkersorkestratie

Links: