Alter Bridge – Walk The Sky

De nieuwe Alter Bridge dreigde langzaam onbesproken weg te zakken op de lijst van releases. Toch hebben we het bijna verweesde kind maar even opgevist. Want hoewel het hier weliswaar niet om osmium (zoals de trouwe luisteraars van de Zware Metalen Podcast weten immers het zwaarste metaal) gaat, heeft de band door de jaren heen behoorlijk wat metal aan de emotiegedreven hardrock van het debuut toegevoegd.

Dit Walk The Sky is alweer het zesde studioalbum en we weten inmiddels dan ook wel een beetje wat we kunnen verwachten. Kwaliteitshardrock met een metalen inslag, afwisselend gitaarwerk van een redelijk briljante Mark Tremonti en foutloze zang van Myles Kennedy op een snaarstrakke ritmesectie. Bij mij is de vraag vooraf dan ook vooral of er op de plaat misschien ook uitschieters en verrassingen staan die de band naar een volgend niveau kunnen tillen. Want als we heel eerlijk zijn, zijn het toch vooral de emotionele hoogvliegers van de eerste twee, nou vooruit drie albums, als Blackbird, Watch Over You en In Loving Memory die fans uit volle borst en soms met tranen in de ogen meezingen. Daarbij komt nog dat de band elke paar jaar weer de Heineken Music Hall, nu AFAS Live, aandoet zonder deze te ontgroeien (op het moment van schrijven is het concert in december nog niet uitverkocht). En ook op de festivals, waar men het behoorlijk goed doet, lijkt Alter Bridge de stap naar (sub)headliner maar niet te kunnen maken. En dat alles is toch jammer voor een band met zoveel kwaliteiten.

De band zelf heeft het bij het schrijven van de plaat in ieder geval eens over een andere boeg gegooid en getracht een echte bandplaat te maken. Waar op de vorige albums de ideeën door Tremonti en Kennedy afzonderlijk werden aangedragen en vervolgens met producer Michael “Elvis” Baskette tot songs werden uitgewerkt, is de volledige band nu met de ideeën aan de slag gegaan. Hoewel we dat (nu we het weten) her en der wel denken te kunnen horen, leidt dat echter muzikaal niet tot een grote breuk met het verleden. Sterker nog, de heren bestempelen de plaat als een terugblik op de carrière waarbij elementen van alle vorige releases samenkomen in nieuwe nummers.

Kunnen we nu dan eens een keer naar die nieuwe nummers? Nou, vooruit dan! One Life is een bijna triphopperig kalm intro hetgeen (inderdaad, zij het een beetje) doet denken aan het begin van Slip To The Void dat het derde album AB III zo sfeervol in gang trok. Met de melodieuze maar metalen beginriff van Wouldn’t You Rather scheurt de heer Tremonti deze schijnbare rust met sardonisch genoegen aan stukken. De hoge stem van Myles Kennedy geeft je daarna direct het gevoel van thuiskomen. Mooi is overigens dat die zang voor Tremonti geen reden is om zich te beperken tot ondersteunende akkoorden. Bij voortduring blijft hij variaties op het door hem gespeelde zoeken. Het refrein is, als gekend van de band episch en loepzuiver gezongen.

Het is direct duidelijk: Walk The Sky gaat niet uit de toon vallen bij de voorgaande vijf goede en soms zelfs sublieme voorgangers. En toch heb ik het lef een kanttekening te plaatsen. Ik heb de plaat nu over boxen en met twee verschillende koptelefoons beluisterd en elke keer vraag ik me af of de band zelf tevreden is over het drumgeluid. Waarom de drums zo hard (en droog) zijn ingemixt dat zij met regelmaat het geluid doen vollopen, is mij in ieder geval niet duidelijk.

Zo, genoeg gezeurd! We richten ons weer op het positieve. Het door moderne toetsen gedragen Godspeed is een van de opvallender nummers op de plaat. De toetsen en luchtigheid van de muziek contrasteren fel met de thematiek van de tekst. Niet voor het eerst in zijn geschiedenis brengt de band een relaas over afscheid en dankbaarheid voor wat geweest is. De melodieën van het refrein daarbij hebben de kwaliteit zich in je hoofd te nestelen en daar dagenlang te blijven. Meest indrukwekkend is echter het contemplatief gezongen “And then the days they ran out” waarmee de song eindigt. Het wijst ons nog maar eens mooi op de vergankelijkheid van alles (inclusief onszelf).

Opvolger Native Son is dan weer een pittige metalkraker met vrij complex en snel riffwerk (helaas weer dichtgeslagen door de drummer, maar daar zouden we het niet meer over hebben). Nee dan Take The Crown! We krijgen vingervlugge leads over een tapijt van strijkers die men bewaart lijkt te hebben van de laatste liveplaat, heerlijke samenzang tussen Kennedy en Tremonti en een tekst die je het gevoel geeft de wereld aan te kunnen. Het is een echte hymne die niet misstaan zou als oppepper in een willekeurig sportkleedkamer, ware het niet dat daar heden ten dage toch vooral andere muzieksoorten te vinden zijn. Toch denken wij dat een niet nader te noemen toptennisser die wij jaren geleden tegenkwamen bij een concert van de band in Paradiso deze misschien best eens op haar iPod zou kunnen knallen. Dergelijke onverzettelijkheid laat immers geen ruimte voor twijfel. Overigens is ook hier weer het gitaarwerk sterk: een vingervlugge metalsolo loopt uit in bluesy twinwerk.

Ook Indoctrination is een (en misschien wel de) klapper. Het nummer begint vrij funky met een lome beat en kort aangeslagen riffjes. Daarnaast horen we oosterse motiefjes terwijl de zang loom en vervormd klinkt. Het refrein is één van de meest pakkende die Alter Bridge ooit bracht en zet zich lekker af tegen het wat norse gitaarwerk op de song. The Bitter End is misschien iets minder pakkend maar heeft lekkere Zeppeliniaanse oosterse riffs. De commanderende zang van Kennedy maakt het nummer af.

In Pay No Mind horen we ineens elektronische motiefjes als zou Rammstein aan het werk zijn. Deze zitten echter zodanig ver weg in het geluid dat het geen afbreuk doet aan het eigen geluid van de band. Net als bij Godspeed wordt hier zware materie gebracht op luchthartige muziek. Het is niet helemaal duidelijk wie Kennedy hier ter verantwoording roept (iedereen? de jeugd? Trump?) maar dat het geen kwaad kan om op te komen voor waar je in gelooft, wordt meer dan duidelijk. Waar de band in het verleden wel eens het verwijt kreeg niet het achterste van de tong te laten zien (“te Amerikaans”) is die tijd toch wel voorbij.

Ander hoogtepunt is Forever Falling dat begint met een akoestisch Here Comes The Sun motiefje dat door de razendsnelle vingers van Tremonti steeds verder wordt omgebouwd. Het nummer wordt overigens grotendeels door dezelfde Tremonti gezongen en dat levert een iets doorleefder geluid op. Afwisseling troef op deze track, want kort na het refrein horen we zowaar een thrash(y) riff terwijl de break een fraai Alice In Chains-sfeer kent.

Ook afsluiter Dying Light is niet mis te verstaan. Een bijna atonale riff wordt in het gareel getrokken door de onberispelijke stem van Kennedy, die al zijn pathos mag brengen de lang aangehouden lettergrepen van het refrein. Met het gevoelvol gezongen “In the dying light we can begin to live again. When we wake up to eternal life” lijkt hier de gospel van Alter Bridge beleden te worden maar wel in een mooi niet belerend muzikaal jasje. Het is namelijk op dit nummer dat we de meest betoverende gitaarpartijen van de plaat tegenkomen.

De kwaliteit van Walk The Sky is dan ook boven alle twijfel verheven (alleen Tear Us Apart vinden we een beetje een “zeiknummer”, sorry). Fans van de band zullen dan ook maar wat blij zijn met weer een goede plaat van hun band. Of Alter Bridge met de plaat een volgende stap omhoog zal doen? Ik vrees van niet. Maar misschien is de band daar ook helemaal niet op uit. Als het doel simpelweg is om kwaliteitsvolle harde rock te maken, dan is de band opnieuw glansrijk geslaagd.

Score:

83/100

Label:

Napalm Records, 2019

Tracklisting:

  1. One Life
  2. Wouldn’t You Rather
  3. In The Deep
  4. Godspeed
  5. Native Son
  6. Take The Crown
  7. Indoctrination
  8. The Bitter End
  9. Pay No Mind
  10. Forever Falling
  11. Clear Horizon
  12. Walking On The Sky
  13. Tear Us Apart
  14. Dying Light

Line-up:

  • Myles Kennedy – Vocalen, gitaar
  • Mark Tremonti – Gitaar, vocalen
  • Brian Marshall – Basgitaar
  • Scott Philips – Drums

Links: