Aeon Zen – Transversal

Hoewel het eerste deel van de bandnaam anders doet vermoeden komt ook aan Aeon Zen een einde en het is aan dit Transversal om de band ten grave te dragen. Dat doet de plaat met de klasse en waardigheid die je bij een dergelijk afscheid eigenlijk altijd hoopt te ontmoeten. Hier is geen sprake van een achteloos legen van het demodressoir, maar veeleer van een liefdevolle laatste omarming waarin nog eenmaal het geleden leven wordt gevierd en gevoeld.

Dat leven begon in 2008 in een ongetwijfeld mistig en troosteloos Londen. Nog geen jaar later had de band het debuut al in de platenzaken. Minder dan twee jaar later was opvolger The Face of the Unknown reeds ingeblikt. Die plaat bracht de heren de positie van voorprogramma van The Devin Townsend Project. Je kunt als band minder uit de startblokken schieten, ook al omdat de door Aeon Zen gebrachte combinatie van kracht, melodie en techniek behoorlijk wat – voor de Canadees gekomen – hoofdjes deed mee knikken. Een progmetalen huishoudnaam is Aeon Zen echter nooit geworden en dat steekt toch een beetje.

Transversal maakt dat steken er echt niet minder op. Het album progt er bij wijlen stevig op los. Dan duwt het vlug stromende gitaarwerk soms de naam van Dream Theater de frontale kwab in. Meer nog echter is het een muzikaal verhaal dat zich begeeft in universums waar je op een goede dag Arjen Lucassen tegen het lijf zou kunnen lopen. Het gevoel van een alomvattend epos wordt nog versterkt doordat de nummers steeds naadloos in elkaar overlopen. Transversal is dan ook geschreven als één song maar opgedeeld in hoofdstukken. Het maakt dat je – mits ontvankelijk voor dit soort romantiek en grote thema’s als het volgen van je dromen en het veranderen van de wereld – bij beluistering zo maar eens dertig minuten van de wereld kunt zijn.

Het eerste hoofdstuk (I: Twilight) begint met een rustgevende tokkel die het invallen van de rust van de nacht aankondigt. Een bijna fluisterend “Lend me your eyes and you will see what happened to the world” zal voor menigeen nog net iets te veel pathos op een lege maag zijn, zeker in combinatie met de lang aangehouden lettergrepen, maar houd vol. Een soulvolle, maar toch licht bijtende gitaarsolo trekt het verhaal namelijk echt in gang. De stevige laag synthesizers die ingezet wordt, duwt het gevoel van de vertelling daarbij wat in de richting van Lonely Robot (ja, want ik heb natuurlijk nog niet genoeg namen genoemd!).

II: A New Day opent wat steviger, zoals de dag dat wel vaker pleegt te doen. Een zware Zeppelin-riff en lekker puntig baswerk leggen de basis voor een meeslepende gitaarsolo vol Floydiaanse weemoed. Er zit daar op het eiland kennelijk toch iets bijzonders in het (regen)water. Rijk georkestreerd bloeit de nieuwe dag open, waarbij het gitaarwerk al een stuk sprekender is dan het gesproken woord van de eerste track (maar goed, in een boek is de inleiding vaak ook meest niet het meest spannende hoofdstuk).

Vanaf nu gaat het crescendo, want III: Chase The Sunrise trekt de opgaande lijn moeiteloos door. De registers worden nog verder open getrokken. Vadim Pruzanov (Dragonforce) legt een keyboardsolo neer en er worden grootse gedubbelde zanglijnen ingezet die doen denken aan de manier waarop Ayreon zijn verhalen vertelt. Hetzelfde geldt voor het licht magistrale IV: 10.000 Eyes waarin het niet al te veel fantasie kost om de tweede stem te vervangen door die van Anneke van Giersbergen. Daarmee is het natuurlijk wel bijzonder dat de band niet een groter publiek heeft gevonden. Dat voelt men misschien zelf ook wel want hoorden we in de openingstrack niet al “twelve years of life, just a drop in the ocean”. Ik weet, de band bestaat nu dertien jaar, ik ga er stiekem vanuit dat de song al vorig jaar is geschreven of dat men bij het debuut is gaan tellen.

Langzamerhand wordt het geheel nog wat harder door de zwaarder aangezette gitaarakkoorden en een korrel op de stembanden. Heel in de verte horen we zelfs een lichte scream/grunt. In die lijn volgt ook het beste hoofdstuk van de plaat, VII: Purgatory Rechristened, waar we zelfs een soort deathmetalbreak horen. Geopend wordt echter met een wedstrijdje snel spelen tussen klavecimbel – naar ik vermoed uit een doosje – en gitaar (einduitslag: onbeslist). Het is even wennen, maar ook los van dit opvallende begin staat de song als een huis. Vooral het refrein is ijzersterk en pakkend op een manier die je tegenwoordig zelfs in de popmuziek nog zelden tegen komt (oké boomer, zo is het wel genoeg!). Waar het zevende hoofdstuk een oefening in vingervlugheid is, is de slottrack zwaarder, zij het opnieuw overlegd met een dikke laag toetsen. Het gitaarwerk gaat van Engelse soulblues over Friedman door naar Dream Theater. Het emotioneel uitgeschreeuwde “It still lasts forever!” is een prachtige, bitterzoete manier om een einde te maken aan de band.

Transverse is een zeer rijke plaat, vol aanstekelijke melodieën, prachtige gitaarlijnen en de nodige pathos. Als je een band dan toch opdoekt, dan kun je het maar beter doen als Aeon Zen, met een werkje voor de eeuwigheid.

Score:

83/100

Label:

Layered Reality Productions, 2021

Tracklisting:

  1. I: Twilight
  2. II: A New Day
  3. III: Chase The Sunrise
  4. IV: 10.000 Eyes
  5. V: Force of Fire
  6. VI: Lines Redrawn
  7. VII: Purgatory Rechristened
  8. VIII: Twilight Reprise
  9. IX: It Ends As It Began
  10. X: Forever

Line-up:

  • Rich Gray – Basgitaar, gitaar, keyboards, zang
  • Andi Kravljaca – Vocalen
  • Alistair Bell – Gitaar
  • Steve Burton – Drums

Links: