Zaterdag 7 mei 2005
De laatste dag opende het Poolse Perverse. Deze dag moest iedereen ‘s middags nog even flink wakker geschud worden en dat deed de band ook! De mensen van het geluid moesten blijkbaar ook even wakker worden, want er was een hoop gedoe rond het geluid. Dit zorgde er jammer genoeg wel voor dat de band een niet al te grote indruk achterliet. De Poolse deathmetalband staat bekend om het indrukwekkende drumwerk, hier heb ik niets van meegekregen, of dit door het geluid kwam weet ik niet. Perverse sloot af met een Cannibal Corpse-cover, afkomstig van het album Vile, de titel is helaas niet in mijn geheugen gebleven.
Hierna was de beurt aan Anata, de Zweedse band die in 2004 Under A Stone With No Inscription uitbracht waarover ikzelf vrij enthousiast ben. Het respect wat ik voor de heren had opgebouwd is enigszins afgenomen door de arrogante houding van zanger/gitarist Fredrik Schälin, hij trok namelijk erg rare smoelen, die geen leuke respons van het publiek gaven. Ik was niet de enige die dit op deze manier opvatte, want ik heb meerdere mensen gesproken hierover; anderen wisten het zelfs ‘zelfverheerlijkend’ te noemen. Ondanks deze tegenvaller heeft Anata het goed gedaan. Mede door de uitblinkende stijl op deze zaterdag: zeer technische deathmetal, had de band moeite om het publiek mee te krijgen. Dit gebeurde pas tijdens de laatste paar nummers.
Disparaged uit Zwitserland wist mij te overtuigen door overmeesterende drumpraktijken. Het waaide erg hard in het oosten van Duitsland, maar nooit zo hard als de blazerijen van drummer Heinz, ik kon me met moeite staande houden en nee, dat kwam niet door een bepaalde stof in drank. Het samenspel van de bandleden wist ook veel melodie te brengen, binnen de ziekelijke bedoelingen van de nummers. Dat paste mooi in het gelijksoortige deathblok van de eerste vier bands van deze dag.
Het ‘deathblok’ bevatte als vierde band Yyrkoon, deze Fransmannen zijn bekend door de release van meesterwerk Occult Medicine (2004). Blij dat ik was dat ze hier genoeg nummers van speelden! Een nadeel voor de band is dat de de laatste waren van het blok, want mensen die al de hele middag stonden te kijken leken even behoefte te hebben aan een ander metalgenre of een ware uitschieter.
Duits black-thrash gezelschap Desaster kwam dan ook als geroepen. Even de nodige afwisseling, zodat men vervolgens weer lekker verder kon ‘deathmetallen’. Na tweeëneenhalve dag bijna alleen maar deathmetal staat het eventjes vreemd wanneer er een bassist met corpsepaint op het podium verschijnt. Na tien minuten spelen genoot het publiek ervan om zich een half uurtje te kunnen bewegen op de thrashy-blackgeluiden. Technisch zat het geheel niet lekker in elkaar. Ondanks het niet al te korte verleden van de band leek Desaster te twijfelen over hoeveel blackmetalstukken er in een nummer geplaatst moesten worden. Sommige blackgetinte gitaarpassages hoorden niet thuis op plekken binnen de nummers.
De omschrijving in het programma begon met “Yeah”. En eigenlijk zegt dat al genoeg! Hatesphere was voor mij één van de toppers van het hele festival. Wat een fantastische podiumpresentatie! Zanger Jacob Bredahl wist het publiek werkelijk naar zijn hand te zetten! Ook de andere bandleden speelden razend enthousiast. Het publiek beloonde deze band dan ook ruim voldoende voor deze vorm van overdracht! Waar men helemaal los ging was tijdens het nummer Hate. Heerlijke death-thrash lier Hatesphere horen tijdens dit optreden! We konden er met z’n allen maar niet genoeg van krijgen.
De pauze met verwante deathmetal genres was duidelijk voorbij toen Avulsed begon te spelen. Brutal deathmetal van een nette classering tussen de middenmoot en het hogere niveau. De Spanjaarden kwamen net terug van een tour door Australië en Japan, dit was te merken, want de routine zat er op een positieve manier goed in! Achteraf laat de band een middelmatige indruk achter, omdat ze weggewalst werden door het enthousiasme van het Zweedse Disfear. De sympathieke Zweden stonden zo ongelooflijk fanatiek te spelen, het zou het inhoudelijke gedeelte bijna doen vervagen. Disfear was de enige hardcore-punk band op FTC. Maar de band werd warm ontvangen door de deathmetalfans. Zou het de afwisseling zijn? De rauwe schreeuw van de zanger zorgde wellicht voor een toereikende deathmetal invloed. Knallers die mij zijn bijgebleven zijn Left To Die en A 1000 Reasons.
Blood Red Throne speelde lekkere deathmetal, in tegenstelling tot mijn verwachtingen. Het leek erop alsof ze daar zelf ook verbaasd over waren, want na 40 minuten prima te hebben gespeeld verdwenen de Noorse heren van het podium. Waren ze moe? Hadden ze de angst om verder te spelen omdat het anders saai zou worden? Het is mij een raadsel!
Impaled Nazarene was een verrassing voor mij op dit dagdeel en tussen alle deathmetalbands zo hoog op de rang que speelmoment. De band zal dit ongetwijfeld verdiend hebben aan de opgebouwde status: de band draait mee in het wereldje sinds begin jaren ’90 en heeft maarliefst acht full-lenth albums op naam. Ik betwijfel of dit de juiste plek was voor Impaled Nazarene. Ik heb wel ongelooflijk veel waardering kunnen kweken voor de veelzijdigheid van deze band, want er waren duidelijk invloeden te ondekken uit een hoop genres: death, black en hardcore-punk. Het publiek was moe en stond vermoedelijk energie te sparen voor het langverwachte Suffocation. Deze legendarische band die extreem veel waardering krijgt van deathmetalfans een ware bron van inspiratie is voor vele nieuwere bands, zal het ook nooit verleren. Zanger Frank Mullen was in topvorm en dat hebben we geweten! Ik kan hier eigenlijk heel kort over zijn: Suffocation speelde perfect, foutloos, hartstikke strak en heeft de juiste nummers uitgekozen om een uurtje mee vol te maken!
Dissection heb ik helaas niet kunnen bekijken. De band zou rond 02:00uur gaan spelen, ik moest mijn tent opzoeken om om 05:00uur te kunnen beginnen aan de terugreis.
Al met al: het was een zeer geslaagd festival! Alle deathmetal liefhebbers moeten spijt hebben dat ze niet zijn gegaan. Ik heb in ieder geval voor mezelf besloten dat ik dit festival niet meer zal overslaan. Het was erg jammer dat het weer tegen zat; het was erg koud en er vielen regelmatig regenbuien, maar met de juiste voorbereidingen was het prima vol te houden! De algehele sfeer was heel gemoedelijk: iedereen was er voor iedereen. De bands, de organisatie, de pers en het publiek mengden zich heel gezellig door elkaar heen, waardoor ik een hoop sympathie heb gekregen voor de houding van bands en het publiek.
Het festival draagt na 8 versies nog steeds de naam Fuck The Commerce, wat ook letterlijk (ondanks enkele veranderingen in de werkwijze van de organisatie dit jaar) te merken was. De bands werden niet verwend, zij stonden samen met de pers op een andere camping, achter het podium, die slechts gescheiden was door een bouwhek met een zeil er overheen. Ondanks deze alternatieve manier van een backstage-plaats bleven vele bands het publiek bedanken voor het feit dat men door weer en wind kwam kijken. De bands namen het voor lief.
Evenals de bezoekers, die weinig keuze hadden uit eten, het was voor drie dagen maar net vol te houden qua variatie. Het lauwe water in de douche was na 2 dagen op, ook dat vereist een hoop tolerantie. Deze factoren mochten voor mij de pret niet drukken. Want welk ander festival is zo goed betaalbaar en biedt zo veel interessante bands?
Ook het plaatsje Luckau/ Uckro is slecht bereikbaar, maar wanneer je reis goed voorbereidt kom je er gemakkelijk! Vanaf het dichtstbijzijnde station brengt een chauffeur je voor een paar euro naar het festivalterrein: een oude Russische vliegbasis, zo’n 25 kilometer daar vandaan. Deze vliegbasis bevindt zich in niemandsland, waardoor het verstandig is om van tevoren je geld te pinnen en je boodschappen mee te nemen. Dat het festivalterrein nogal afgelegen is maakt het festival een hele aparte ervaring, zo vijf dagen in deathmetal-land.