Helloween – Giants & Monsters

Ah, daar zijn de speedmetal-/happymetalhelden van Helloween weer! Het is alweer vier jaar geleden dat de band zijn vorige album uitbracht, eenvoudig getiteld Helloween. Dat was ook het eerste studioalbum waarop alle zangers die de groep in zijn bestaan heeft gekend samen de vocalen deelden. Dat creëerde natuurlijk de nodige verwachtingen. Deze verwachtingen werden mijns inziens deels waargemaakt. De plaat was goed, maar voelde soms ook nog wat onwennig. De songs verschilden net te veel in kwaliteit en geluid om als een samenhangend geheel te klinken. Niet heel gek bij zo’n nieuw concept natuurlijk, zeker niet als we in aanmerking nemen dat de band in deze uitgebreide samenstelling maar liefst vijf songschrijvers in de gelederen heeft. Eens kijken of die elkaar bij plaat twee in deze bezetting al wat meer weten te vinden.

Het antwoord op die vraag kan kort zijn (net als het onderwerp van A Little Is A Little Too Much stellen we niet uit): ja! Het totaalgeluid komt meer consistent over en het album laat zich meer als een eenheid beluisteren. Dat neemt niet weg dat nog steeds vrij aardig te horen is wie van de bandleden welke song heeft geschreven. De componisten houden vast aan hun eigen stijl en dat zorgt ervoor dat de luisteraar toch steeds zijn eigen favorieten zal hebben.

Die van mij zijn steevast de tracks waarin de band het meest aanhaakt bij de eerste drie albums (ja, dat zal zeker ook met de leeftijd te maken hebben). Komt u maar naar voren, overtuigende en heerlijk afwisselende opener Giants On The Run, Savior Of The World met uw lekker hoge draftempo en overtuigende Kiske-uithalen, We Can Be Gods met uw ietwat ouderwetse gitaargeluid (her en der effectief ondersteund door een laag toetsen) en grootse refrein en Universe (Gravity For Hearts) dat in couplettempo diep de jaren ’80 van de vorige eeuw induikt. Deze songs doen beelden opkomen van de tienerslaapkamer met Keeper Of The Seven Keys-vlag.   

Mede door de evenwichtige productie en mix (die laatste gedaan in de Wisseloord Studio’s in Hilversum) komen de meeste andere tracks echter ook meer dan sterk voor de dag. Laten we eerst dat “meeste” maar eens duiden. Toen This Is Tokyo als single vooruitgeschoven werd, deed dat her en der toch wat wenkbrauwen een paar centimeter omhoog gaan. Het massaal (te vaak) herhaalde refrein duwde de song bijna de hair metal (en dus eigenlijk hard rock) in. Bij nadere beluistering horen we echter ook wat Queensrÿche ten tijde van Empire (bezongen die trouwens bij tijd en wijle niet ook een stad?) en dat is natuurlijk wel weer leuk, net als het vlammende gitaarwerk. Toch blijft vooral hangen dat het allemaal net te eenvoudig en herhalend is. De veelvuldige herhaling van refreinen had ook elders op de plaat (oorwurm en geloofsbelijdenis Hand Of God) wel iets minder gemogen.

Deze kritische kanttekening kan overigens verder snel terzijde worden geschoven, want doorheen het album is het gitaarwerk vaak om de snel spelende vingers bij af te likken. De drie gitaristen zitten elkaar – opgejaagd door uitstekende drummer Dani Löble – stevig achter de broek met afwisselende soli: rap en melodieus… en met karakter, want de drie gitaristen lijken steeds goed te onderscheiden. Voor een voorbeeldje check je het eerder genoemde meeslepende en afwisselende verhaal Universe (Gravity For Hearts), waarin rond de helft ook wat modernere riffs te horen zijn, gevolgd door een meer klassiek (koor)deel met barok snarenwerk. Hier hoor je trouwens meteen dat Kiske nog geen greintje van de power in zijn glasheldere vocalen is verloren.

Over vocalen gesproken. In de door Kai Hansen gepende nummers We Can Be Gods en Majestic zijn alle drie de vocalisten samen te horen. Juist doordat hun stemmen elk een eigen karakter hebben werkt dit prima. Dat roept dan weer de vraag op waarom de band ervoor kiest dit niet vaker in te zetten, maar mogelijk heeft dat met de live-situatie van doen. Wat daar ook van zij, Majestic moeten we nog wel even een eigen plek geven in deze recensie. De acht minuten durende afsluiter (nog steeds niet zo lang als de track Halloween natuurlijk, die in oude radiotijden bij de Vuurwerk 50 gewoon een kwart van een uur voor zijn rekening nam) begint – misschien atypisch voor Hansen – rustig met gesproken woord. Aan de hand genomen door opnieuw overtuigende, huizenhoge vocalen van Kiske voeren de drums het tempo langzaam op, terwijl korte toetsenthema’s de aanzet vormen voor nog kortere gitaarleads. Een modern, symfonisch middenstuk is dan de aanloop naar maar weer eens wat duizelingwekkende gitaarsolo’s. Wanneer die storm is gaan liggen, verwijst Hansen met zijn meer krakende stem naar de sleutel van het leven die hij verloren is, naar tijden van weleer. Mooi gedaan! Na dit moment van overdenking gaat het gas er nog eens echt op. Ja, Helloween klinkt voor mij toch het best als men er helemaal voor gaat: in tempo, in afwisseling, in epiek, in de vocalen en in het gitaarwerk.

Dat gebeurt vaak genoeg op Giants & Monsters en daarmee is het een sterk album. En door af en toe gas terug te nemen op diverse fronten zal de band de fans uit alle “era’s” wel aan boord houden. Slim gedaan dus en een paar punten erbij ten opzichte van de vorige. Dat wordt een mooi verjaardagsfeestje volgend jaar daar op Dynamo Metalfest!

Score:

85/100

Label:

Reigning Phoenix Music, 2025

Tracklisting:

  1. Giants On The Run
  2. Savior Of The World
  3. A Little Is A Little Too Much
  4. We Can Be Gods
  5. Into The Sun
  6. This Is Tokyo
  7. Universe (Gravity For Hearts)
  8. Hand Of God
  9. Under The Moonlight
  10. Majestic

Line-up:

  • Michael Kiske – Vocalen
  • Andi Deris – Vocalen
  • Kai Hansen – Gitaar, vocalen
  • Michael Weikath – Gitaar
  • Sacha Gerstner – Gitaar
  • Markus Grosskopf – Basgitaar
  • Dani Löble – Drums

Links: