Saxon – Hell, Fire And Damnation

Saxon bracht al in januari 2024 Hell, Fire and Damnation uit. Het 24ste album van de band, had echter nog geen recensie op Zware Metalen. Dat kan natuurlijk niet. Over de titel het volgende. De band ontstond ooit in de omgeving van Yorkshire waar volgens bandicoon Biff Byford de uitdrukking Hell, Fire and Damnation dagelijkse kost was. Als in: “Hell, Fire and Damnation nog aan toe, alweer een album van de onvermoeibare metaalhoofden van Saxon!”. Een leukigheidje, maar misschien niet de beste albumtitel ooit. Originele gitarist Paul Quinn deed op deze niet vol meer mee. Hij speelt tegenwoordig blues. Al die heavy metal werd hem mogelijk teveel voor zijn leeftijd, maar daar is bij Byford nog geen sprake van.

Ooit stonden de mannen mee aan de wieg van de zo genoemde New wave of British heavy metal-scene. Een stroming die zeker in de jaren ’80 werd getypeerd door grote aantallen uitermate talentloze Britse bands zonder centen die het vooral van hun charme en de nadruk op escapisme moesten hebben. De meeste bands gingen kopje onder. Hoe anders was dat voor Saxon. Een band die naar mijn mening symbool staat is voor de charme van de stroming. De band behaalde bescheiden mainstream succes en trekt nog altijd volle zalen. Wat het geheim van Saxon is? Ik denk dat het toch de combinatie is van begrijpelijke songstructuren, een solide zanger en vooral het vermogen om pakkende melodieën te bedenken.

Op Hell, Fire and Damnation hoor je dus de 24ste interpretatie van het eigen werk. Want zo kan je Saxon herkennen: het is geen band die van gebaande paden treedt of waar briljant muzikantschap de voorgrond heeft. NWOBHM gaat om charme, om sfeer, en juist daarin is Saxon heer en meester. De productie is gedaan door Andy Sneap die een aantal klassiekers op zijn naam heeft staan. Ik moet zeggen dat hij zichzelf heeft overtroffen met een rauw, gebalanceerd en natuurlijk metalgeluid. Het sluit perfect aan bij de no-nonsense stijl van Saxon. Ik pik er even een paar tracks uit die mij zijn bijgebleven:

Een eerste hoogtepunt is de titeltrack. Een wat tragere song met een opvallend zware riff. Na het eerste couplet gooit de band er een zogenaamd vals refrein in. Het lijkt even of de track al gelijk gaat ontknopen, maar eerst volgt nogmaals een couplet waardoor de spanning opbouwt. Dan volgt een brug die door de tragere gitaarnoten het dragende refrein aankondigt. Saxon kan het nog steeds!

Bij There’s Something in Roswell hoor je meteen wat Saxon goed kan: de luisteraar plagen en uitdagen met gelijk een hele dreigende riff. Het aanzwellende gitaareffect versterkt de dreiging. Elk akkoord is vervolgens raak. De drummer speelt een opvallende funky groove die doet denken aan Judas Priest’s You’ve Got Another Thing Comin’. De zware ride aanslagen in het refrein ondersteunen het omineuze ‘There’s something in Roswell!’. Nigel Glockler zijn armen worden met de jaren zwaarder, waardoor de snelheid en precisie er wat uit gaat, maar je krijgt er meer swing voor terug.

Op Super Charger mag Paul Quinn nog even meedoen. Niet vreemd, want je voelt de hints naar Princess of the Night. Die legendarische track ging over stoomlocomotieven met een melancholische twist. Super Charger neemt een zijpad van vergeten aandrijvingen en bezingt de kracht van de ouderwetse supercharger-compressoren. Dit is NWOBHM in optima forma. Saxon bezingt nobele noeste arbeid van de rug krommen en de mijnlucht proeven. De drums tillen met een stellende backbeat de propellor op naar standje voorwaarts rollen. De gitaren blijven de ontknoping meanderend uitstellen tot het refrein, waardoor dat er lekker op klapt.

Het zwakke punt van de plaat is ook het sterke punt. Waar de herhaling bij There’s Something in Rosswell juist catchy is, werkt dat elders niet. Bij Pirates of the Airwaves en 1066 wordt tot in den treure de titel gezongen. Ik snap dat je publiek ook een jaartje ouder en vergeetachtiger wordt, maar iets meer inspiratie had daar wel gemogen. Vooral de laatste halve minuut van Pirates of the Airwaves mist het punt. Tekstueel kijk ik soms met een vraagteken boven mijn hoofd naar Saxon. Kubla Khan And The Merchant of Venice zal vast een interessant onderwerp zijn, maar het voelt niche en misplaatst. De wijze waarop ‘The Merchant of Venice‘ wordt gezongen klinkt bovendien nogal jolig.

Concluderend een prima werk van de mannen van Saxon. De aanhang zal blij zijn met dit werk. Hell, Fire And Damnation heeft een natuurlijk geluid en heeft daardoor meer charme dan bijvoorbeeld Thunderbolt. Ik tel zo uit mijn hoofd een track of vier die ik nog wel eens aanzet en dat zegt wat. Saxon slaagt erin om consistent te blijven ondanks dat de heren al redelijk op leeftijd geraken. Een volwassen album met pakkende melodieën en nostalgische momenten dat ook in 2024 nog relevant klinkt.

Score:

80/100

Label:

Silver Lining Music, 2024

Tracklisting:

  1. The Prophecy
  2. Hell, Fire And Damnation
  3. Madame Guillotine
  4. Fire And Steel
  5. There’s Something In Roswell
  6. Kubla Khan And The Merchant Of Venice
  7. Pirates Of The Airwaves
  8. 1066
  9. Witches Of Salem
  10. Super Charger

Line-up:

  • Biff Byford – Vocalen
  • Doug Scarratt – Gitaar
  • Brian Tatler – Gitaar
  • Nibbs Carter – Basgitaar
  • Nigel Glockler – Drums
  • Paul Quinn – Additionele gitaar

Links: