Het einde van het feestje is in zicht. Na drie dagen strijden worden we vandaag beloond met een zomerse 24 graden Celsius en een overspoeling aan zon. Daarenboven zijn de bands op de affiche lekker aangepast aan de omstandigheden met een heleboel rock op de mainstages, waaronder Deep Purple, Black Stone Cherry en Rival Sons. Er staan ook een paar gewaagde boekingen op het programma met Karnivool en Igorrr. Ook de blackmetalkeizer Ihsahn mag niet op onze afvinklijst ontbreken. Vandaag zijn Ruben, MichielJ en Lara Van Sundert weer van de partij. Foto’s komen van het persteam van Graspop.
Zulu 12:40 – 13:20 (Jupiler Stage, MichielJ)
Openen doen we vandaag met de hardcoreset van Zulu uit Los Angeles op de Jupiler Stage. De hardcore van deze heren is doorspekt met jazz, soul, funk, maar vooral een hardcoretoon met serieuze uppercut. De band krijgt een half uur, maar met een gemiddelde songlengte van rond de twee minuten kan daar wel veel geks mee gedaan worden. De heren komen als underdogs heel blasé het podium opgewandeld. Na vijf minuten zijn er al drie nummers gepasseerd en de fragmenten – in werkelijkheid meestal tien seconden – tussenin staan in schril contrast met de potige hardcore van het vijftal. We horen referenties naar hiphop, soul en jazz. De gitaren van de band klinken zeer dik, maar de riffs zijn soms van het verwarrende kaliber. Het heeft wel wat, een band die het tempo erin houdt. Het vroege publiek is alvast meteen mee en er staat de hele set lang een pit naarstig mee te moshen.
Sanguisugabogg 13:20 – 14:05 (Marquee, Ruben)
Het is zondag, dus ik slaap uit vandaag. Voor zover dat kan natuurlijk, want na drie dagen onder een wolkendek, word je vandaag je tent uitgebrand. Met niet veel beters te doen sjouw ik het terrein maar weer op om te kijken wat er speelt. En dat blijkt het Canadese Sanguisugabogg te zijn. In februari heb ik ze ook al zien spelen op Drachten Deathfest en daar waren ze een van de betere bands die dag. Mijn voeten schreeuwen na drie dagen om steunzolen, maar daar wil de scheel kijkende frontman niks van weten. De hele Marquee splijt in tweeën voor een gigantische wall of death en de daggasten hebben de energie om een halve marathon te rennen in een mega circlepit. Ik heb me laten vertellen dat dit genre splattercore heet; grindcore maar dan nog gewelddadiger zeg maar. Voor de leek zal het als boos geblaf klinken, maar door de ritmische instrumentalen ga je bijna automatisch huppelen. Mijn benen functioneren niet meer zo goed, maar de rest van het publiek ondervindt het aan den lijve.
Better Lovers 14:00 – 14:45 (Jupiler Stage, MichielJ)
Better Lovers uit Los Angeles is een nieuwe formatie van Greg Puciato (ex-Dillinger Escape Plan) en Jordan Buckley (ex-Every Time I die). De band klinkt exact zoals je zou denken. Combineer chaotische en catchy riffs van de ene met de evenzeer chaotische maar catchy zang van de andere en je hebt een succesrecept. Toch is Greg vandaag niet fantastisch bij stem, hij klinkt wat schel en in zijn cleans zit er bijna zorgwekkend veel rasp. Ook de zang steekt enorm boven de mix uit dus het valt wel op. De gitaarriffs zijn lekker puntig, maar iets echt memorabels komt pas tegen het einde met 30 Under 13. Een middelmatige show vandaag.
Atreyu 14:00 – 14:50 (North Stage, Lara)
‘Metal in the front, Hello Kitty in the back’. Dat geldt niet alleen voor het battle vest van zanger Brandon Saller, maar ook voor de rest van de metalcoreband Atreyu. Een verjaardagsboodschap van de zanger aan diens zesjarige dochter, crowdsurfende festivalgangers in dinopak en de gitarist die met een ‘piggyback’ het podium af wordt gedragen; de band weet met alles wat ze doen vandaag een glimlach op ons gezicht te toveren. Muzikaal is de band ook ijzersterk; er wordt naadloos gewisseld tussen de melodieuze zang van Saller en de screams van gitarist Daniel Jacobs, die voor de gelegenheid ook een fantastisch shirt heeft aangetrokken: een shirt met daarop ‘Hot corgis in your area, borkborkborkbork’. Ook de rest van de band speelt een foutloze set, zo moeiteloos dat de bassist tijdens de nummers zelfs een paar donuts weet te verorberen en ze ook nog regelmatig de microfoon weten te delen met frontman Saller voor een spontaan duet. Voeg hier dan nog sushigitaren en gouden schoenen aan toe, en werkelijk alles wat ze vandaag doen lijkt verder bij te dragen aan de knuffelbaarheid van deze band.
Het publiek, na drie festivaldagen nog vol energie, bouwt samen met de band een dik feestje. Zij belonen het fantastische optreden met onder andere een enorme circlepit, waarin Saller de kans grijpt om temidden van de chaos het nummer verder af te maken. Enthousiast pompende vuisten, veel crowdsurfers en uiteindelijk de knaller van de set: Battle Drums, waarvoor de frontman oproept tot een nog gekkere, chaotischere circlepit dan ooit tevoren. En daar wordt maar wat graag gehoor aan gegeven. Wat een feestje.
Dream State 14:50 – 15:35 (Metal Dome, Ruben)
Op dag vier heb je de randactiviteiten van een festival wel gezien, dus als je een uurtje zonder plan hebt, is dat een uitgelezen kans om je te laten verrassen door een band waar je nog nooit van gehoord hebt. Deze keer kwam dat zo uit voor Dream State uit Wales. Er zijn nauwelijks anderen in de Dome aanwezig, maar dit viertal geeft alles voor wie wel kwam opdagen. Wild geblaf en clean vocals wisselen elkaar af onder begeleiding van strak gitaarwerk. Post-punkbandje waar je van moet houden en dat doet het aanwezige publiek. Hun snellere nummers zonder gevoelige vocalen roepen op tot een grote pit. Heerlijk als iedereen meedoet, goede energie in de tent. Op het eind laat de zangeres zichzelf op handen dragen terwijl het laatste nummer speelt. Ik dacht even rustig een bandje te kijken, maar dat ging dus niet door. Zo laat ik me graag nog een keer verrassen.
Extreme 15:00 – 15:50 (South Stage, Lara)
De ene na de andere fantastische band volgt elkaar op op de main stage vandaag. Hoewel Extreme inmiddels flink wat jaren meegaat, laten ze zien dat ze nog steeds een indrukwekkende show neer kunnen zetten. Het eerste wat daarin opvalt, is de backdrop, die voor ieder nummer aangepast wordt. Zo zien we eerst een projectie die lijkt op hun albumcover van Pornograffitti, compleet met Amerikaanse retro neon uitgangborden. Vervolgens wisselen de projecties onder andere naar een gorilla, het bandlogo en silhouetten van danseressen, wat visueel voor veel variatie zorgt. Ook de zang zelf wordt wisselend verzorgd door de verschillende bandleden. Hierdoor lijkt Cherone als losse zanger met momenten wat overbodig, maar weet hij in ruil daarvoor met zijn energieke dansmoves en enthousiasme het publiek wel flink op te hypen.
‘Guitar hero’ Nuno Bettencourt is echter zonder twijfel de ster van de show. Naast zijn carrière bij Extreme heeft hij als soloartiest inmiddels al flink wat grote samenwerkingen op zijn naam staan. Ook in deze set weet hij zijn ongelooflijke talent met regelmaat te tonen. Zijn gitaarsolo’s, hoewel deze niet enorm lang waren, vormen een hoogtepunt in ieder nummer. Verder heeft hij voor de gelegenheid een petje met de Belgische vlag opgezet en wisselt hij ook tijdens de set nog even van gitaar en hoed voor een akoestisch stuk. Dit is dan ook het moment dat hij eindelijk de spotlight krijgt die hij verdient, met een lange, akoestische gitaarpartij die toont wat hij allemaal in huis heeft.
Hierna volgt er een akoestische versie van de grootste hit van de band: More Than Words. Deze wereldhit, die inmiddels al 34 jaar geleden uitgekomen is, wordt door Cherone aangekondigd met de woorden: “With everything that’s going on around the world these days, we need a little bit of love.” Gedurende het nummer gaat er een heuse kisscam het veld over, onder luid gejoel en applaus van het publiek, die het nummer van voor tot achter weet mee te zingen. Het blijft natuurlijk echter een metalfestival, dus in de woorden van de frontman stopt hierna de ‘sentimentele bullshit’, en wordt er door de band verder geknald met onder andere Get The Funk Out, wat leidt tot het tweede dikke feestje van vandaag op de main stage. Extreme weet met zijn afwisselende set en strakke muzikale uitvoering het Graspop-publiek dan ook volledig in te pakken.
Black Stone Cherry 16:00 – 16:50 (North Stage, Lara)
Het lijkt wel de dag van de Amerikaanse rock op Graspop, met Black Stone Cherry als alweer de derde rockband van de dag. Voor hun vijfde optreden op Graspop beginnen ze met een verrassende cover van AC/DC‘s Hells Bells, gespeeld vanuit de coulissen. Kort daarna stormt de band dan toch het podium op voor zijn eigen nummers, te starten met Me and Mary Jane. De gitarist, opvallend met een worstelmasker op, gaat vanaf het begin van het optreden flink los, kort daarop gevolgd door de rest van de bandleden, die ieder ofwel staan te stampen, rennen, schreeuwen, dansen of headbangen. De backdrop toont de cover van hun laatste album Screamin’ At the Sky; een schreeuwend hoofd bedekt met bloemen en vlindervleugels, symbolisch ‘de lucht in schreeuwend’. Wie echter gehoopt had ook een aantal van deze nummers te horen vandaag, komt bedrogen uit; slechts twee van deze nummers zijn in de setlist terug te vinden.
Cheaper to Drink Alone, dat alweer acht jaar geleden uitkwam, vormt met een vette drumsolo het hoogtepunt van de set. Drummer John Fred Young pakt echt even zijn moment en gaat helemaal los op zijn instrument, wat een welkome afwisseling is te midden van de vele gitaarsolo’s die we vandaag te horen krijgen. Desondanks kakt het optreden hierna weer wat in; na een paar nummers lijken we het allemaal wel een beetje gehoord te hebben. Hun eentonige set zal dan ook helaas niet blijven hangen als hoogtepunt van de Graspop-zondag.
Ihsahn 16:15 – 17:05 (Marquee, MichielJ)
De heer Ihsahn komt de Marquee al voorverwarmen voor de headlineset van Emperor vannacht. De tent is aardig halverwege gevuld voor de progressieve black metal, recent getekend door Pelagic Records. We horen een eclectische mix van doom, prog, symphonic, death en vooral black. De variatie houdt het de volledige set interessant terwijl ook de heer Ihsahn bijzonder goed bij stem is vandaag. Clean zang is nooit zijn sterke kant geweest, maar het kan passeren, terwijl de putgrunts van diep komen. De sound van de band is ook lekker potig en vunzig, maar met genoeg definitie om alle noten te kunnen onderscheiden. Vooral de bas is lekker in de mix gestuwd en geeft kleur aan de bleke riffs. Op de setlist komt vooral materiaal van de meest recente werpeling en komen zelfs enkel de laatste drie albums aan bod plus de Telemark-EP uit 2020. De meest populaire tracks worden overgeslagen, maar Graspop verlangde hier vooral naar intensiteit en vervoering en dat kregen we. Met bakken zelfs.
Vukovi 16:30 – 17:20 (Metal Dome, MichielJ)
In de Dome gaat het er heel anders aan toe. De vrij nieuwe Schotse groep Vukovi, draaiende rond de zangeres, trekt heel veel volk. Vorig jaar zag ik de band nog bezig op het kleinste podium op Full Force is Duitsland, maar op Graspop is er een heleboel meer volk komen opdagen. Dat het hier vooral rond de zangeres draait, is duidelijk aan de podiumopstelling. De drums worden in één hoek geduwd en de trieste, enige gitaar in de andere. Zo krijgt het lingeriesetje van de zangeres de volledige aandacht. Aan de muziek is alvast niks interessants op te merken, daarmee de vestimentaire keuze. Je mag denken aan een poppy versie van de laatste Bring Me The Horizon. Ik stel mij meermaals de vraag wat deze ‘band’ hier komt doen en waarom de mensen dit gaaf vinden. Live is er niet veel aan, er speelt vooral een bandje mee met synthesizers, backing vocals, gitaren, bas, wat wel live is, is de verpakking. De Dome vindt het heerlijk en de sfeer is optimaal positief. Hoe kan het ook anders, de meerwaardezoekers zitten nog bij Ihsahn. Als de zangeres bij de voorlaatste song het publiek in kruipt – hoe ze het podium op en afklom was grappig ongemakkelijk – en om een circlepit vraagt maar dan ook ‘don’t kill me please’ roept dan is het toch duidelijk dat het vooral stoerdoenerij is en deze band toch echt niet thuishoort op een metalpodium. Afvoeren.
Rival Sons 17:00 – 18:00 (South Stage, Lara)
Of het aan hun nieuwe muziek ligt of aan de programmering van vandaag is ons niet helemaal duidelijk, maar de bluesrock van het Californische Rival Sons weet vandaag in ieder geval goed in de smaak te vallen! Dit in tegenstelling tot hun optreden op de zondag twee jaar terug, dat slechts kon rekenen op een matige opkomst. Tijdens de coronatijd zijn ze hard aan het werk geweest en hebben vorig jaar niet één, maar twee albums uitgebracht: Darkfighter en (heel origineel) Lightfighter. Beide albums zijn geproduceerd door Dave Cobb, een van de meest gewilde producers onder countryartiesten ter wereld.
Hun set staat dan ook bol van de nieuwe muziek, meteen vanaf het eerste moment, wanneer de band van start gaat met Mirrors. Dit wordt opgevolgd door Do Your Worst, de grootste hit van de band, die een lekkere gitaarsolo bevat en waarop frontman Jay Buchanan, gekleed in een rood pak en op blote voeten, flink over het podium springt en het publiek weet te bespelen met zijn rauwe stem. De warmte lijkt de band weinig te deren en ze laten zien dat hun stevige bluesy rockset ook op een metalfestival prima overeind weet te blijven.
Body Count 18:10 – 19:05 (North Stage, Ruben)
‘Body Count’s in the house!’ Rap metal doet me normaal gesproken helemaal niks, maar Ice-T is van de gangsterrapgeneratie van de vroege jaren ’90 en dat is snelle, boze herrie, net als metal. Altijd leuk om een crossover band mee te maken en in dit geval is het nog goed ook. Ice-T probeert zijn zoon duidelijk van de straat te houden door hem mee te nemen in de line-up. Lil Ice voegt totaal niks toe aan de band, hij loopt alleen maar andere bandleden in de weg en wordt zelfs hardhandig aan de kant geduwd. Deert de jongen niks, hij voelt zich een superster. De hypemanrol die hij hoort te spelen wordt al opgepakt door Sean E. Sean en alle gastversjes worden door bassist Vince Dennis ingezongen. Het broekie past absoluut niet tussen de West Coast-veteranen en stijlt zich meer als een moderne mompelrapper. Gelukkig houdt hij zich grotendeels afzijdig en is vooral bezig met naar het publiek te zwaaien. Het verbaast me nog dat hij geen selfiestick mee heeft.
De rest van de band levert verder ijzersterk werk af, ik kan er niks op aanmerken. Vandaar mijn uitgebreide commentaar op nepobaby Ice. Dit is in ieder geval veel betere rap-rock dan Limp Bizkit gisteren.
Malevolence 17:25 – 18:10 (Jupiler Stage, MichielJ)
Malevolence is misschien wel de meest onheilspellende en stoere bandnaam op de affiche dit jaar. De band wordt aangekondigd door een omroeper op een worstel- of bokswedstrijd en kent een typisch verloop waarbij de drummer eerst gaat, daarna de gitaren en als laatst de zanger. De hardcore van de Britten zou elementen van sludge, doom, death en punk moeten bevatten, maar ik hoor enkel de meest typische hardcorebeats. De kickdrum staat zo luid in de mix dat de gitaren er bijna niet doorkomen en wanneer dat wel het geval is, staan ze zo schel dat er qua noten ook niet veel te onderscheiden valt. De zanger heeft een degelijke scream maar het is niet zo bijzonder wat er hier voorbij komt en mijn aandacht heeft het dan ook al snel gezien met Malevolence.
Of Mice and Men 19:10 – 20:00 (Jupiler Stage, Lara)
“Graspooooop, hand’s up!” orchestreert frontman Aaron Pauley van Of Mice and Men wanneer de band het podium opkomt. Het gevolg is een veld vol handen dat omhoog vliegt om vervolgens gewillig mee te klappen met Obsolete, van album Tether dat uitkwam in 2021. Er wordt dan enthousiast gevraagd of we klaar zijn voor een meezingnummer, waarna er meteen wordt doorgeknald met Castaway, dat vorig jaar is uitgebracht. Deze twee nummers zijn de enige recente toevoegingen aan de setlist van vanavond; de rest van de nummers lijkt voornamelijk afkomstig te zijn van Restoring Force. Dit album is nog uitgebracht met zanger Austin Carlile, die vanwege muzikale verschillen de band helaas heeft moeten verlaten. Daarop heeft drummer Pauley het stokje van de frontman overgenomen, maar laat vandaag zien helaas niet aan het stemgeluid van zijn voorganger te kunnen tippen. Vooral in de hogere registers van de ‘clean’ zang lijkt hij moeite te hebben. Voor wie niet de hele set heeft bijgewoond en zich afvraagt of dit gedurende de avond nog verbeterde, moet ik helaas melden dat dit niet het geval was. Hierdoor slaagde zelfs afsluiter Second & Sebring er niet in om het optreden van Of Mice & Men te redden.
The Black Dahlia Murder 19:25 – 20:15 (Marquee, Ruben)
‘We zijn weer terug, want we weten ook niet wat we anders moeten doen met ons leven’. Aldus oud-gitarist, nu frontman Brian Eschbach. Twee jaar geleden overleed Trevor Strnad en de vraag was of The Black Dahlia Murder het wel kon trekken zonder hem. Een week voor dit optreden kwam de single Aftermath uit en dat spelen ze hier nu ook. En ik moet zeggen dat het niks afdoet aan het eerdere werk. Misschien is het net een tikkeltje langzamer, maar daar merk je live helemaal niks van. Het oude werk wordt ook nog prima vertolkt door Eschbach en de nieuwe fan zal er niks aan afzien.
Ik ben in ieder geval blij dat deze melodic deathmetalband nog even door speelt, want na dik twintig jaar zo consequent kwaliteit af te leveren, zou het echt zonde zijn om nu van het wereldtoneel te verdwijnen. Zo goed als het album Nocturnal was zal het wel niet meer worden, maar wat ik hier heb gezien stemt de gemoederen weer goed. Het publiek lijkt het met me eens te zijn, ik zie alleen maar dankbare gezichten.
Karnivool 20:05 – 20:55 (Metal Dome, MichielJ)
Eindelijk tijd voor nog wat goeie prog hier op Graspop. Buiten Tool, Night Verses en VOLA is de affiche erg mager als het gaat over progressieve bands. Gelukkig hebben die eerste drie wel een serieuze stempel nagelaten op deze editie en krijgen we volgend jaar hopelijk terug meer van dat lekkers. Kan Karnivool die verwachtingen ook inlossen? Het is alvast aardig druk in de tent. Het is sinds 2014 dat de band nog in België optrad en de progressieve rock van de Australiërs doet al jaren wachten op dat vierde album. In 2021 verscheen nog All It Takes, als enige single van het nieuwe album, maar daarna werd het radiostil. Komt daar vandaag verandering in?
De band opent alvast met deze laatste single met dito massale riff. Daarna volgt het immer gigantische Goliath dat het beste verkoopspraatje voor Karnivool is. Het geluid is prachtig. De snare is wat teruggetrokken, de bas komt lekker door. Kenners weten dat de bas bij Karnivool essentieel is. Zanger Ian Kenny heeft twee zessnarige zwaargewichten in zijn flanken om tegenop te boksen maar doet dat met finesse. Hij raakt alle noten met overtuiging en de band is zo belachelijk strak. De meestal ingetogen frontman huppelt en danst op bijna schattige wijze over het podium. Flatterend is het niet, maar het is de man zo hard vergeven als je die noten kan raken, wauw. Hier staat één van de beste zangers en bands van deze edite. Het kippenvel is daar voor de tweede keer deze editie en laat niet meer los.
Hierna krijgen we toch een acht minuten durend exposé van het nieuwe album. Aozora neemt ons mee op ongekende progressieve dieptes met een zeer spannend drumspel waar de spanning op te snijden valt. Daarna is het even progressieve en nog langere Deadman aan de beurt dat ons van begin tot einde in trance houdt. Bij Roquefort, Themata en New Day is de tent luidkeels mee aan het zingen en is er geen houden meer aan. Karnivool wordt hier op handen gedragen en zet het beste optreden van Graspop met gemak neer. Wat een band. Laten we hopen dat dat vierde album er toch snel aankomt.
Deep Purple 20:25 – 21:40 (North Stage, Lara)
Ook dit jaar staat Deep Purple garant voor een rock ‘n roll feest waarbij leeftijd niet meer lijkt te zijn dan een getal. Deze legendarische Britse band, met de meeste leden ver boven de zeventig, bewijst opnieuw dat ze niet alleen nog steeds relevant zijn, maar ook nog de kunst van het rocken nog altijd tot in de puntjes beheersen! Vanaf het moment dat de intro van Highway Star door de speakers knalt, weten we dat we ons kunnen klaarmaken voor een fantastische ritje door de tijd. Ian Gillans stem blijkt echter hierin ook al snel de zwakke schakel. Zijn stem is niet meer wat het geweest is, en steekt behoorlijk af tegen het nog steeds fantastische muzikale talent van zijn bandgenoten. Op zijn leeftijd valt hem dat echter niet al te kwalijk te nemen.
De ster van de avond blijkt Don Airey op de toetsen te zijn. Met zijn 76 lentes jong weet hij nog steeds het ene na het andere sterke staaltje pianoklanken uit zijn toetsen te toveren. De ene na de andere fantastische solo volgt elkaar op terwijl hij tussendoor aan zijn rode wijntje nipt, en ons zelfs nog even weet te verrassen met een stukje klassieke muziek. Voor de fans die dit virtuoze gepingel niet weten te waarderen, is er gelukkig hierna weer tijd voor wat stevigere rock, en wordt er door het publiek enthousiast meegebruld met onder andere Smoke on the Water en toegift Black Night. Hoewel er op Gillans stemgeluid een houdbaarheidsdatum blijkt te zitten, lijkt dat voor de tijdloze muzikale hoogstandjes van Deep Purple duidelijk dus nog niet het geval te zijn.
Scorpions 21:45 – 23:25 (South Stage, Ruben)
Opnieuw is het een spektakelstuk, wat zijn die mannen van Scorpions nog goed. Dik in de zeventig en nog fantastisch bij stem, Klaus Meine schittert ook zonder de jaren tachtig outfits.
Dit publiek kan Mickey Dee op de drums nog beter waarderen en zijn referentie naar zijn vorige band Motörhead ook. Bandleider Rudolf Schenker stuitert over het podium alsof hij dertig jaar jonger is. In anderhalf uur spelen ze moeiteloos de nummers van de veertig jaar oude plaat Love at First Sting aangevuld met tijdloze hits als Blackout en natuurlijk Rock You Like a Hurricane. Het is nog geen twee weken geleden dat ik dit in de Ziggo Dome zag, en het is exact dezelfde setlist, maar wat is het weer een feest. Een betere headliner kan Graspop zich niet wensen.
Na dit hoogstandje classic rock, met ook Deep Purple nog vers in het geheugen, zal Machine Head nog veel harder klinken. Maar wat mij betreft was dit het vuurwerk van de avond. Wie er bij was mag zich gelukkig rekenen, want deze band is misschien wel nooit zo goed geweest al nu.
Igorrr 21:55 – 22:55 (Metal Dome, MichielJ)
Met Igorrr gaan we een onbeschrijflijk concert tegemoet. We gaan het toch proberen voor u, maar eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat u er gewoon maar bij had moeten zijn. De Franse producer/DJ/songwriter/kwaadaardig genie gaat zijn meest bizarre hersenkronkels op ons afvuren. De brandende kip op de backdrop, in combinatie met het klassieke pianoriedeltje en het publiek dat ‘Lisan Al Gaib’ scandeert verraadt dat we een eclectische show gaan krijgen. En dat is nog licht uitgedrukt.
We starten met een streepje breakcore gevolgd door de gemeenste en luidste death metal die ik deze editie hebben mogen horen. De screamer met corpsepaint laat verder ook niks aan de verbeelding over. Oh ja, er is ook nog een operazangeres die soms in zwart gewaad, soms zonder, de meest waanzinnige partijen neerlegt op het podium, soms ondersteund door een stukje symfonie, dan weer met blastbeats en ze schakelt moeiteloos tussen een meer folky en klassieke inval. Wat gebeurt er hier vanavond? Het is onnavolgbaar hoe deze band genres mengt die initieel niet samen horen te gaan en het publiek gaat hard. Songtitels als Paranoid Bulldozer Italiano of Spaghetti Forever dekken de lading zelfs niet. De heer Gorrr neemt soms ook een gitaar en zelfs een blokfluit voor zijn rekening. Halverwege de set krijgen we het bruutste nummer Parpaing – een samenwerking met George ‘Corpsegrinder’ Fisher – wat één van de meest intense moshpits op het festival teweeg brengt. Igorrr overtreft alle boze mannetjes op het festival met zijn panache en doet het met een glimlach ook nog.
Igorrr laat ons niet los en blijft de ene na de andere maffe breinschim op ons afvuren en de Dome lust er pap van. Op het einde blijft de heer Gorrr solo over en krijgen we nog twee breakcore tunes voorgeschoteld waaronder Very Noise in het staartje. Ik moet nog een pluim aan het publiek geven die een moshpit opent om in te walsen en salsadansen in koppeltjes. Wat een afsluiter. Dit optreden zal blijven naspoken als het legendarische concert van Graspop 2024 lijkt me.
Datum en locatie
23 juni 2024, Graspop Metal Meeting, Dessel, België