While She Sleeps is inmiddels een gevestigde naam in het metalcoregenre. Alhoewel metalcore de band echt te kort doet. De bandleden dragen allemaal diverse invloeden aan, die gaan van Aphex Twin en Radiohead tot aan Alice in Chains en Placebo. Al die invloeden zijn slechts sporadisch terug te horen op deze zesde plaat, Self Hell getiteld.
We horen veel effecten en elektronica. Daarover gesproken: Het lijkt tegenwoordig bijna een must om synthesizers en effecten toe te voegen aan de muziek. Dat wordt ook volop gedaan, zowel qua achtergrondgeluiden en samples als in de accenten op de zang. Soms wordt er geknipt en geplakt in de zanglijnen, of worden er allerlei effecten op geplaatst. Het klinkt bij tijd en wijle alsof de band er lustig op los heeft geëxperimenteerd met de mogelijkheden die toevoeging van synthesizers biedt en gewoon alles heeft uitgeprobeerd in de nummers. Daardoor is er ook af en toe sprake van overdaad. Zoals het onnodige drum & bass-stuk in Wildfire, dat vermoedelijk moet dienen om de boel op te fokken, maar het beoogde effect wordt teniet gedaan door het breed uitwaaiende stuk dat volgt. Ook in Dopesick zit halverwege een kort, maar misplaatst stuk. Ik mis de filter in de ideeën die de band heeft. Dat geldt namelijk ook voor de onverklaarbare keuze om twee (bijna) instrumentale tussennummers op het album te zetten. Die voegen weinig toe aan de plaat, die toch al niet heel lang duurt. Was de inspiratie op? Te veel ideeën in de overige nummers verwerkt?
Want ideeën lijken er genoeg te zijn. Die komen ook terug in de songwriting. Op zich is die wel prima, de band weet met name ongelooflijk toegankelijke en herkenbare refreinen te schrijven, die niet lang nodig hebben voor ze (al dan niet gewenst) in je hersenpan vastschroeven. Daar moet je van houden. Het is door de effecten, de middelbare school-boosheidsteksten en de aalgladde productie wel een serieuze kwestie van smaak. De balans op het album is ook ietwat verschoven van metalcore naar een meer toegankelijke en modernere benadering. Er zijn op deze plaat dus minder zware stukken te horen, maar in Down komt de band nog wel wat venijnig uit de hoek. Dat klinkt gelijk agressief door de toevoeging van de zanger van de mannen van Malevolence.
Ook To The Flowers en het Enemy Mentality hebben zo hun momenten, doordat de band net wat scherper of dreigender uit de hoek komt dan op de rest de plaat, en bij laatstgenoemd nummer is de elektronica ook functioneel – lees gedoseerd – toegepast, waardoor het nummer gelijk meer adem krijgt en doordachter klinkt. Heel eerlijk, het zijn spaarzame hoogtepunten op deze plaat. De band afficheert zichzelf nog wel als metalcore, maar over het algemeen is het meer een toegankelijk rockalbum met rauwe randjes geworden.
Wellicht wordt er ingezet op een breed publiek? Of hadden de mannen behoefte aan nieuwe invalshoeken? In ieder geval is Self Hell voor de liefhebber van moderne rock en metal mogelijk een mooie aanwinst. De band laat horen met de tijd mee te gaan en niet bang te zijn om nieuwe elementen in hun muziek te verwerken (al dan niet geslaagd). Voor de metalcoreliefhebbers van het eerste uur is het wel even slikken en vooraf luisteren.
Score:
60/100
Label:
Spinefarm Records, 2024
Tracklisting:
- Peace Of Mind
- Leave Me Alone
- Rainbows
- Self Hell
- Wildfire
- No Feeling Is Final
- Dopesick
- Down
- To The Flowers
- Out Of The Blue
- Enemy Mentality
- Radical Hatred Radical Love
Line-up:
- Sean Long – Gitaar, zang
- Lawrence Taylor – zang
- Aaron Mckenzie – Basgitaar, zang
- Mat Welsh – Gitaar, Piano
- Adam Savage – Drums, Percussie
Links: