Mitch Harris’ wegen zijn ondoorgrondelijk. Het is al jaren geleden dat hij nog structureel met Napalm Death het podium opstapte. Op de laatste plaat van die band speelt hij weliswaar nog gitaar maar in het persbericht wordt hij zelfs niet meer genoemd bij de bandleden. Ernaar gevraagd gaf Napalm Death-zanger Barney aan dat het aan Mitch zelf is om deze situatie van afgenomen muzikale activiteit toe te lichten. En dan ineens staat meneer voor de deur met zijn nieuwe band/project Brave The Cold. Daarin neemt Harris gitaar, bas en vocalen voor zijn rekening. Drums laat hij dan weer aan huidig Megadeth– en Cadaver-drummer Dirk Verbeuren hetgeen een mederedacteur de uitspraak ontlokte “Die Dirk heeft het er maar druk mee”. Kwestie van zeker weten dat het goed zit, natuurlijk.
Goed, inleidende beschietingen gehad, op naar het album dan maar. Met elf nummers in 38 minuten staat het album vol energieke knallers, compact als een groep hospiterende studenten in coronatijd (zo wil de overlevering). Daarin horen we wel wat grind terug, vooral in de diverse, sterk gedrumde versnellingen en direct aan het begin in de krijs-grunt afwisseling in het refrein van Blind Eye. Verwacht je echter niet aan een nieuwe grindklassieker als Purity Dilution van Defecation, het project dat Mitch eind jaren ’80 met die andere Napalm Death-Harris uit (of eerder onder) de grond stampte. Daarvoor is de productie van Logan Mader veel te modern. Minstens zo belangrijk is echter dat de muziek zelf veel meer van deze tijd en vooral gevarieerder is. Dat alles maakt dat bij eerste beluistering de verwachtingen bijgesteld moesten worden. Geen probleem, want wanneer het vizier opnieuw gericht is, blijkt Scarcity een echte groeiplaat (met verontschuldigingen voor het feit dat dit cliché weer eens van zolder gehaald wordt).
De zang van Harris zal dan weer niet voor iedereen meteen het sterkste punt zijn. Een in de basis schellere Zetro van Exodus (moet je wel trekken) wordt afgewisseld wat heftiger gekrijs en heel wat melodieuze “vocodervocalen”, Denk aan Fear Factory en in de meer atmosferische sfeerstukken zelfs aan Cynic. Het is even wennen, maar zet vooral door: het gaat met de draaibeurt lekkerder klinken.
Sterke songs ook vraagt u? Zeker wel. Persoonlijke favorieten zijn de vooruitgeschoven single Hallmark Of Tyranny dat swingt als Napalm Death in de jaren ’90, na een kort thrash intermezzo Verbeuren stevig aan het (grindcore-)werk zet en naar het einde toe wegdrijft in een fabuleuze Burton C. Bell-melodie en het verbeten door Verbeuren opgejaagde Apparatus waarin we het verleden van Harris misschien nog wel het meest terug horen. Maar ook het intrigerende Retrograde waarin de gitaren, na een in je gezicht thrashaanval ijl uitwaaieren naar meer dissonante sferen, de stampende “our cover is blown”-passages in Dead Feed en de rappe hardcore van Refuge (“It’s all gone to hell!”) verdienen een vermelding. Dat de plaat niet een nog hoger cijfer toekomt dan onderstaand is enkel en alleen omdat we zo rond Necromatrix – op zichzelf niets mis mee – licht het gevoel krijgen het trucje nu een beetje te kennen.
Het mag duidelijk zijn: verwachtingen kunnen je volledig op het verkeerde been zetten. Maar zet ze opzij en laat je verrassen door deze moderne samenvoeging van stijlen waarin Mitch Harris zijn grindcoreverleden geenszins ontkent, maar ferm de 2020’s intrekt door de toevoeging van een flinke scheut melodie.
Score:
83/100
Label:
Mission Two Entertainment, 2020
Tracklisting:
- Blind Eye
- Hallmark of Tyranny
- Monotheist
- Retrograde
- Apparatus
- Dead Feed
- Upheaval
- Refuge
- Necromatrix
- Shallow Depth
- Shame And Ridicule
Line-up:
- Mitch Harris – Gitaar, basgitaar, vocalen
- Dirk Verbeuren – Drums
Links: