JB Le Bail van Svart Crown spreekt in een kille kelder over het nieuwe album, compromissen en bondage

In februari kwam Svart Crowns vijfde studioalbum uit: Wolves Among the Ashes. Het was een wedergeboorte en een frisse start voor deze Franse underground black-/deathband met een nieuwe line-up en verse ideeën. JB Le Bail en zijn collega’s hebben op dit opvallend afwisselende album alleszins hun grenzen verlegd en nieuwe dimensies aangeboord. En uiteraard hoort daar een Europese tour bij, in dit geval samen met het Amerikaanse synth-/darkwaveproject GosT, dat ook deel uitmaakt van de Century Media-stal. Toen op 8 maart deze tour neerstreek in Het Stroomhuis in Eindhoven was dat het uitgelezen moment om frontman JB Le Bail van Svart Crown aan de tand te voelen over rechtlijnigheid, compromissen, shibari en persoonlijk comfort. Dit is het verslag van een gemoedelijk gesprek in een ijskoude kelder in een kraakpand in Eindhoven met een aimabele, vermoeide frontman die zelfs zijn avondeten liet koud worden om mij te woord te kunnen staan.

Goedenavond en dankjewel om in te stemmen met dit interview. Ik wil jullie eerst en vooral feliciteren met een heel sterk album, misschien wel jullie beste werk tot nog toe. Ik ben zeer blij dat we dit gesprek nog kunnen hebben, want in 2018 zag de toekomst van de band er niet zo rooskleurig uit. Heb je op een bepaald moment overwogen om de stekker eruit te trekken en met iets compleet nieuws te beginnen?

Ja, eigenlijk wel. Na onze tour met Rotting Christ twee jaar geleden, aan het einde van een lange cyclus van optredens, was de situatie nogal chaotisch en de sfeer binnen de band was absoluut niet goed. Onze drummer, Kévin Paradis, had Svart Crown verlaten in 2017 en het was echt bijzonder moeilijk om een degelijke vervanger voor hem te vinden. Er was geen vaste bezetting op dat moment en daardoor had ik eigenlijk ook geen duidelijk beeld meer voor ogen van de toekomstmogelijkheden voor deze band. Ook mijn inspiratie was totaal verdwenen. De tour was een succes geweest, maar toch stelde ik mij de vraag: heeft het nog zin om verder te gaan met Svart Crown?

We moesten echter nog één show spelen enkele maanden later en Nico, “Ranko” (Muller, nvdr), onze voormalige drummer, bood aan om ons uit de nood te helpen. De samenwerking werd een succes en Nico had wel interesse om een aantal nummers in te spelen en op te nemen. Er stonden toen gelukkig al een aantal songs klaar en met de komst van Nico kwamen ook mijn inspiratie en motivatie terug.

Zelf verwoord je die nieuwe inspiratie als volgt: “Eerst waren er flitsen, ideeën, kleuren, vibes… Er was een drang om radicaler te worden en tegelijkertijd meer rechtlijnig. Ik wou alle ballast overboord gooien en terug gaan naar de essentie van Svart Crown.” Toch vind ik dat er best wel een aantal gelijkenissen zijn tussen Wolves Among the Ashes en jullie vorige album, Abreaction. In welke zin vind je dat deze twee albums dan toch verschillen van elkaar?

Ik denk dat hier vooral het idee van rechtlijnigheid belangrijk is. Ik heb voor Wolves Among the Ashes geprobeerd om veel minder verschillende ideeën in één nummer te proppen en me te concentreren op een minimale hoeveelheid geslaagde ingevingen. Ik wou eigenlijk maar een heel beperkt aantal concepten en structuren met elkaar combineren. Op Abreaction heb ik dat ook geprobeerd, maar desalniettemin is er een enorme overdaad aan informatie op dat album, wat dus helemaal niet de bedoeling was bij aanvang. Op Wolves Among the Ashes zijn er een aantal minder extreme songs die makkelijker te bevatten zijn, net omwille van hun eenvoudige en minder progressieve structuur. Dat bedoel ik dus eigenlijk met het overboord gooien van ballast.

Persoonlijk vind ik Wolves Among the Ashes een creatiever en gedurfder album dan zijn voorganger. Ben je het daar mee eens?

Dat klopt inderdaad. Op Abreaction hebben we een aantal deuren geopend, maar op Wolves Among the Ashes zijn we nog een stapje verder gegaan. We hebben nu bepaalde zaken aangedurfd die we daarvoor nog nooit hadden uitgeprobeerd. Ik had in het begin wel mijn bedenkingen daarover, maar uiteindelijk heb ik mijn intuïtie gevolgd en het resultaat daarvan zijn acht verschillende tracks, elk met zijn eigen specifieke vibe.

Op een bepaald moment stelde je dus dat je wat radicaler wilde worden in je keuzes over de muziek die jullie brengen. Betekent dit dan ook dat je eigenlijk ontevreden was over de evolutie van jullie muziek in de periode vóór Wolves Among the Ashes?

Ja, absoluut. Het probleem bij Abreaction was dat er wel wat onenigheid bestond binnen de band over onze aanpak voor dat album. Dus moesten er uiteindelijk compromissen gesloten worden. Oké, voor elk album moet je wel op zoek gaan naar een gulden middenweg, maar in dit geval waren het toegevingen die ik persoonlijk eigenlijk niet wou doen. Eigenlijk wou ik gewoon mijn eigen ding kunnen doen. Ik had een aantal songs geschreven die helemaal niet typisch waren voor deze band, maar die simpelweg voortvloeiden uit mijn eigen persoonlijke inspiratie. Die songs wou ik écht op het album zien verschijnen en wou ik dus ook niet meer afgeven of aanpassen. In dit specifieke geval was de radicale oplossing dus te kiezen voor minder extreme songs.

Voor Wolves Among the Ashes heb je opnieuw contact opgenomen met een aantal voormalige bandleden. Heb je er ooit aan gedacht om te gaan samenwerken met mensen die je nog niet kende, om op die manier nieuwe, frisse ideeën binnen te brengen in Svart Crown?

Voor het drumwerk zijn we zoals gezegd op zoek gegaan naar een nieuwe drummer, maar dat was echt moeilijk. Laat ik een voorbeeldje geven: wanneer Kévin de band verliet wilden we eigenlijk vooral gaan werken met een sessiedrummer. Ik wou helemaal geen extra bandlid toevoegen aan onze bezetting, maar wou proberen om het zo simpel mogelijk te houden: wij drie en dan een sessie-muzikant op drums. Er was best wel veel interesse en we hadden vrij veel opties, maar niemand paste écht in ons plaatje. Ofwel voldeed het drumwerk niet aan onze vereisten, ofwel was men niet akkoord met onze voorwaarden. Er was altijd wel iets: ofwel te duur, ofwel te druk bezig met andere projecten… We hebben even overwogen om een drummer uit het buitenland te halen, maar om de communicatie zo vlot mogelijk te laten verlopen prefereerden we toch iemand uit eigen land. Uiteindelijk denk ik dat Ranko de enige logische keuze was.

Eigenlijk geldt hetzelfde voor Clément (Flandrois, nvdr). Hij heeft ons een jaar geleden ook uit de nood geholpen tijdens de kleinere concerttour die we deden met The Crown, omdat onze toenmalige gitarist niet in staat was om op te treden. En toen hij er terug bij was gebeurde er iets bijzonders vond ik. De sfeer veranderde. We deden een optreden in onze thuisstad Nice met de originele line-up en dat werd echt een succes. En toen onze gitarist uiteindelijk de band verliet, was de keuze nog makkelijker voor ons.

Voor Abreaction schreef je de muziek nog volledig zelf, maar op Wolves Among the Ashes was er een pak meer interactie tussen de bandleden. Was het moeilijk voor jou om je eigen ideeën los te laten en andere mensen toe te laten in het creatieve proces dat tot het nieuwe album zou leiden?

Eigenlijk schreef ik de meeste ideeën eerst volledig zelf uit en pas daarna overlegde ik met onze drummer over de details. Het nieuwe album is dus grotendeels een samenwerking tussen mij en Ranko. Op die manier kwamen we tot ongeveer tachtig procent van het album, maar toen we de verschillende gitaararrangementen moesten uitwerken voelde ik me volledig leeg. Ik had het gevoel dat ik steeds maar weer dezelfde zaken bleef herhalen, een fout die ik ook had gemaakt op Abreaction door alles zelf te willen doen. Met Clément heb ik altijd een heel goede interactie gehad en hoewel hij er pas helemaal tegen het einde van het denkproces bij kwam, hielp hij ons toch met die kleine details die uiteindelijk enorm veel verschil hebben gemaakt.

Hetzelfde geldt voor de vocalen denk ik, want eigenlijk zijn alle bandleden ook hierbij betrokken.

Ja, dat klopt. Toen we de studio ingingen waren we eigenlijk heel de tijd druk in de weer met het opnemen van alle instrumenten, maar het lukte me niet om in die tijd ook alle teksten af te werken. De vocalen werden dus enkele maanden later in onze eigen studio opgenomen. Ik speelde toen al met het idee om minstens twee verschillende soorten vocalen te gebruiken. Ik wou een aantal andere texturen horen op het nieuwe album en ik wist dat mijn bandleden hiervoor zouden kunnen zorgen.

Blijkbaar heb je ook wat inspiratie opgedaan door een bezoek aan de Darvaza gaskrater in Turkmenistan. Dat lijkt me nu niet echt een voor de hand liggende reisbestemming…

Wel, ik denk dat er hier sprake is van een misverstand. Bij het label denken ze dat ik daar echt ben geweest, maar ik heb me eigenlijk laten inspireren door een aantal foto’s van dat natuurfenomeen, en die beelden pasten toen perfect bij mijn gevoel op dat moment. Ik zou echter heel graag die plaats ooit eens bezoeken.

Kan je het centrale concept van het album dan even toelichten met betrekking tot die gaskrater? De kracht van de natuur zou centraal staan op Wolves Among the Ashes? Klopt dat? Waar gaat het precies over?

Och, eigenlijk gaat het meer over een soort reflectie van een aantal persoonlijke zaken, maar tegelijkertijd gaat het over wat er allemaal in de wereld gebeurt. Daarom zijn ook alle nummers op ons laatste album zo verschillend van elkaar.

Een nummer als Art of Obedience past inderdaad niet zomaar binnen dat centrale idee.

De meeste nummers op ons nieuwe album hebben eigenlijk verschillende lagen. Art of Obedience gaat bijvoorbeeld over seksuele dominantie, maar ook over de interactie tussen mensen: de nood die mensen voelen om zelf te domineren of om gedomineerd te worden. Ik bedoel daarmee de druk die je voelt van bovenaf, zowel in de maatschappij als bijvoorbeeld op je werk… Ik heb altijd een fascinatie gehad voor hoe mensen omgaan met zichzelf, hoe ze een positie innemen in de verschillende lagen van de maatschappij. Daarnaast verwerk ik hier ook een aantal persoonlijke ervaringen in. Eigenlijk gebruik ik de shibari (Japanse touwbondage) als metafoor voor deze interactie tussen mensen.

Het is duidelijk dat de muziek van Svart Crown elementen bevat van zowel death als black metal. At the Altar of Beauty is bijvoorbeeld een nummer dat meer aanleunt bij black metal. Vergt het schrijven van een dergelijk nummer een andere aanpak of denkwijze, als je dat vergelijkt met je andere nummers?  

Ik weet het niet. Het heeft meer te maken met inspiratie denk ik. Eigenlijk bepaalt inspiratie alles: je persoonlijke smaak, waar je naar luistert, de keuzes die je maakt in het dagelijkse leven… Voor het schrijven van At the Altar of Beauty was ik gewoon in de juiste stemming, kwamen de juiste riffs in me op…

En dan heb je uiteraard ook nog Down to Nowhere. Dit nummer verschilt van alles wat jullie ooit hebben geschreven. Wat is het verhaal hierachter?

Tja, op een bepaald moment komen die noten, die akkoorden zomaar in me op en dan doe ik daar iets mee. Ik schreef dit nummer net na een pijnlijke relatiebreuk. Plotseling waren er zoveel mogelijkheden in mijn leven dat ik niet meer wist wat ik moest kiezen. Het was alsof ik op een kruispunt stond in mijn leven, maar er waren geen wegen, enkel woestijn. En ik wist niet waar ik heen moest. Weet je, keuzes zijn altijd verschillend, maar uiteindelijk blijf je toch steeds dezelfde weg bewandelen.

Ik ben altijd een fan geweest van rock- en popmuziek uit de jaren ’90 (Radiohead, Massive Attack, Portishead…) en grunge bands uit Seattle en dat gevoel kwam toen bij me op. Ik zou het geen eerbetoon willen noemen, gewoon een bepaalde stemming op dat moment, gecombineerd met een zekere duistere atmosfeer. Sommige mensen horen er Shining in. Ik ben een grote fan van die band, maar dat was eigenlijk niet de oorspronkelijke bedoeling.

Jullie touren momenteel met jullie labelgenoten GosT. De verschillen in stijl tussen beide bands zijn behoorlijk groot, maar zie je ook overeenkomsten tussen Svart Crown en GosT? Schieten jullie goed op met elkaar nu jullie een lange tijd samen op weg zijn?

We houden allebei wel van dezelfde ‘80s newwavebands en GosT is een band die snel evolueert, album na album. In die zin voel ik toch wel een connectie. Hoewel er muzikaal gezien weinig overeenkomsten zijn, voel ik wel aan dat het publiek tegenwoordig veel ruimdenkender is geworden en dus gerust van beide bands kan houden. Met ons nieuwe album proberen we ook een breder publiek te bereiken, dus in die zin past dat wel. Toen we het aanbod kregen had ik het gevoel dat we dit gewoon moesten proberen, al was het zeker niet mijn eerste keuze geweest.

Jullie zijn geen headliner. Is het dan niet moeilijker spelen voor een publiek dat ook voor GosT is gekomen?

Het hangt er vanaf. Eigenlijk is GosT als band niet zoveel groter dan ons, vooral hier in Europa dan. Soms voel je wel dat het publiek eerder voor GosT is gekomen dan voor ons, en dan is het wel wat moeilijker. Ook het omgekeerde hebben we al meegemaakt, maar evengoed kan het een evenwichtige mix zijn. Gisteren zijn bijvoorbeeld een tiental mensen weg gegaan na onze show, maar voor de meeste fans is het eigenlijk geen probleem om naar beide bands te blijven kijken.

Hoe belangrijk zijn live optredens voor een undergroundband als Svart Crown? Of beschouwen jullie zichzelf niet als underground?

Ja, we zijn nog altijd diep geworteld in de underground, maar ik beschouw ons er ergens tussenin. Live optreden is uiteraard heel belangrijk voor een band: het is één van de belangrijkste redenen waarom je muziek gaat maken en tegelijkertijd geeft het ook leven aan je album. Eens het eindproduct afgewerkt is, moet je het actualiseren op het podium zeg maar. Ik zie het ook als een soort project: reizen met de band, naambekendheid creëren en Svart Crown laten groeien. En het is ook gewoon leuk om met je vrienden op reis te gaan, samen te spelen en telkens die uitdaging te hebben om het publiek te overtuigen van je muziek.

Hoe groot wil je eigenlijk worden met Svart Crown? Denk je daarbij aan bands als Behemoth en Belphegor? Ben je bereid om ook commerciëler te worden dan?

Dat is een lastige vraag. Weet je, als muzikant wil je altijd meer: meer publiek, een betere crew, betere reisomstandigheden, meer inkomsten. Je wil groeien, maar dan is er altijd die afweging of de band eigenlijk wel je prioriteit is en of dan wel hoe je een evenwicht kan vinden met je privéleven en je dagelijkse job. Soms is dat niet mogelijk en dan moet je een keuze maken…

Maar je vindt zo een undergroundzaaltje als Het Stroomhuis eigenlijk wel een fijne locatie voor een optreden?

Hmmm…

…Of prefereer je toch iets groters?

Weet je, de grootte van de zaal vanavond is best wel perfect voor ons: niet te groot, niet te klein. Maar de omkadering kan toch wel beter. Je moet begrijpen dat we al even op tour zijn. We zijn moe en hebben toch wel nood aan wat warmte en comfort, en dat mis ik hier. Ik vind ook dat het verschilt van land tot land. Frankrijk bijvoorbeeld is altijd fantastisch geweest voor ons. We hebben daar net opgetreden en de accommodatie voor ons laatste optreden daar was gewoon uitmuntend. In Nederland zijn er ook heel erg mooie zalen overigens. Misschien hadden we hier wel iets anders verwacht, maar oké, het is nu zo. Maar goed, op het einde van de dag is het het optreden dat telt.

Dankjewel voor dit interview. Heb je nog enkele laatste woorden voor ons?

Nee, niet echt. Bedankt voor het interview en jullie lovende recensie van ons laatste album. Ik ben oprecht blij dat jullie ons werk konden appreciëren.

Links: