Het is het jaartje niet voor Italië, maar in januari was er toch even een belangrijk lichtpunt voor velen. Nero Di Marte uit Bologna bracht immers na een stilte van zes jaar weer een plaat uit. Waarom die periode van stilte, is niet duidelijk. Klopt het effectief dat deze band nummers ‘op zijn Tools’ aanpakt en er daarom een eeuwigheid over doet? Of heeft het te maken met de wissel in de gelederen waarbij Giulio Galati de drumstokken overnam van stichtend lid Marco Bolognini? De waarheid ligt wellicht ergens in het midden, want met een plaat die langer dan een uur duurt en die een ongelofelijke golf aan experimentele post-metal over je heen laat komen, kan het niet anders dan dat deze jongens lang bezig geweest zijn aan een waardige opvolger van het prima Derivae uit 2014.
Waarom sukkelen met intro’s als je alles kan verwerken in een prima opener, zo zullen de heren gedacht hebben. Sisyphos is een gigant die meer dan elf minuten duurt en waarin je meteen gepresenteerd krijgt waar de band staat dit jaar. Een sferige opbouw, na drie minuten een breekpunt en een experimenteel beest van een product dat op je afkomt en dat raaklijnen toont met Meshuggah en geladen death metal die je zowel met blastbeatgeweld als logge grooves om de oren vliegt. Dit alles gebracht in een mathematisch afgelijnd kader waarover zanger Sean met heel wat effect, en bij momenten behoorlijk bezeten, zijn weg baant. Meteen een track waar je niet goed van bent.
Vergeleken hiermee is L’arca een stap terug, maar ook hier komt er bij momenten zo veel lading op je af dat je op een positieve manier dreigt gek te worden. Niet denken en het gewoon over je heen laten glijden, elk moment is immers zo doordacht dat er geen woord kritiek over te reppen is. De kritiek komt mogelijk binnen vanaf het nummer Immoto, waarbij de flauwe kant van Nero Di Marte weer even opduikt en waarbij de stijl van Sean me erg doet denken aan de geflipte vocale stukjes tijdens de rustigere momenten van het Zweedse Shining. Het nummer dat een buitenbeentje is op die manier en gek genoeg de naam van het album draagt. Ook voor het overgrote deel van Semicerchi wordt deze stijl van de band aangehouden, tot er naar het einde toe terug ietwat complexiteit opduikt.
Net als je denkt dat het weer van hetzelfde wordt op La Casa Del Diavolo, komt ineens die experimentele hakmachine weer op je af met vocalen die me dit keer wat minder liggen. Duidelijk past het Kvarforth-stijltje minder op deze momenten. Nog even een rustpunt met Irradia om met La Fuga af te sluiten in volle disharmonie zoals het hoort. Mogelijk heeft Nero Di Marte de twee beste nummers als opener en afsluiter van de plaat geplaatst, want hoe heerlijk wordt deze geladenheid weer vanaf de tweede minuut. Wel is de zang minder op zijn plaats dan bij het begin van het album.
Jammer dat het niet allemaal kan klinken als de betere nummers van de band. De experimenten van Nero Di Marte zijn enorm gewaagd en in de geladen nummers staat of valt het ongetwijfeld bij velen met de zanglijn van Sean. Hou je van wat sferige rustpunten die wat zwoelheid in deze geflipte plaat aanbrengen, dan maak je er toch gewoon lekker een negen of dikke acht van? Mij stoorde het echter een beetje, maar het neemt niet weg dat het zonder twijfel indrukwekkend is wat deze Italianen laten horen!
Score:
82/100
Label:
Season of Mist, 2020
Tracklisting:
- Sisyphos
- L’arca
- Immoto
- Semicerchi
- La casa del diavolo
- Irradia
- La fuga
Line-up:
- Andrea Burgio – Bas
- Francesco D’Adamo – Gitaar
- Sean Worrell – Zang, gitaar
- Giulio Galati – Drums
Links: