Amon Amarth en Carcass in Brussel
Ancienne Belgique, 10 november 2013
Op zondag 10 november maakte een klein legertje mannen met baarden zich klaar voor een invasie van de Ancienne Belgique, waar de vikingen van Amon Amarth hun nieuwe album kwamen voorstellen. Als support hadden die olijke Zweden ook nog de levende legende Carcass meegenomen, die na een winterslaapje van 12 jaar terug zijn uit de dood. Een geniale double bill voor deathmetalliefhebbers; de keet was dan ook lang van tevoren uitverkocht.
Het voelt wat vreemd aan, de Britse metaliconen van Carcass die meekomen als support voor een andere band. Maar dat is nu eenmaal de prijs die je betaalt als je zo lang hebt stilgelegen. ‘Mo Bro’ Jeff Walker en zijn gezelschap lieten het echter niet aan hun hart komen en schudden een retestrakke set uit hun verroeste knoken. Na al die jaren zit er nog geen spatje sleet op hun spel en met Surgical Steel hebben ze ook nog eens een absolute topplaat uitgebracht. Daar werd dan ook gretig uit geplukt voor hun set: krakers als Unfit For Human Consumption, Cadaver Pouch Conveyor System en Captive Bolt Pistol klonken perfect naast ouder werk als Corporal Jigsore Quandary.
Omdat Carcass nu eenmaal een klasseband is werden veel nummers ook voorzien van smaakvolle projecties. Gelukkig hadden we op tijd gegeten. De groep liet in de eerste plaats de muziek spreken; veel verder dan een pedofielen-mopje kwam Walker niet tijdens zijn bindteksten. Afsluiter Ruptured in Purulence / Heartwork was een echte nostalgietrip waarbij de oudere metalheads zich enkele minuten terug jong konden voelen, teruggevoerd naar een tijd waarin ze nog geen bierbuik hadden en nog niet kalend waren. Fijn weerzien jongens, tot op de zomerfestivals!
De Ancienne Belgique stond intussen ongeduldig te wachten op een van de populairste metalacts van het moment. Amon Amarth is eigenlijk een beetje de AC/DC van de deathmetal, maar dan zonder schooluniformpjes. Ze maken al jaren zo goed als dezelfde plaat met telkens enkele geniale nummers en een paar opvullingen, en steeds is het goed. Ze verzorgen ook een prima show en hebben een nagenoeg vlekkeloze live-reputatie. Die werd bij hun passage in Brussel nog maar eens onderstreept, met dank aan opperviking Johan Hegg. Na openers Father of the Wolf en Deceiver of the Gods volgde met Death in Fire al snel een eerste hoogtepunt.
Het optreden had bij momenten iets van een voetbalmatch, wanneer de hele zaal een gitaarriff stond mee te brullen alsof ze hun nationale voetbalploeg in het stadion stonden aan te moedigen. Hegg moet ook de enige zanger zijn die het obligatoire ‘are you ready for some metal’ vervangen heeft door ‘are you ready to jump?’. Een mens kan zich afvragen waarom ze het erg flauwe Guardians of Asgaard toch steeds in hun set blijven steken, maar 1200 springende fans geven de criticus automatisch ongelijk. Het is wel dubbel zonde als daardoor nummers als Valhall Awaits Me of Asator de setlist niet halen.
Het was tijdens Cry of the Black Birds, toen ik met pathetisch gebalde vuisten stond te brullen ‘together we ride into destiny’, dat ik besefte: Amon Amarth is eigenlijk ook een beetje het Manowar van de deathmetal, maar dan zonder ridicule berenvellen onderbroeken. De gigantische banner met overdreven gespierde krijger zette de vergelijking enkel kracht bij. Sceptici verwijs ik door naar deze albumhoes en deze.
Tijdens afsluiter The Pursuit of Vikings besefte ik echter plots: Amon Amarth is eigenlijk ook een beetje het Metallica van de deathmetal, maar dan zonder dwerg achter de drums. Zoals Hetfield en co. steeds afsluiten met Seek & Destroy, sluit Amon Amarth ook steevast af met deze ultieme meebruller. Het is voorspelbaar, maar het is fantastisch. De tientallen crowdsurfers, als drakkars op een kolkende zee van metalheads, dachten er hetzelfde over. Oerdegelijk, zoals altijd.
Aan de man die het halve optreden heeft gefilmd in plaats van te headbangen: ik wacht met spanning op je groezelige Youtube-filmpje! Vast veel beter dan de prima live DVD’s! Het is niet omdat er een camera staat op je nieuwe gsm dat je die ook moet gebruiken.
Met dank aan Tim Tronckoe voor alle foto’s.
Links: