Interview met My Lament
My Lament. Eindelijk kan ik nog eens uitpakken met een schijf uit eigen land die het lot van een frisbee nooit zal delen. Dit geestesverduisterende werkje genaamd Broken Leaf is zowat overal positief onthaald, daarom wou ik wel eens een woordje wisselen met de band. En “met de band” bleek ook letterlijk te nemen. Het volledige vermaledijde vijftal voegde het woord bij mijn vragen.
Aloha shiny happy people. Een ferme knuffel en bloemen voor jullie nieuwe cd! Het lijkt een instant hit te zijn!
Bert: (lacht) Dank u wel. We zijn best tevreden met het resultaat, er is heel wat energie in gekropen.
Paul: zoals Bert al aangaf, is er heel wat tijd en energie in gekropen. Tijdens de opnames en mix is het vaak ook moeilijk om een nummer los te laten. Je probeert er telkens nog wat aan te sleutelen. Gelukkig waren de meeste nummers al een tijd af en hadden we hadden er een deel van reeds meermaals live gespeeld. Dat maakte dat ik tijdens die “live-periode” soms nog details toevoegde of veranderde. Dat hoefde gelukkig niet in de studio. Goed voor de beurs dus. Maar dan nog: dan blijk je nog te discussiëren over een effectje hier of daar… Bovendien had ik mijn lesje geleerd bij de opnames van onze demo.
Of het een echte hit gaat worden, moeten we nog even afwachten. De eerste reacties lopen alvast binnen en die zijn allen zeer positief.
Kun je even voorstellen wie jullie allen zijn, en van onder welke steen jullie gekropen komen?
Bert: Qua muzikale roots ben ik begonnen als death metal-freak, half de jaren ’90. Tegenwoordig luister ik vooral naar klassiekere, meer muzikale metal maar ik blijf alle bands waar ik ooit van gehouden heb koesteren. Mijn manier van grunten is dan ook beïnvloed door de bands waar ik naar opkeek: Morbid Angel, My Dying Bride, Insanity Reigns Supreme, Suffocation, Deicide…
Ik speelde van in 1997 gitaar in enkele demo-bands, in 2003 startte ik Wanhoop, in 2004 begon ik een label in bijberoep (NephereX) waarmee ik tegenwoordig nog af en toe actief ben, hetzij als label, hetzij als distro, hetzij als organisator. In 2006 ben ik dan ook nog toegetreden tot My Lament.
Paul: Ik heb een verleden als ruige death metalhead. Ik speelde immers in Aeons Of Old (voorheen: Anaemica) waarmee ik de Vlaamse en soms Nederlandse podia onveilig maakte. Deze band zit nu in de frigo zoals we het noemen. Voorts ben ik ook snarenplukker bij Scartaris. Hierbij spelen we mix death/black/dark/doom. Soms een beetje technisch en soms wat doomy en soms op café. Zo lang het maar plezant is.
Vincent: als drummer probeer ik mijn kijk op de horizon zo breed mogelijk te houden. Het grootste deel van mijn cd-collectie bestaat wel uit metal maar ik heb daarnaast ook veel wereldmuziek, jazz en wat elektronische muziek staan. Het geeft me als muzikant veel ideeën om verder uit te werken. Naast My Lament speel ik nog in twee kleine experimentele projecten, waar we alles volledig binnenste buiten draaien en dan terug samenbrengen. Samen met Paul heb ik ook nog bij Aeons Of Old gespeeld…
Steven: de steen van onder dewelke ik gekropen kom is vooral erg zwart. Ik heb namelijk lang in de gothic scene vertoefd. In 2000 heb ik met een paar vrienden een gothic metalbandje opgericht, maar we zijn nooit ver geraakt tot we in 2003 zijn opgegaan in My Lament. Die gothic invloed hoor je nog altijd in de muziek die ik schrijf.
Jens: Voorheen was ik gitarist bij Lemuria, een Vlaamse viking/folk metal band. Je mag stellen dat ik eerder van onder een vulkaan ben gekropen, of deze nu slapende is, op uitbarsten staat of is uitgedoofd, laat ik in het midden. Sinds begin 2009 ben ik het vijfde bandlid van My Lament, zowat de enige Belgische band waar ik voor de volle 100% mijn muzikale voorkeuren in terugvind.
Jullie namen de cd op in de ondertussen befaamde CCR studio’s. Hoe verliep dat?
Paul: Het was niet de eerste maal dat we bij Kris opnamen. Het voordeel is dat je zijn werkwijze wat kent en hierop kan inspelen. Dat maakt het vlotter om compromissen te maken. Ik denk dat we vrij efficiënt te werk zijn gegaan. Natuurlijk heb je soms wat discussies, maar het is soms wel goed om een externe een kijk op de zaak te geven. Studio opnames zijn echt wel goed: je leert veel over je spel en eventuele tekortkomingen als muzikant. Het meest moeilijke was misschien om hem te overtuigen van de richting die je wou opgaan. Kris heeft immers veel ervaring met death metal/core en aanverwanten en neigt om het geheel een heel strakke sound te geven. Ik wou absoluut voor de iets dynamischere en meer ademende variant. Natuurlijk mag je spel niet sloppy of onstrak klinken. Een goede compromis denk ik dan…
Steven: Inderdaad. En uiteindelijk hebben we deze schijf van zestig minuten ingeblikt op twaalf dagen studio. Doe ons dat maar eens na.
Het debuut is onvergelijkbaar met de demo. Hadden jullie het toen al in jullie zitten? Hoe is de evolutie tot stand gekomen?
Paul: Ik denk het wel. Uiteraard speelden we toen met een andere bezetting zodat het “geheel” anders klonk. Op dat ogenblik waren we ook meer op zoek naar wat we wilden. De komst van de zang was wel een verandering. Dimitri zong meer klagend terwijl Bert het wat donkerder brengt. Je leert ook (nog) beter samenspelen en je rol wordt duidelijker in het geheel. Ik zou het als volgt samenvatten: in het begin probeer je je idolen te kopiëren of integreren in je sound. Nu probeer je een antwoord te geven op de ideeën van je eigen bandleden. Het geluid van je inspiratiebronnen zit in je achterhoofd en niet meer op de voorgrond.
Vincent: Je wordt als band inderdaad volwassener en kunt beter op elkaar ideeën inspelen. Het maakproces van een nummer verloopt bij ons zeer ‘democratisch’, iedereen werkt het mee uit. Ik denk dat je dit voelt en hoort op het nieuwe album.
Paul: Sinds enkele maanden hebben we ook een nieuwe gitaarspeler en nu al merk ik dat nieuwe ideeën op een andere manier worden uitgewerkt. Het vertrek van de synth-speler, Alain, heeft vreemd genoeg geleid tot meer gebruik van het apparaat (lacht). Steven en ikzelf kunnen ons amuseren met het verzinnen van extra laagjes en effectjes. Ach ja, kinderen zullen we altijd blijven. Ik ben wel telkens blij dat we dit op een subtiele manier kunnen inpassen. Kitsch zou ook niet passen met de vocals.
Vincent: Hoewel ik niet echt actief heb deelgenomen aan het schrijven van de keys, ben ik zeer blij met het uiteindelijke resultaat. Het geeft op de nodige momenten een extra laag en maakt dat alles net wat meer verweven is.
Jullie label, Solitude Productions, hoe zijn jullie daar terecht gekomen? Rusland is niet naast de deur en schriftelijk communiceren met van dat raar geschrift is vrij geschift, niet?
Bert: We stuurden onze opname rond naar enkele doom-gerichte labels, waaronder Solitude Productions. Dat was mijn taak, ik heb tenslotte zelf een label. Mijn label was geen optie omdat ik me gespecialiseerd heb in pagan metal en ik wil graag die lijn doortrekken. We kregen veelal goede reacties, maar de deal van Solitude Productions leek ons het interessantst. Ze zijn gespecialiseerd in death- en doom metal, hebben een degelijke verdeling en ze werken correct.
Ik hoor Anathema en My Dying Bride terug. Ben ik bevooroordeeld of kan dit kloppen?
Paul: Vast en zeker. Ik ben een grote Anathema en My Dying Bride addict dus dat kan je misschien wel een beetje terugvinden in mijn gitaarspel. Anderzijds hebben we geen behoefte om een of andere kloon te worden van voorgenoemde bands. We proberen dus een eigen koers te varen. Gelukkig heb je geen Paradise Lost vernoemd, want dat waren zowat mijn helden in de tienerjaren… Eerlijk gezegd krijgen we soms wel te horen dat we zo sprekend op MDB lijken maar dat vind ik persoonlijk wat overdreven. De gitaren zijn een beetje gelijkend omdat we vaak die zangerige/melancholische toon gebruiken. Ook heeft mijn gitaargeluid nogal wat midtonen, wat je ook tegenkomt bij MDB. Mijn voorliefde voor feedback en delay is dan weer typisch voor het gitaarspel van Danny Cavanagh (Anathema).
De opbouw van gitaren is dan weer volledig verschillend: let maar op ons samenspel van de 2 gitaren. Bert zingt ook wel op een heel andere manier. Zijn diepe grunt geeft ook een andere dimensie aan het geheel. Soms neigt het zelfs om de overige instrumenten wat soberder te laten. Op die manier komt zijn stem nog beter tot zijn recht (ik denk dan aan Vilest Of Men).
De basgitaar is bij ons ook heel prominent aanwezig, maar goed, ik ben duidelijk wat aan het afdwalen. Misschien laat ik beter nog wat over voor mijn collega’s.
Vincent: Zoals Paul al zei, worden we dikwijls vergeleken met My Dying Bride. Mijn drumtechniek speelt wellicht een rol in die zin dat Shaun Steels (ex-My Dying Bride) onbewust een grote invloed op mij heeft gehad. Veel van zijn dynamiek en fills spoken rond in mijn hoofd als ik drums speel bij My Lament. Natuurlijk pik je veel op van anderen, maar je probeert dit steeds te verwerken tot een eigen, hybride stijl. We proberen ons niet vast te pinnen op onze idolen van vroeger, maar proberen zo open mogelijk muziek te maken.
Steven: Mijn bijdrage aan My Lament is ook sterk beïnvloed door Anathema. Verder hoor je ook mijn gothic invloeden terug, vooral in de synths.
Inhoudelijk krijgen we een dosis zelfverachting, bewustwording, psycho-analyse en het blootleggen van innerlijke weerstanden. Waar pinpoint je dit album tussen de parameters bang-blij-boos-verdrietig.
Bert: De meeste songs dragen een weemoedig, soms angstig gevoel uit, doorspekt met een donkere en diepe agressie voortgesproten uit pure onmacht en zwakte. De aanklacht van ons mentaliteitsverderf, het losbandige van de hedendaagse maatschappij, de hebzucht, het komt allemaal aan bod. Soms wordt het romantisch ingekleed of word je naar hogere donkere sferen geloodst, maar een blij gevoel ga je er niet bepaald op nahouden.
Hebben jullie ook een happy kant. Lachspieren en zo?
Bert: Uiteraard! My Lament is op dat vlak slechts een uitlaatklep waarin we onze frustraties en spanningen kunnen kanaliseren en ventileren in een weloverwogen concept. Op repetities wordt er evengoed plezier gemaakt in het werken aan nieuwe songs en we zijn ook enthousiast bij goeie reviews, aanbiedingen voor optredens en het spelen van de nummers. Steven en Paul zijn recent nog vader geworden en zo’n zaken kleuren ook ons leven.
Paul: Ik ga zo optimistisch mogelijk door het leven, maar zodra ik mijn gitaar vastpak merk ik op dat ik gauw in mineur aan het schrijven ben. Ik merk dat ik heel gevoelig ben voor emotionele gebeurtenissen, wreedheden en absurde gedragingen op deze aardkloot. Er gebeurt dan ook genoeg waarbij je denkt: waar zijn die klote mensen mee bezig. Als puber draag je dat mee en komt dat er te pas of te onpas uit. Ik heb het geleerd om deze indrukken op momenten weg te schrijven door middel van mijn gitaar. Wat overblijft is dan maar enkel positieve zen. Eigenlijk, als je zo bekijkt is My Lament wel mijn eigen therapeut.
Voorts vind ik het niet nodig om mensen voortdurend lastig te vallen met die donkere gevoelens. Ik ben dan ook alles behalve fucking emocore. Via de muziek is het ander: je kan je boodschap kwijt en hopelijk kan er iemand zijn eigen interpretatie en frustratie in vinden. Het leven is te kort om met hangende schouder ganse dagen te staan treuren.
Vincent: Zoals hierboven al staat, vormt muziek een belangrijk uitlaatklep in het leven. Wij zijn allen heel bewust bezig met ons instrument, we voelen het goed aan, en kunnen zo op een repetitie of optredens ondanks onze drukke levens tot diepgang komen. Dit is een manier om de dingen die je meemaakt te verwerken, in muziek, om er zo mee om te gaan. Natuurlijk is het gewoon plezant om even alle registers open te zetten en even (uit) te blazen!
Hoe schat je de gemiddelde My Lament-fan eigenlijk in? Welk profiel verwacht je van zo iemand?
Bert: Alleszins een emotioneel-passioneel iemand die houdt van soberheid, rust en duisternis. Mensen van weinig woorden in feite, die hun appreciatie eerder laten blijken door hun aanwezigheid dan door een spervuur van onoverwogen woorden.
Geen oppervlakkige luisteraar, iemand die de tijd neemt om zowel muziek, het visuele als het lyrische in beschouwing te nemen.
Paul: Bij dit laatste kan ik Bert zeker bijtreden. De muziek is voldoende gelaagd en misschien niet zo recht – aan – recht – toe voor sommige luisteraars. Neem je tijd ervoor.
België en doom metal is een vrij zeldzame combinatie. Zijn er nog bands die we moeten checken?
Bert: Marche Funèbre is een opkomende band die zijn plaatsje wel zal veroveren. Insanity Reigns Supreme zal weldra met een nieuwe cd komen aandraven. Scartaris is de band waar ook onze gitarist Paul inzit, niet echt doom metal, eerder dark metal à la Rotting Christ. Trudus is ook wel een coole band. Sardonis …
Vincent: Marche, Trudus, Alkerdeel, Insanity, Tyrant’s Kall, …
Het is nog wat vroeg voor het vallen van het blad. Maar misschien zitten jullie al in de herfst van jullie leven. Betekent dit een korte carrière van de band?
Bert: De lente en de zomer zijn we gewoon overgeslagen. Het wordt een lange herfst en een koude winter. De toekomst van een doom band is altijd somber, maar we zijn niet van plan om te stoppen. We werken gewoon traag en gemeend verder. Haast is er niet bij.
Steven: Doom speed! Liever jaren werken aan een meesterlijke schijf zoals Broken Leaf dan elk jaar een prul afleveren. En een grijs haar meer of minder houdt ons niet tegen om door te gaan.
Jullie zijn gecontacteerd voor het Dutch Doom Festival, dat moet wel een opsteker zijn!
Bert: Zeker en vast. Onze Noorderburen lijken ons wel te smaken en dat doet enorm veel plezier. Het is voor ons een eerste kans om voor een groter doom-publiek te spelen en we kijken er dan ook naar uit. We hebben alleszins nog een show met Officium Triste in Merksem en één met Isole en Marche Funèbre in Mechelen.
Vincent: Ik ben grote fan van Officium Triste dus ik kijk er enorm naar uit om met hen samen te spelen!
Bijzonder veel dank voor jullie energie!
Links: