Interview The Gathering – deel II
Onlangs had ik het genoegen om met Hans Rutten van The Gathering van gedachten te wisselen over het wel en wee van het nieuwe album, genaamd The West Pole. Ook de roemruchte geschiedenis van de band bleek een zeer aangenaam onderwerp van gesprek te zijn. Plaats van handeling was het oudste café van Nijmegen. Het gesprek leverde dermate veel bruikbaar materiaal op dat ik besloot om het interview in twee verschillende delen te splitsen. Deel I gaat over de totstandkoming van The West Pole. In deel II wordt er dieper in gegaan op twintig jaar The Gathering…
Laten we het eens gaan hebben over het oudere werk van de band. Wat vindt je ervan dat er nog steeds mensen zijn die zweren bij Mandylion en het liefst zien dat elke nieuwe release een blauwdruk is van die plaat?
Hmm, nee, dat doet me ondertussen weinig meer. Het glijdt volkomen langs me heen. Uiteraard zit ik zo nu en dan op allerlei fora en er zijn mensen die graag willen dat we een nieuwe Mandylion maken. Eerlijk gezegd denk ik dat we dat als band niet meer kunnen. We zijn ondertussen verder gegroeid als personen en onze muzieksmaak is ook heel anders geworden. In die tijd kwamen we uit een echt metalnest. We luisterden ook naar andere muziek, maar metal was echt de hoofdmoot. We hadden toen echt de metalhelm op. Ook flirtte we destijds met bands zoals Slowdive en Dead Can Dance. Die combinatie hoor je terug op Mandlyion.
Toch moet je het ergens wel deugd doen dat Mandylion veel mensen op een positieve manier geraakt heeft en dat het door velen als een klassieker gezien wordt. Mensen hebben het er heden ten dage nog steeds over.
Absoluut en ik vind het nog steeds geweldig. Aan de andere kant weet je wat ze over klassiekers zeggen. Die moet je niet willen herhalen. Je moet juist andere klassiekers gaan maken. Commercieel is zoiets natuurlijk wel interessant om te doen.
Nu we het toch over de meer zakelijke kant van het verhaal hebben. The Gathering is altijd al een band geweest die veel zaken in eigen beheer te doen. Zo hebben jullie je eigen label, genaamd Psychonaut Records. Waarom deze keuze?
Dat gaat zeker op voor onze nieuwe plaat. We hebben de cd zelf geproduceerd en praktisch alle randzaken eromheen zelf gedaan. Dat bevalt ons gewoon goed. Dat wil niet zeggen dat we dat altijd blijven doen, want het vergt ontzettend veel tijd. We komen echt tijd te kort. Rene heeft zijn eigen gitaarzaak en ik heb twee kleine kinderen. Om echt alles zelf te doen en dan ook nog creatief te worden voor een nieuwe plaat is moeilijk. Maar het kan gewoon niet anders, omdat we alles graag zelf willen doen. We willen het gewoon niet uit handen geven. Toch willen we kijken of we de volgende keer meer dingen kunnen uitbesteden via licenties bijvoorbeeld. We lopen al twintig jaar mee in het wereldje en we hebben veel dingen gezien en meegemaakt op zakelijk gebied. The Gathering is ook geen commerciële band. We zijn nooit op zoek geweest naar het gouden schip om het zo maar te zeggen. We willen alleen maar mooie muziek uitbrengen artistiek gezien. Vaak genoeg hebben collega-muzikanten tegen ons gezegd dat we veel groter zouden zijn geworden als we door waren gegaan met een bepaalde stijl muziek. Dan hadden we qua populariteit het niveau gehaald van een Evenesance of een Within Temptation. Dat is nooit onze drijfveer geweest en daar hebben we nooit naar gestreefd.
Toch wordt The Gathering samen met Orphanage gezien als de pioniers en grondleggers van het hele gothic metalgenre in Nederland.
Ik zie Mandylion niet als een typisch gothic metalalbum, maar toch wordt die plaat gezien als een blauwdruk voor wat later gothic metal is gaan heten. Toen we in 1995 dat album uitbrachten, bestond het hele genre nog niet eens. Er bestond wel een plaat genaamd Gothic van Paradise Lost, maar verder helemaal niets. Het werd spottend ook wel Efteling metal genoemd. Het was iets nieuws. Wij waren daar als een van de eersten bij samen met 3rd And The Mortal, Celtic Frost en Paradise Lost. Die bands werkten toen ook al met zangeressen. We deden het ook het live al ten tijde van Always. Dat was in die tijd iets nieuws.
Wanneer begon het bij de band te kriebelen om echt veel meer de Pink Floyd kant op te gaan?
Nou, we zijn altijd al een band geweest die onszelf als muzikanten opnieuw willen uitvinden. Sommige dingen blijven hetzelfde, zoals een zekere vorm van melancholie. Productietechnisch, qua arrangementen en gewoon qua aanpak probeerden we altijd al nieuwe dingen uit. Dat is vooral gebeurd op How To Measure A Planet, omdat we vonden dat Nighttime Birds zo in het verlengde lag van Mandylion. Dat heeft ons getriggerd om de zaken drastischer te gaan veranderen. Commercieel gezien was dat zelfmoord, want we zaten zakelijk gezien op een goed spoor. We speelden overal, de verkoopcijfers waren goed, dus Century Media (voormalig platenlabel -red) was erg blij met ons. Toch gaf het maken van Nighttime Birds ons creatief gezien weinig voldoening. Het was bijna een fabrieksmatig proces. Het waren goede nummers allemaal, maar we wilden allerlei elementen verder doorvoeren in onze nummers. Dat werd kort gehouden door het label en de producer destijds. Dat heeft best wel wat frustraties met zich meegebracht. Dat album kwam in 1997 uit. Amper een jaar later kwam How To Measure A Planet uit en dat was een dubbelaar. Die plaat hebben we gebruikt om al onze frustratie eruit te schrijven. We hadden veel inspiratie en we braken met onze toenmalige producer Sigi Bemm en toen zijn we met Attie Baauw gaan werken. We hoorden zijn werk met de Belgische band Gorki en dat vonden we fantastisch. 1997 was een hele fantastische periode want Massive Attack kwam uit met Mezzanine, Radiohead met Ok Computer en Protools kwam toen echt in zwang. Daar hebben we veel gebruik van gemaakt en nog steeds trouwens. Attie was een van de eerste Nederlandse producers die een complete set had en we zijn daar flink mee gaan stoeien. Hij wilde graag met Protools gaan experimenteren en hij vond in ons een gewillig proefkonijn in de positieve zin des woords.
Het volgende studioalbum was If_Then_Else…
Century Media draaide toen flink de geldkraan dicht, dus we hadden veel minder studiobudget voor de opnames van die cd. Dat hebben we zelf gedaan met wisselend resultaat vind ik zelf. Qua opnames vind ik If_Then_Else niet geweldig klinken Qua songmateriaal, zoals Saturnine, Amity, Herbal Movement en Analog Park vind ik het een van onze sterkste albums. Het is nogal een lappendeken van verschillende stijlen. Er staan stukken stoner rock op, rustige stukken, instrumentaaltjes een heavy nummertje en dergelijke. Misschien zijn we daar teveel in doorgeslagen, want het vormt niet echt een eenheid. Dat hebben we later goedgemaakt met Souvenirs dat meer als een eenheid klinkt. Achteraf gezien vind ik het nog steeds een goede plaat, maar productietechnisch ben ik er niet helemaal tevreden over.
Maar is het niet muzikanten eigen om vooral te kijken naar dingen die voor verbetering vatbaar zijn op het oude werk?
Nee, niet echt. How To Measure A Planet en Mandylion vind ik nog steeds geweldig klinken. Zelfs Always met zijn dunnere gitaargeluid vind ik goed klinken. Dat leverde destijds een storm van kritiek op. Omdat het geluid van de gitaren juist kleiner was, kwamen andere elementen juist beter naar voren. Het is geen wall of sound geworden, maar daardoor leeft het juist veel meer. Je kunt alles opnieuw gaan opnemen en gaan mixen, maar dan doe je aan geschiedvervalsing. We hebben er toen voor gekozen en that’s it. Je kunt er dingen aan veranderen, maar dat zal weinig uithalen.
Ik wil graag doorgaan naar Home. Hoe is het zo gekomen dat die plaat tekstueel en qua sfeer zo zwaar is uitgevallen? Wat speelde er toen?
Ik weet het niet. Misschien dat er onbewust wat dingen op de achtergrond afspeelden met Anneke. Ik kan er niet echt bewust de vinger op leggen hoe dat zo komt. Hij klinkt heel introvert en klein. Dat was niet de bedoeling, want de nummers waren meer rockgeoriënteerder. Onze producer, Attie Bauw, heeft ons destijds tijdens de opnames in de kerk van Maurik die richting opgeduwd. Wij zijn gewillig in die richting meegegaan. Het idee om een rockplaat te maken, viel daarmee in het water. Het werd kleiner en verstillender. Mijn vader kookte regelmatig voor ons tijdens de opnamen in de kerk van Maurik. Tijdens het koken is hij plotseling ziek geworden en kort erna overleed hij. We waren toen net klaar met de opnames. Daarom heeft de plaat voor mij een gitzwarte deken om zich heen. Los daarvan was de muziek die we hadden geschreven niet echt vrolijk. Voor mij is die plaat in meerdere opzichten een eindmarkering. Het betekende het einde van de samenwerking met Anneke van Giersbergen, gecombineerd met het verhaal van mijn vader. Het was ook het einde van een periode waarin nummers maar moeizaam tot stand kwamen. In de periode na Souvenirs werden zowel Rene, Frank als ik weer vrijgezel na een lange relatie. We waren alle drie in de periode zoekende. Dat heeft zijn weerslag gehad op de muziek, vooral omdat Rene en Frank alle muziek schrijven. Dat zal ongetwijfeld zijn weerslag op Home gehad hebben.
Toch vormt een nare gebeurtenis of periode voor menig band die al jaren bezig is de spreekwoordelijke schop onder de kont om een streep onder het verleden te zetten en weer met frisse en geïnspireerde muziek te komen. Hoe ver ging dat op voor jullie?
De spreekwoordelijke peper in je reet wil je zeggen. Dat is zeker met The West Pole gebeurd en daarom klinkt die plaat ook zo fris en spontaan. We zijn op een gegeven moment gestopt met verder analyseren. We vonden het goed zo. Normaal gesproken zouden we nog veel tijd gestopt hebben in allerlei kleine details qua arrangementen en dat hebben we deze keer niet gedaan. Met name de laatste twee nummers zouden niet misstaan hebben op Mandylion bijvoorbeeld.
Zoals je zelf al een paar keer aangeeft bestaat de band twintig jaar en was het een boeiende reis qua evolutie van de band. Wat is de volgende wat we van de band kunnen verwachten?
We gaan eerst wat kleine cluboptredens in Nederland doen en wat we pakken een paar festivals mee. In de loop van volgend jaar doen we meer optredens wederom in Nederland en gaan we in Zuid-Amerika toeren. We hebben afgesproken om zo’n veertig optredens voor The West Pole te gaan doen. Zeg nooit nooit, maar echt lange tournees gaan we niet meer doen, vanwege onze gezinnen en banen. Verder hebben we al wat ideeën voor de volgende plaat en die gaat weer de experimentele kant op, maar met een scherpe rockrand. Ongetwijfeld zullen we gaan zoeken naar andere invalshoeken en naar meer afwisseling en dynamiek in de nummers zelf. Misschien gaan we nog iets speciaal doen omdat we twintig jaar bestaan. We zien wel.
Ik kijk in ieder geval met spanning uit naar de volgende plaat en wat The Gathering in de toekomst ons aan schitterende muziek gaat brengen. Dank je wel voor het interview Hans!
Links: