Er is alweer een jaar verstreken, een jaar van verwachtingsvol uitkijken naar het mooiste festival van het jaar: Roadburn! Maanden van te voren komen de eerste namen al en worden de eerste must-see bands al op lijstjes gezet en als dan de definitieve lijst eindelijk in een tijdschema komt, blijven er de onvermijdelijke keuzes die gemaakt moeten worden. Ook bij Zware Metalen kennen we het klappen van de zweep en daarom wordt er met man en macht gewerkt aan een verslag en sfeerimpressie, dit jaar gebracht door Usurperofthetyrants (UT), Wouter (WKY) en voor de foto’s Jurgen. Waar nodig is dit aangevuld door Vitus-Frank (VF), met tevens enkele tekstuele bijdragen van Sem, Vitus-Frank en Frank G.
Het avontuur vangt aan met Ashborer, dat de green room mag openen. Het is behoorlijk dringen geblazen en de zaal barst al vanaf de eerste klanken uit zijn voegen. Helaas zorgt dit opgepropte gevoel ervoor dat ik de mainstage maar ga opzoeken om te zien hoe Crippled Black Phoenix daar de opening verzorgt. Ondanks dat dit niet direct de band van mijn keuze is, weet men mij toch mee te slepen. De zaal is nog niet al te vol, maar het vooraan aanwezige publiek waardeert de prestaties absoluut. De set is er één met afwisseling tussen recenter werk een een aantal publieksfavorieten, die zorgen voor de eerste meezingmomenten, die zich ter hoogte van mijn rechteroor afspelen. Hier ben ik wel blij mee, want zelf kon ik de zangeres die zich voor de Seashepherd vlag, gedrapeerd over de rechtse amp, bevond niet altijd even goed verstaan. Na dit optreden kan ik wel vaststellen dat Roadburn weer echt begonnen is! (WKY)
Aan Wretch is het de eer om Het Patronaat te openen op deze editie van Roadburn. De traditionele doom van het trio uit Indianapolis klinkt oorverdovend, waarbij de bas van Bryce Clarke door de zaal dreunt als een bulldozer. Frontman Karl is zijn vrij statische zelf, maar lijkt daarmee de belichaming van het klassieke, stoïcijnse genre. Het levert een gestaag groovende show op, waarbij voor het podium de trouwe doomgarde zich heeft verenigd om met gebalde vuist een passende start aan dit festival te geven. Ondanks het pakkende karakter van de show, die toch zeer vertrouwd aanvoelt, en ondanks het feit dat dit het eerste concert op Europese bodem is, is het na zo’n drie kwartier tijd om ook nog een stuk mee te pakken van Crippled Black Phoenix. Een moeilijke beslissing, maar wel een waar ik geen spijt van blijk te krijgen. Zoals te lezen was, staat er schandalig weinig publiek in de zaal, maar het niet altijd even toegankelijke karakter van de muziek zal daar zeker een rol in spelen. Dat neemt niet weg dat de band de muziek met volle overgave en bovendien veel plezier geeft aan een hongerig publiek. De climactische hoogten die de band bereikt tijdens het ten gehore brengen van een grote variatie uit de discografie, maken dat dit optreden een vroeg hoogtepunt betekent voor het festival. (UT)
Unearthly Trance is voor mij één van die logische keuzes. Met het geweldige V wist de band mij destijds te overtuigen en ook het nieuwste album bevalt mij weer uitstekend. Voor mij dus voldoende motivatie om de green room op te zoeken. Ook ditmaal zijn de mensen weer in grote aantallen gekomen en heb ik moeite om mezelf er een beetje tussen te wurmen. Dat en het feit dat ik geen twee meter ben, zorgen ervoor dat mijn uitzicht redelijk beperkt is, maar voor zover ik kan zien is het optreden ook vrij statisch. De klanken daarentegen weten mij wel mee te voeren, hoewel het allemaal wat minder onderscheidend overkomt dan op plaat zelf. De veelal lage tonen dreunen flink door in het lijf, alleen het psychedelische blijft helaas wat uit. (WKY)
Wolves In The Throne Room stond alweer ruim negen jaar terug op Roadburn en is nu terug voor een show op de mainstage. Voor mij was het alweer even geleden dat ik de Amerikanen voor het laatst heb gezien en eerlijk gezegd was het laatste album een ontzettende teleurstelling. Gelukkig komt er enkel oud werk voorbij, waaronder zelfs drie nummers van het geweldige Two Hunters. Mij weet de band met het optreden absoluut te overtuigen en de zaal knikt ook goedkeurend mee op de melodieën die hier neer worden gelegd. In het uur dat de heren hebben, komen er maar vier nummers voorbij, maar dan heb je ook wat. Van de bandleden zelf hoef je overigens nog steeds geen interactie te verwachten, maar er wordt wel snaarstrak gespeeld. (WKY)
Als band een decennium bestaan en dat mogen vieren door Artist in Residence te zijn op de plek die je als je spirituele thuishaven beschouwt: het is niet voor iedereen weggelegd. Wel voor Gnod, en op donderdag trapt de band deze bijzondere reeks optredens af met een zeer ongewone manifestatie van de band. Waar we als trouw publiek gewend zijn aan eigenzinnige ritmes en gelaagde, trippy melodiepartijen, worden we nu door het jarige gezelschap getrakteerd op een gestripte show, waar lagen worden gebouwd met drones, diepe bas en in obscuriteit verhulde vocale boodschappen. Een van de meer ontspannende momenten deze dag, want in het prachtige Patronaat, met haar houten vloeren en magnifieke ramen, komen de vibraties met extra kracht binnen. Het publiek wordt meegenomen op een minimalistische reis, een reis die slechts een voorbode blijkt te zijn van het fantastische geweld dat we gaan meemaken dit weekend. Gefeliciteerd Gnod! (UT)
Een van de bands waar dit jaar toch het meest om te doen was, is het legendarische Coven. De band, met Jinx Dawson als spiritueel middelpunt, heeft nog nooit in Europa gespeeld, maar is speciaal voor Roadburn naar Tilburg gekomen. De band heeft een onwaarschijnlijk grote – en vaak overkeken- impact gehad op de genres die op dit festival vertegenwoordigd zijn, iets dat de aanzienlijke drukte in de grote zaal verklaart. Op het podium een doodskist, waar priesteres Dawson uit tevoorschijn komt en de show gelijk van het adequate stempel voorziet. Coven mag dan nog vrij recent een album hebben uitgebracht, het zijn toch echt de hits van grofweg vijftig jaar geleden die de ware geest en intentie van de band boven halen. De gewaden die op het podium worden gedragen en de opgediepte schedel dragen daar in combinatie met de bekleding van het podium alleen maar aan bij. Ook de outfits van Jinx wekken die tijdsgeest op, maar het moet gezegd dat haar tweede outfit misschien wat ongelukkig gekozen is: met name het hoedje herinnert de Nederlandse fans aan Bonnie St. Claire. (UT)
Extase is zo’n locatie waar je net na afloop van een optreden binnen moet lopen om het volgende te kunnen zien. Doe je dat wat later, eindig je, zoals ik zelf, ergens tussen het bekende gangetje en de tv’s waarop je de verrichtingen van de band dan maar moet volgen. Sfeer zit er wel vanaf het begin in bij het mij onbekende Fórn, een doomgezelschap waar de kwaadaardigheid vanaf druipt. Hier geen traditionele toestanden, maar alles verpletterende duisternis die als een wals door de kleine zaal trekt. Op de tv overheerst de kleur rood, gecombineerd met rook, waardoor de presentatie van de band achterin schimmig blijft. Na een half uurtje lijken ook voorin wat bezoekers overweldigd aangezien de zaal langzaam wat leeg stroomt. (WKY)
Of dit leegstromen toe te schrijven is aan Fórn of ingegeven wordt door de overwegend lange wachtrijen voor het Patronaat, is nog niet helemaal duidelijk. Wel duidelijk is dat Dälek een publiekstrekker is. Wie had verwacht dat er bij de eerste hiphop-act ooit op Roadburn zoveel publiek zou staan? Met het optreden maken de heren wel duidelijk waarom al die nieuwsgierige mensen zijn gekomen, want de zaal is vol en blijft vol, zelfs de normale doorloop bij de bar is nauwelijks te zien. Op de rauwe noise en beats staat menigeen te dansen, maar soms wel met moves die er voor doorgewinterde liefhebbers van deze muziek bijzonder knullig uit moeten zien. Maar neem het de gemiddelde bezoeker van Roadburn eens kwalijk. De experimenteerdrift die Roadburn tentoon spreidt wordt beloond en ik wil het eerste rapfestival nog zien waar een metalband met zoveel enthousiasme wordt onthaald. (WKY)
Op mainstage speelde SubRosa zijn meest recente album, For This We Fought The Battle of Ages in zijn totaliteit. De Salt Lakers creëerden met het goede optreden, mede door de licht en achtergrondprojecties, een geweldige doom atmosfeer. Zangeres Rebecca Vernon was goed bij stem en speelde, evenals de gehele band, erg strak. Het vioolwerk had ook live een mooie toevoeging en zorgde voor een uniek geluid in een goed gevulde zaal. (Sem)
Intens. Dat is het juiste woord om het optreden van Bathsheba te omschrijven. Met het onlangs uitgebrachte en wereldwijd zeer goed ontvangen debuutalbum Servus op zak, is het niet vreemd dat Cul de Sac al ruim voor aanvang vol is. Dat zweept met name zangeres Michelle Nocon dusdanig op, dat ze al snel in een soort van psychose geraakt en als een bezetene over het kleine podium tekeer gaat. Best wel wat ongebruikelijk in het doomgenre, maar het pakt zeer positief uit. Waar het drumstel al het nodige te verduren krijgt van Michelle’s intense act, is het voornaamste slachtoffer toch gitarist Dwight Goossens, die beuk na beuk te verduren krijgt. Uiterlijk onbewogen slaagt hij er in, om toch de ene na de andere logge riff de zaal in te slingeren, een prestatie op zich. Hoogtepunt in de set is Demon 13, waarbij Michelle vocaal ook helemaal losgaat. Met de doomballad Manifest krijgt de rest van de band gelegenheid om in alle rust en ruimte de laatste vijf minuten instrumentaal naar een mooie climax toe te werken. Een intens en indrukwekkend optreden. (VF)
Even was er twijfel of ik er goed aan deed Batushka bij te wonen. Niet door het genre of de kwaliteit van de muziek, maar door regelmatige doortocht van de band in ons land. Het besef dat ieder optreden specialer is op Roadburn, moest nog even indalen en man, wat ben ik blij dat ik ben blijven hangen na Dälek. De band heb ik hiervoor nog nooit live gezien, waardoor de blootstelling aan de uniek geïnspireerde black metal extra hard binnenkwam. Eigenlijk is de opbouw van de set op het podium al een indrukwekkend schouwspel, waarbij een oosters orthodoxe kapel lijkt te verrijzen, een gegeven dat in de hand wordt gespeeld door het sfeervolle Patronaat. Als de bekapte heren dan uiteindelijk het podium opkomen, wordt de zaal werkelijk waar in vervoering gebracht door huiveringwekkend doordringende gebedszang, die overigens wordt ondersteund door kille, typisch Oost-Europese black metal. De wierook schroeit het neushaar weg, de muziek de trilhaartjes en uiteindelijk wordt dit een optreden waarbij alle elementen tezamen een schouwspel aan de zintuigen aanbieden dat moeilijk getopt kan worden dit weekend. (UT)
Voor veel aanwezigen zal Bongzilla één van de bands zijn die een rol heeft gespeeld bij de introductie in het hele sludge-genre. Zo ook bij uw redacteur, en daarom mag het optreden van deze rednecks zeker niet gemist worden. Het album Gateway wordt integraal opgevoerd, wat betekent dat de luisteraars zullen worden blootgesteld aan een onophoudelijke stroom van reusachtige grooves, obscure samples en de bekende, schelle vocalen. De wietdampen stijgen op voor het podium, maar ook op het podium, omdat Muleboy de helft van het optreden doorbrengt met een donatie van de Grass Company in zijn mond. De rauwe, vervormde riffs doen een complete zaal als een bewegen, waarmee de band bewijst dat het niet meer dan terecht is dat een plaats op het hoofdpodium is veroverd. De ideale band om als uitsmijter van de eerste dag te dienen, waarna het publiek met een tevreden, lichtelijk high gevoel naar huis gaat. (UT)
Lees ook het verslag van Roadburn 2017: vrijdag.
Foto’s:
Jurgen van Hest (JvH Photography) en Vitus-Frank
Datum en locatie:
20 april 2017, 013, Tilburg
Links: