Complexity Fest in Patronaat

Op zaterdag 25 februari vond in Patronaat in Haarlem de tweede editie van Complexity Fest plaats. Dit nieuwe festival is een verzamelplaats voor innoverende, grensverleggende en complexe muziek die de uitdaging aangaan met de randen van het genre. Met een zeer diverse line up zoals de IJslandse band Agent Fresco, de post-blackmetal van het Engelse Bossk, het Zweedse Humanity’s Last Breath, het Franse Gorod en als headliner de Noorse grootmeester Ihsahn, weet de organisatie van Complexity Fest een divers publiek aan te trekken, waaronder een breed scala aan internationale bezoekers. De muzikale marathon verspreid over drie podia start om 14:30 uur en gaat door tot diep in de nacht. Zware Metalen is er in de persoon van Ghostwriter (GW) en Black Swan (BS) bij om de experimentele sfeer te proeven. Niels Vinck liet zijn camera werken.

De progressievelingen van Disillusion trappen Complexity Fest in de grote zaal af met een opgewekt toontje,  dat wordt bereikt door de stuwende bas en de vrolijke gitaarloopjes. Het is al lekker druk als de heren aan het publiek meedelen dat er een invaller achter de drumkit zit: de beste man had twee weken om het repertoire van de band te leren kennen, maar dat zal bij een discografie van twee platen (de laatste alweer uit 2006) en een set van drie kwartier toch geen probleem zijn geweest.

In ieder geval drumt de beste man lekker mee met een nummer als …and the Mirror Cracked, terwijl bandleider Andy Schmidt laat horen dat hij weliswaar geen wereldstrot heeft, maar toch voldoende kan variëren. Disillusion levert een krachtige performance af die niet de geschiedenisboeken ingaat, maar de handjes van de toehoorders op de eerste rijen op elkaar weet te krijgen.

Het Nederlandse Pelgrim brengt diens progressieve metalcore in het café van Patronaat en de Tilburgers zijn vast van plan dat te slopen. Het geluid is niet best – de drums van Rik Torremans zijn luid en duidelijk hoorbaar, maar het gitaargeluid moeten we met een lampje zoeken – maar de band speelt stug door. Met name zanger Wouter Zaman lijkt het als zijn persoonlijke missie te zien iedere aanwezige binnen een half uur verslaafd te laten raken aan zijn band, zo fanatiek gaat hij op het kleine podiumpje tekeer.

Pelgrim probeert zich te onderscheiden met jazzy invloeden maar dat komt niet helemaal uit de verf omdat die stijl niet past bij de typische metalstrot van zanger Zaman. Al het enthousiasme van de  band kan niet verhullen dat dit uiteindelijk toch geen goed optreden is, al hoeft dat niet helemaal aan Pelgrim zelf te liggen. De beroerde mix neemt gewoon veel plezier weg: de hi-hats klinken irritanter dan een tandartsboor en plots horen we ergens op de achtergrond nog iets van een klavier. Of is dat nou gewenste verbeelding? (GW)

Buiten is goed merkbaar dat de lente in aantocht is, het zonnetje schijnt en de vogeltjes kwinkeleren een hoogst aandoenlijke en opgeruimde symfonie bijeen, maar binnen in Patronaat is het aardededonker en is de grote zaal in nachtelijke sferen gehuld dankzij de drukkende atmosfeer in de muziek van Humanity’s Last Breath. Het zware djentgeluid van deze Zweden is nietsontziend en met de lage, dreigende  brulstem van Filip Danielsson is de netelige sfeer compleet. Deze muziek kruipt onder de huid, tot diep in elke lichamelijke vezel om zich daar vast te klauwen: tenenkrommend en heerlijk tegelijk. De twee gitaristen van Humanity’s Last Breath vegen ondertussen de vloer van het podium aan met hun lange haren, zo diep wordt er geheadbangd. Ondanks technische ongemakken tijdens het begin van het optreden wordt het publiek aan de overwegend lange haren erbij gesleurd en niet meer losgelaten voordat de laatste noot geklonken heeft. (BS)

Uneven Structure. Of: Meshuggah-light, want het is wel duidelijk waar de Fransen hun inspiratie vandaan halen. Uit Zweden dus. Zanger Matthieu Romarin legt het optreden gestoken in een lange jas en de ogen gesloten af. Pas als het tempo omhoog gaat opent hij deze (zijn ogen dus, niet de jas) en zien we een gezicht vol vuur en passie. Mooi om te zien, maar voor uw anonieme verslaggever zijn de keren dat dat gebeurt veel te spaarzaam en te kort. Daar komt bij dat alles nogal veel van hetzelfde is.

Patronaat staat echter ademloos toe te kijken en te luisteren en schudt op de juiste momenten het hoofd. De kritiek van de afgevaardigde van Zware Metalen wordt dus niet gedeeld. Objectief bekeken doet Uneven Structure het best aardig, maar de combinatie van ambient/djent/progressieve post-metal komt bij ondergetekende niet aan. (GW)

Het Franse Gorod uit Bordeaux (dat oorspronkelijk begon in 1997 onder de naam Gorgasm, maar gaandeweg in 2005 de naam heeft veranderd om verwarring met hun Amerikaanse collega’s te voorkomen) straalt een flinke dosis energie uit. Hun progressieve, technische deathmetal klinkt bij tijd en wijle behoorlijk groovy, daarbij komt Julien ‘Nutz’ Deyres met zijn schreeuwerige grunt, soms ook al piq squelend er nog overheen. We luisteren onder andere naar Inner Alchemy van meest recente album A Maze of Recycled Creeds uit 2015. En naar State of Secret van album Leading Vision uit 2006.

Gorod speelt een technisch indrukwekkende en strakke set, met een invaller op bas. ‘Let’s see if he learned his lessons well’, roept Deyres en dat blijkt inderdaad het geval. Daarnaast strooit de zanger tussen de bedrijven door met Nederlandse woorden als ‘godverdomme’ en ‘proost’, wat grappig uitpakt met een Frans accent. Tijdens het laatste nummer maakt de frontman met zijn beide handen een hartje, een gebaar dat in schril contrast staat met de inhoud van hetgeen zich op dat moment in het podium en in de ether voltrekt. De bandleden zelf kunnen op dat moment hun (glim)lach ook niet onderdrukken. Een zeer ontspannen en monter optreden van deze Fransen.

Bossk start het live-seizoen dit jaar met een optreden op Complexity Fest en doet dat alles behalve onverdienstelijk. Deze Engelse avant-gardisten, geboorteplaats Kent, verstaan hun vak als het gaat om het experimentele avontuur. Het optreden is één lange luisterervaring. Neem een biertje in de hand en hoppa, gooi die zintuigen maar wagenwijd open.

Het eerste deel van het optreden is volledig instrumentaal, vervolgens komt vocalist Sam Marsh ook aan bod met lange uithalen waarbij hij de mond steeds wagenwijd openspert. Beide gitaristen hebben een collectie aan pedalen bij zich om ‘u’ tegen te zeggen. De belichting is minimalistisch en stemmig, de atmosfeer is schoon en duister tegelijk. Bossk heeft naast een tweetal EP’s, een single, een split en wat compilatiemateriaal één full-lenght album getiteld Aura Noir. Het optreden van vanavond staat dan ook grotendeels in het teken van deze eerste langspeler. The Reverie, Define, Heliopause, Atom Smasher en Kobe worden gespeeld en het zijn stuk voor stuk unieke kunstwerkjes. Kortom, vrijwel onmogelijk om je er niet door te laten bekoren.

Dat extreme muziek ook samengaat met een zachte, tedere kant bewijst het IJslandse Agent Fresco. Deze band is ongetwijfeld de populairste act op Complexity Fest tot nog toe: de grote zaal is afgeladen vol en een indrukwekkend aantal aanwezigen kent de teksten regel voor regel uit het hoofd. Vooral het nummer Dark Water van het meest recente album Destrier brengt een emotioneel geladen golf van herkenning op gang. De zalvende stem van Arnór Dan Arnarson, die op sommige momenten ook breekbaar kan aandoen (zoals in het nummer Wait For Me dat gaat over het afscheid van zijn overleden vader), maakt blijkbaar diepe indruk op velen. En het is waar: Agent Fresco biedt absoluut kwaliteit, maar het moet wel in je straatje liggen. De muziek is in eerste instantie popachtig, jazzy en vooruit, af en toe veroorloven de heren zich ook een meer heftige muzikale uitspattingen die neigen naar metal. Þórarinn Guðnason verdeelt zijn tijd en aandacht gedurende het optreden, heel knap, tussen keyboard en gitaar.

Het blijkt dat de IJslanders lange tijd niet meer op het podium hebben gestaan en dat er ook niet veel shows in het verschiet liggen. Het goede nieuws daarentegen is dat Agent Fresco werkt aan een nieuw album. Tijdens het laatste nummer springt Arnarson van het podium en houdt mensen hun handen vast en deelt knuffels uit. ‘You’re the best community in the world’, luidt zijn afscheidsboodschap. Het publiek in de zaal is het hier roerend mee eens.

Na Agent Fresco is het Engelse Napoleon wel even andere koek. Frontman Wes Thompson doet heel erg zijn best om het publiek te laten springen op het post-punk/hardcoregeweld, en schreeuwt daarbij op indrukwekkende wijze de longen uit zijn lijf, maar het publiek van Complexity Fest lijkt hier niet echt voor te porren. En dat is jammer. Zeker gezien de tomeloze energie die de band tentoonspreidt op het podium; het staat allemaal in schril contrast met de activiteit in de zaal.

Thompson gooit het nog even over een andere boeg en zegt ‘I know we’re a bit different from the line-up’ en probeert vervolgens met extra uitleg het publiek in de zaal in de gewenste stand te krijgen, maar het mag niet baten. Napoleon speelt vanavond zijn set voor slechts een enkele geïnteresseerde, maar het is zeker een goed optreden. En uw verslaggeefster van dienst kijkt met bewondering toe hoe de band evengoed alles geeft en haalt haast opgelucht adem als de Engelse hardcore-formatie met afsluitend nummer Afterlive toch nog een groepje mensen vooraan bij het podium enthousiast krijgt. Beter laat dan nooit. (BS)

Obscura is twee nummers onderweg als zowel de bassist Linus Klausenitzer als gitarist Rafael Trujillo een solo hebben gehad. Als zij niet in de spotlights staan, worden die ingevuld door zanger/gitarist Steffen Kummerer en diens donkere grunt of krijsvariant daarop. Obscura zorgt voor muzikaal vakmanschap op de vierkante millimeter, al geldt dat niet voor de geluidsman: de drums van Sebastian Lanser klinken nogal dof.

Het vooroordeel dat Duitsers geen gevoel voor humor hebben, gaat vandaag niet op. Kummerer vraagt of de aanwezigen zin hebben in iets ‘technisch’. De zaal lacht. Daarvoor zijn we hier immers vandaag, waarna de band Perpetual Infinity van het laatste album Akróasis inzet. Met Sermon of the Seven Suns komt ook het eerste nummer van die plaat voorbij, maar de geschiedenis wordt niet vergeten, als Anticosmic Overload (afkomstig van het tweede album Cosmogenesis) van stal wordt gehaald

Spelen in Obscura moet de natte droom van iedere bassist zijn, want het komt niet vaak voor dat een bespeler van dat instrument zo’n prominente rol in de muziek van een band heeft. Linus Klausenitzer bespeelt een fretloze variant van de bas en heeft de tijd van zijn leven, al blijft de zingende gitarist Steffen Kummerer dé blikvanger van de band, als hij tekeergaat op zíjn speeltje, hem soms zelfs helemaal op de hals bespelend. De niet heel volle grote zaal kijkt bewonderend toe.

Iedereen die dit leest heeft wel eens te horen gekregen dat zijn favoriete muziek herrie is. Teringherrie in sommige gevallen zelfs. Welnu, in het geval van het Schotse Frontierer klopt dat, al houden de heren het zelf op math metal/core. In de praktijk betekent het evenwel dat de muziek volledig in het teken staat van menselijk luchtalarm Chad Kopper. Alle breaks, geluidseffecten en andere muzikale uitstapjes lijken alleen maar pauzemuziek voordat Kopper zijn smoel weer kan opentrekken en dat maakt de zanger dus gelijk de sterke als de zwakke schakel van het gezelschap dat zo vakkundig probeert de tweede zaal van Complexity Fest te slopen. Op de bassist na dan, die staat meestentijds met z’n bas zó hoog opgetrokken dat hij niet zou misstaan bij The Beatles. Het valt in elk geval in goede aarde, de muziek van Frontierer, vandaag in Haarlem. Dankzij een lekker fel optreden. (GW)

Noors multitalent Ihsahn is hoofdgast van Complexity Fest en heeft speciaal voor de gelegenheid een headlinershow in elkaar gezet van zijn werk als soloartiest met een vleugje aandacht voor die andere belangrijke band die hij ooit begon, Emperor, waarmee hij inmiddels weer verschillende reünieshows heeft gedaan en ook nog op de planning heeft staan (onder andere de aankomende editie van Graspop).

Samen met drie jonge muzikanten op gitaar, keyboard en drum, trapt Ihsahn af met Hiber en Pulse van album Das Seelenbrechen. Hierna pakt de Noor een gloednieuwe zevensnarige gitaar op, die – leuk detail – is vervaardigd door Nederlandse instrumentenbouwers en die hij voor het eerst live zal uitproberen in het nummer Pressure. Uit de intense wijze waarop de grootmeester zijn nieuwe en tevens unieke speeltje bespeelt, mogen we concluderen dat het meer dan bevalt. Hierna volgt Untill I too Dissolve en het prachtige, afwisselende Frozen Lakes on Mars van album After uit 2010.

Na Celestial Violence van het meest recente album Arktis. (evenwel zonder Einar Solberg van Leprous die de oorspronkelijke vocalen heeft ingezongen, Ihsahn noemt de onderneming dan ook ‘a bit scary’) is het tijd voor een Emperor-medley (‘believe it or not, before I did this I played in a boyband. The band called Emperor’). Verscheidene harten in de zaal beginnen verwachtingsvol te kloppen bij het aanhoren van deze boodschap, maar voor de echte Emperor-fans lijkt een versie in deze setting toch niet echt te kunnen bekoren. Uw verslaggeefster van dienst laat zich het volgende influisteren door een Emperor-kenner: An Elogy of Icaros wordt langzamer gespeeld dan het origineel en met minder felheid. Ook de bas wordt node gemist. Tja…

Dan maar gauw terug naar het solowerk met Tacit en het magnifieke nummer My Heart is of the North. De set wordt afgemaakt met The Paranoid van album Eremita en het meer recente Mass Darkness. Met tot slot het instrumentale Grief gevolgd door The Grave laat Ihsahn zien terecht een artiest te zijn van wereldformaat.

Na dit formidabele optreden zwaaien uw redacteuren van dienst af. Complexity Fest gaat echter nog even door met optredens in de kleine zalen. Voor de nachtbrakers. (BS)

Foto’s:

Niels Vinck fotografeert

Datum en locatie:

25 februari 2017, Patronaat, Haarlem

Link: