Khemmis lijkt sneller albums uit te poepen dan dat Angelina Jolie kinderen adopteert. Nadat er al menige veer in de reet werd gestoken voor het debuutalbum Absolution, volgde er een stortvloed aan lof voor de fenomenale opvolger Hunted. Nu is er, net anderhalf jaar later, dit nieuwe wapenfeit Desolation. Dat brengt de score op drie albums in vier jaar tijd voor dit uit Denver afkomstige kwartet, wat geen misselijke opbrengst is. Dat de band lekker in zijn vel zit bleek dit jaar ook op Roadburn, waar hij een uitstekend optreden gaf. Alles wijst er dus op dat ook dit derde schijfje een succesverhaal zal zijn. Toch hield ik mijn hart vast toen deze door mijn digitale brievenbus werd gekieperd. Veel bands starten hongerig, klaar om de wereld te veroveren, en leveren hun beste werk dan ook aan het begin van hun carrière af. Echter zijn er slechts enkelen die deze vorm weten vast te houden. Zou Khemmis het vloeien van de creatieve sappen in dit moordende tempo kunnen behouden?
Voor mensen (of abstracte objecten, want wij van Zware Metalen zijn natuurlijk ontzettend genderneutraal) die niet weten wat dit kwartet voor muziek maakt: neem een onsje Pallbearer en voeg er een paar scheppen klassieke metal aan toe in de trant van Iron Maiden. Het resultaat is emotioneel gedreven doom, gebouwd op cleane vocalen en de nodige gitaarsolo’s, maar dan wel met een set ferme testikels. Met name dat laatste schemert meer door op deze derde langspeler. Wellicht dat het iets te maken heeft met het geboekte succes, of misschien probeert de band zich na twee albums wat meer te distantiëren van zijn wortels, maar ongeacht de reden: iets of iemand heeft een vuurtje onder de reet van Khemmis aangestoken. De grooves zijn agressiever, er zijn meer screams te bekennen, het tempo ligt moordend hoog (voor een doomplaat tenminste) en het stikt van de vierkwartsmaat “chugga chugga”-riffs. Kortom: de band heeft het haar op de tanden laten uitgroeien en tevens een woeste houthakkersbaard op het tandvlees laten staan. De enige uitzondering hierop is de epische afsluiter From Ruin, al breekt ook dat nummer op de helft open door zijn stevige tempowisseling en duizelingwekkend snel geshredde, vijfenzeventig seconden durende, duellerende, Baroness-achtige solo, die vervolgens uitmondt in een hartverscheurende finish.
De vergelijkingen met die laatstgenoemde band houden daar niet op overigens. Zo prefereerden beide bands op hun eerdere werk wat langere, uitgesponnen passages, maar zijn de nummers met name op hun meest recente albums wat korter en bondiger. Echter, waar Baroness deze wijziging in lengte paart met een transformatie naar een wat zachter karakter (meer cleane vocalen, een commerciëlere sound), gaat Khemmis de andere kant op en levert zijn meest gehaaide en gedreven album tot dusver af. En dat doet de band in een slankere, meer doeltreffende vorm. Een veel gehoord kritiekpunt op het recentere werk van Baroness is dat de sludge-invloeden te ver naar de achtergrond zijn geschoven en daarmee is verloren wat de band in eerste instantie zo speciaal maakte. Hoewel ik die mening zelf niet deel, snap ik de argumenten wel. Khemmis vermijdt deze valkuil gelukkig, door wel kaarsrecht te balanceren op het koord dat gespannen is tussen aanstekelijkheid en melodie aan de ene kant, en verpulverend zware riffs en algemene plompheid aan de andere. Nergens leunt de band te ver naar één kant toe, en als er dan toch een moment te bespeuren valt waarop het gezelschap dat wel lijkt te doen, zwenkt het precies op tijd de andere kant in dankzij de gestroomlijnde structuur van deze zes nummers. Dit is dan ook het knappe van dit album: hoewel de band op plekken nog steeds de tijd neemt om zijn punt te maken (het is en blijft doom tenslotte), blijft hij constant bestoken en verrassen met de zoveelste, ijzersterke riff, lick, groove, tempowisseling, accentverplaatsing, zanglijn of een variatie hierop. Het resultaat van de liposuctie is dus een prachtige, en er gaat niets verloren van de elementen in de optelsom die deze band maakt tot wat hij is.
Khemmis scoort met Desolation een voltreffer, en maakt daarmee een feilloze hattrick compleet. Drie albums op rij maken die allemaal een bizar hoog niveau weten te halen is zeldzaam, en in dat opzicht past de titel van deze plaat perfect in het plaatje van deze band: de genregenoten worden eenzaam en alleen achtergelaten, terwijl Khemmis lachend in de achteruitkijkspiegel kijkt. Essentiële kost voor liefhebbers van moderne, melodieuze doom, en tevens een zekere kandidaat voor jaarlijstjes.
Score:
88/100
Label:
Nuclear Blast, 2018
Tracklisting:
- Bloodletting
- Isolation
- Flesh to Nothing
- The Seer
- Maw of Time
- From Ruin
Line-up:
- Ben Hutcherson – Vocalen, gitaar
- Phil Pendergast – Vocalen, gitaar
- Daniel Beiers – Basgitaar
- Zach Coleman – Drums
Links: