Ershetu – Xibalba

Laat ik heel eerlijk zijn: ik ontdekte deze band eerder bij toeval. Begin maart deelde Blut Aus Nord namelijk op zijn Facebookpagina het nieuws dat de instrumentale versie van het nieuwe Ershetu-album (dat reeds uitkwam in 2023) eindelijk was opgenomen. Daar stonden enkel het intrigerende bandlogo, een link naar de bandpagina en de vermelding “Another colossal work of composition” bij. Eén klik verder ontdekte ik een band die, zoals ze het zelf verwoorden, “cinematische muziek, waarin epische, obscure en atmosferische black metal vermengd wordt met de aangrijpende dramatiek van filmmuziek” maakt, klaarblijkelijk vanuit een fascinatie voor verschillende culturen. Mijn interesse was onmiddellijk gewekt.

Xibalba is het rijk der schaduwen in de mythologie van de Maya’s: een meer dan geschikt onderwerp voor een blackmetalband als je het mij vraagt. Het gelijknamige album is een debuutplaat, uitgebracht door het Franse kwaliteitslabel Debemur Morti Productions. Nu denkt u waarschijnlijk “Daar moet meer achter zitten…”, en dat klopt inderdaad. Hoewel Ershetu in 2021 werd opgericht door Void (verantwoordelijk voor het concept en de teksten) en Sacr (componist), zijn het toch vooral de andere bandleden die tot de verbeelding spreken. Niemand minder dan Lars Are Nedland (Borknagar) is op dit album verantwoordelijk voor de vocalen en de (extra) gitaar en basgitaar worden hier gehanteerd door Vindsval (Blut Aus Nord, vandaar ook de aankondiging op hun pagina).

Ershetu is in zijn essentie een Franse band, of beter gezegd: een Frans project. Visionairs Void en Sacr hebben namelijk grootse plannen met hun geesteskind. Xibalba is slechts het eerste album van een reeks releases die zich zullen toespitsen op het verkennen van de opvattingen over de dood in verschillende culturen en religies. Zoals de albumtitel al doet vermoeden richt Xibalba zich op de cultuur van de Maya’s uit Midden-Amerika. Het is een conceptuele interpretatie van de Popol Vuh, een historisch-mythologische tekst van het K’iche’ volk, die handelt over de schepping en de geschiedenis van het volk. De bedoeling hiervan is voornamelijk om de luisteraar te transporteren naar een oeroude wereld waarin leven en dood nauw verweven lagen.

Bij dit soort op Meso-Amerikaanse culturen geïnspireerde muziek verwacht ik eigenlijk vooral paganeske instrumentkeuzes, evocatieve geluiden uit het regenwoud, het geschreeuw van onverschrokken krijgers en een muzikale uitdrukking van de wispelturigheid van bloeddorstige natuurgoden. En in zekere zin is dat ook wat Ershetu ons hier verschaft. De enige andere band waarmee ik kan vergelijken omwille van het hanteren van dezelfde thematiek is het Mexicaanse Yaotl Mictlan, maar de aanpak en de invalshoek was daar helemaal anders. De bandleden van Yaotl Mictlan beriepen zich namelijk op hun eigen Mayaanse identiteit en de muziek was dan ook geschreven vanuit nationalistische trots en de daarbij horende ideologie. Een benadering van binnenuit zeg maar, terwijl het werk van Ershetu eerder beschrijvend, observatief is: een karakterisering van buitenaf dus.

Er is nog een ander fundamenteel verschil tussen de aanpak van Yaotl Mictlan en Ershetu. De eerstgenoemde band trekt voluit de kaart van atmosferische black metal (zelfs met Scandinavische, Oost-Europese en post-black trekjes), waarbij traditionele instrumenten en melodieën eerder een ondersteunende rol hebben. Ershetu gaat echter all-in als het gaat om het evoqueren van de sfeer van historische, Midden-Amerikaanse inheemse stammen en de ongetemde ziel van het hen omringende oerwoud. Het is van bij de eerste minuten duidelijk dat Void en Sacr daarvoor precies de juiste stijlkeuzes hebben gemaakt. Zowel instrumentaal als vocaal is dit tegelijkertijd een teletijdmachine als een vliegticket naar Mexico. Wie zat te wachten op de perfecte muzikale interpretatie van de Maya-cultuur, heeft eindelijk zijn doel bereikt.

Dit Xibalba is oprecht een juweeltje van compositorische uitmuntendheid. Het album is werkelijk zo onwerkelijk goed dat ik niet precies weet waar ik moet starten met mijn lofzang. Bij het begin dan maar?

De titel zegt het al: Enter the Palace Of Masks is een intro. Een (letterlijke) openbaring op muziek eigenlijk. Het prikkelt de fantasie zodanig dat het onmiddellijk beelden bij je oproept: Je baant je een weg door de jungle en voelt het kalmerende effect van de geluiden van het woud (dankzij warme, volle fluittonen) en de neervallende regen (uiteraard dankzij het gebruik van rainsticks). Door de symfonische achtergrond in de muziek bouwt de spanning wel al snel op en wanneer je op dat moment de zachte tonen van de loepzuivere stem van Lars Nedland hoort, dan besef je dat dit de juiste persoon op de juiste plaats is. Nedlands stem slaagt erin om zowel kracht, mystiek als sereniteit over te brengen, en dat zijn nu net de emoties die deze intro wil uitdragen. De pure schoonheid die je zal ontdekken op Xibalba komt nu al aan de oppervlakte, en we zijn nog maar een halve minuut ver in het album.

Over ontdekken gesproken: de muzikale ontdekkingsreis die Enter the Palace Of Masks is komt nu in een stroomversnelling, opgebouwd door middel van een crescendo van tribale ritmes. Precolumbiaanse trommels vervoegen het muzikale spectrum van de fluit, de rainsticks, de orkestratie (hoewel op de achtergrond) en de zoetgevooisde stem van Lars Nedland. Prachtig toch hoe hier alles samenkomt in een steeds sneller wervelende aanloop richting, naar wat ik aanneem, het Paleis der Maskers (dit is trouwens een bestaande archeologische site in Kabah, Mexico). Een dissonant van de fluit kondigt aan dat we het mythische paleis hebben bereikt. De sfeer wordt spookachtiger en dreigender wanneer we het paleis binnengaan. Een Game of Thrones-achtige houtblazerssequentie voegt een gevoel van urgentie toe terwijl er vocaal vanalles openbloeit. De hoge zang van Nedland neemt ons helemaal terug mee naar Ásmegins heerlijke debuut Hin Vordende Sod & Sø. De intro eindigt meerstemmig.


Eén van de meest iconische nummers op deze plaat is From Corn To Dust. Het sluit ook perfect aan bij de intro, zonder er echt in over te lopen. Het symfonische en tribaal-instrumentale aspect van de muziek neemt ook nu weer de overhand, aangevuld door de drums, die zeer organisch en soepel klinken (een keuze die hier uiteraard perfect past). De gitaren komen maar af en toe, in de snellere delen, aan de oppervlakte en op dat moment worden ook de cleane vocalen vervangen door een hese, bijna fluisterende, rauwe stem.

Op ongeveer zes minuten tijd krijgen we een heel verhaal te horen over godenverering en rituele offers. Compositorisch zit dit zo voortreffelijk in elkaar dat elke seconde een plezier is om te beluisteren. Er wordt heel regelmatig gewisseld van motief, ritme, instrumentatie en sentiment (intens, episch, sereen of toch net iets ruiger), maar echt bruut wordt het nergens. From Corn To Dust is, net als het hele album trouwens, een complexe en gelaagde sensatie, maar dat doet op geen enkel moment af van de luisterervaring. Het nummer bevat bijzonder veel sfeer en melodie en het zijn vooral de traditionele instrumenten die je met hun helder tonenspectrum en hun opzwepende ritmes doorheen de (schijnbaar) ondoordringbare klankenjungle van dit Xibalba gidsen. De excellentie van de orkestrale structuren en evocatieve melodieën wordt dan ook nog eens aangevuld met de meest fijnbesnaarde cleane zang die ik al in lang heb gehoord. Nedland overtuigt zowel in de ritueel-sacrale sfeerpassages als in de meer vertellende stukken. Het geheel is hier meer dan de som van de onderdelen en blijft lange tijd kleven in je bewustzijn én onderbewustzijn. Passie, drama en esthetiek: From Corn To Dust zal je niet onbewogen laten.

Maar als ik dan toch een persoonlijke favoriet moet aanduiden op dit meer dan uitstekende album, dan is het wel The Place Of Fright. Gezien het inhoudelijke aspect beschouw ik dit als het titelnummer van Xibalba. Wat me zo aanspreekt in deze track is de grote emotionele diepgang, waardoor The Place Of Fright nog meer ziel lijkt te bezitten dan From Corn To Dust. Dat is grotendeels het gevolg van een wisselwerking tussen de gepassioneerd gezongen, vaak meerstemmige vocalen (let ook op de minder opvallende, maar even geëmotioneerde schreeuwen daartussen), de sentimentele klanken van de fluit en de epische diepgang van de achterliggende orkestratie. Lars Nedland zorgt even voor een klassiek Borknagar-momentje (de liefhebber van deze band zal het wel herkennen), maar het is de snelle violensequentie die daar op volgt, in combinatie met de zang (“A Place of Fright”), die me altijd weer naar dit nummer doet teruggrijpen. De strijkers snijden door de ether als rituele messen door een weerloos mensenoffer. Fantastisch!

Naast de geslaagde harmonie tussen schoonheid, onrust en symfonische grandeur blinkt The Place Of Fright ook uit in het creëren van een krachtige dynamiek die de luisteraar bij de strot grijpt en aan de cassettespeler/cd-speler/platenspeler kluistert (alle drie deze formats zijn beschikbaar trouwens). Zoals gezegd ligt over dit alles een waas van emotie: hoop en overtuiging, maar ook melancholie.

In feite wordt The Place Of Fright in twee delen gesplitst door een indrukwekkende (en naar de normen van dit album behoorlijk stevige) logge passage die we na 4:43 te horen krijgen. Blijkbaar is dit het startsein voor Ershetu om al haar troeven op tafel te leggen. Het tweede deel van The Place Of Fright beschouw ik dan ook als één van de hoogtepunten van Xibalba. Alle elementen die dit album zo rijk en pakkend maken worden hier in hun overtreffende trap gepresenteerd. De emotionele diepte is hier dieper, de melodieën zijn aangrijpender, de toon is epischer en de cleane zang getuigt hier van zo’n uitzonderlijke schoonheid dat ik diep geraakt wordt. Wat een magisch stuk muziek!

“Als die eerste drie nummers al zo’n indruk maken, wat hebben de andere drie dan nog te bieden?”, zal u misschien denken. Het is toch schier onmogelijk om dit niveau van uitmuntendheid aan te houden én tegelijkertijd boeiend en verrassend te blijven? Wel, blijkbaar is het toch mogelijk, want de tweede helft van Xibalba toont nergens een terugval. Cult Of The Snake God valt vooral op door zijn snelheid en intensiteit, maar is over het algemeen ook wat duisterder van toon dan de voorgaande composities. Het nummer wordt met veel gevoel voor urgentie continu vooruitgestuwd; een perfecte muzikale belichaming van de fanatieke overgave van de gelovige in zijn lofzang tot Kukulcán, de gevederde Slangengod van de Maya’s. Er is wat minder afwisseling aanwezig op Cult Of The Snake God omdat de afzonderlijke passages hier meer de kans krijgen om zich te ontplooien en zich verder te ontwikkelen.

Void en Sacr moeten op dit punt het gevoel gehad hebben dat het album, na de toch wel intense wervelwind van Cult Of The Snake God, nood had aan een afkoelmomentje. Een sacraal moment van contemplatie. De start van Hollow Earth brengt net die rust die daarvoor nodig is. De galmende orgel(?)melodie zwelt heel geleidelijk aan, waarna het centrale thema in alle hevigheid hernomen wordt. De sublieme cleane zang vormt hier het perfecte tegengif tegen de stuwende intenties van de drums en opnieuw zijn het de fluitmelodieën die voor structuur en identiteit zorgen. Een volgend thema presenteert zich na opnieuw zo’n rustmoment, maar nu veel abrupter. Op heldhaftige en bijna speelse manier zet het nummer zich nu verder, vooruitgeduwd door een onvermoeibare basdrum, gekleurd door lichtvoetige fluitfantasieën, van diepgang voorzien door Nedlands zang en van ritme voorzien door xylofoon-achtige virtuositeiten.

Wie nu denkt dat deze muziek té hoogdravend en té verfijnd is om voldoende impact te kunnen ontwikkelen, moet maar eens naar het laatste deel van Hollow Earth luisteren, een stuk dat volgt op een boosaardig staaltje pikzwarte brutaliteit. Je wordt hier werkelijk omvergeblazen door een sonische orkaan die je optilt, meesleurt en naar hogere sferen brengt. De intensiteit ligt hier bijna ondraaglijk hoog, maar het is genieten geblazen, temeer omwille van de genialiteit waarmee muzikale thema’s uit vorige stukken in deze passage verweven worden.

Wanneer de zon ondergaat en de schaduwen lengen, komt een mysterieuze vogel naar het land van de Maya’s. De Tunkuluchú doet de stamleden beven van schrik wanneer hij zijn lied zingt, dat de dood aankondigt. En verdorie, ook nu weer is de aanpak van het nummer helemaal anders dan op de voorgaande tracks. Wat een weelde stelt Ershetu toch tentoon op dit album! Traditionele bezweringen en rituele gezangen wisselen af met een vurige vertolking van het verhaal van de Grote Uil. Ik besef dat ik zo ongeveer alle superlatieven al heb bovengehaald in deze recensie, maar als het op gezongen storytelling aankomt dan kent het lied van Tunkuluchú toch zijn gelijke niet, zelfs niet op dit album. Je voelt je ook onmiddellijk aangesproken om mee te zingen. In het laatste deel duetteren stem en fluit even met elkaar, waarna op bombastische wijze ook nog eens een symfonisch blackmetal-einde aan dit overrompelend sterke album wordt gebreid.

Hulde aan Void en Sacr, maar ook aan Nedland en Vindsval, die er met hun voortreffelijk meesterschap in geslaagd zijn om het perfecte Midden-Amerikaanse folkmetalalbum te creëren. Ik ben heel erg onder de indruk van elk aspect van deze plaat: de compositie, de melodieën, de zang, de toevoeging van traditionele instrumenten, de diepe emoties, de sfeerschepping, de intensiteit, de balans tussen en binnen de nummers, de heldere productie, de teksten én de prachtige hoes. Het risico lopend dat ik mijn geloofwaardigheid verlies (want het is niet de eerste keer én het is eigenlijk een niche-album), kan ik enkel maar het maximum toekennen aan dit album. Wie een puntje van kritiek vindt mag het mij zeker laten weten, maar ik hoor het niet.

Nog een laatste toevoeging: dit jaar (2024 dus) is zoals in de inleiding vermeld dus ook de instrumentale versie verschenen. Dit heeft als behoorlijke nadeel dat het de stem van Lars Nedland mist, maar anderzijds komt de instrumentale symbiose hier nog net iets beter uit de verf. Eveneens een aanrader dus!

Score:

100/100

Label:

Debemur Morti Productions, 2023

Tracklisting:

  1. Enter the Palace Of Masks
  2. From Corn To Dust
  3. The Place Of Fright
  4. Cult Of The Snake God
  5. Hollow Earth
  6. Tunkuluchú

Line-up:

  • Sacr – Alle muziek
  • Void – Concept en teksten
  • Lars Are Nedland – Stem
  • Vindsval – Gitaar, basgitaar
  • Intza Roca – Drums en andere vormen van percussie

Links: