Groezrock Indoor 2018

Uw redacteur Michiel kraaide driemaal hoera toen hij hoorde dat hij bij de allereerste Groezrock Indoor mocht zijn. Michiel en Groezrock gaan al jaren hand in hand en heeft op de wei in Meerhout een aantal van zijn favoriete concerten meegemaakt. Ditmaal is de locatie de Muziekodroom (MOD) in Hasselt, geen onbekende voor festivals. Zo organiseert ze jaarlijks onder andere het Play Festival en worden er via MOD LOUD regelmatig bands uit het hardere genre geboekt. Voor mij is dit een ‘match made in heaven’, maar draait het zo ook uit? De foto’s in dit verslag zijn gemaakt door Lies Gaethofs, waarvoor welgemeende dank!

Aankomen doe ik rond half vier en het eerste wat me opvalt is dat het publiek vooral bestaat uit leeftijdgenoten, en dat een aanzienlijk aantal daarvan vrouw is. Toch wel een verschil met de outdoor editie van 2017. Dat publiek bestond voor het grootste deel uit mannen in hun dertiger en veertiger jaren. Zou het iets te maken hebben met de locatie? Aan de affiche lijkt het me niet meteen te liggen, die pronkt vooral met Reel Big Fish, Less Than Jake en Anti-Flag als publiekstrekkers. Alle drie bands met meer dan twee decennia aan ervaring, die punks van alle leeftijden wel kunnen smaken. Voor de rest staan er vooral wat meer nichebands zoals Will Haven en ook jonger geweld, SONS en Milk Teeth bijvoorbeeld, op de planken. Er passeren vandaag tweeëntwintig bands verspreid over drie podia en dat leidt spijtig genoeg tot overlappende sets. Gelukkig is het makkelijk doorschuiven tussen podia en is het overal aangenaam druk. Daarbovenop is het nooit lang aanschuiven voor eten, drinken of bonnen, ondanks een uitverkochte editie. Daarvoor alleen al mijn complimenten aan de organisatie.

De eerste band die ik zie is Gouge Away in de 45, lees forty-five, de dansclub onder de Muziekodroom. Bij binnenkomst is de band al haverwege de set en begint net aan een rustiger post-punk nummer. Het kan me wel smaken, met veel echo op de stem, maar de band, en vooral de zangeres, kijkt verveeld. Gouge Away schakelt hierna terug naar wat harder materiaal en bloeit open, maar eindigt tien minuten te vroeg en op zeer abrupte wijze de set.

Veel tijd om me hier vragen bij te stellen heb ik niet, want Black Peaks speelt aansluitend in de grote zaal. De band uit Brighton, Engeland, staat sinds de release van het debuut, Statues, bovenaan mijn lijst van meest interessante nieuwe bands en met de opvolger All That Divides doen ze die status meer dan eer aan. De band speelt een soort van math rock met Mastodon-, Tool- en Deftones-invloeden. Het publiek staat aandachtig mee te knikken op de progressieve riffs, maar ik en mijn vrienden staan meer dan een beetje te glimlachen en genieten ten volle. Black Peaks geeft een bloemlezing van technische riffs, maar maakt het het publiek niet makkelijk door de twee traagste en meest atmosferische nummers in de set te plaatsen: Aether en Say You Will. Maar al met al maakt het viertal een goede beurt voor wat misschien niet helemaal het doelpubliek is.

In de 45 maken de jonge Belgen van SONS hun opwachting. De lichten gaan uit en de zaal verandert voor even in een 90’s rave party. Het publiek lust hier meer dan pap van en wanneer de band de snedige garagerock inzet aan een hoog tempo weet je dat het raak is. De eerste spontane pit en bierdouche ontketenen zich in de eerste volle zaal. De band kent alle trucs van de foor en laat het publiek moshen, crowdsurfen en op de knieën gaan. Bij de cover van Lonely Boy wordt er luidkeels meegezongen en gedanst. De drummer speelt zonder metronoom en retestrak. De gitaarsolo’s zijn zo belachelijk simpel en passen perfect binnen de muziek en de zanger krijgt deze muziek gedragen met zo weinig moeite. Tegen het einde verliest de gitarist zijn bril door te enthousiast te spelen en iets zegt me dat dat nog veel vaker zal gebeuren. Een tweede rave party ontketent zich na de show en dat is koren op de molen voor het publiek. Lang leve de Belgen, lang leve SONS!

Dan moet ik me haasten om Cancer Bats op het hoofdpodium te zien. Ik kom net op tijd om Hail Destroyer te horen aankondigen. Daarop volgen natuurlijk nog Bricks and Mortar, Lucifers Rocking Chair, Sorceress, Pneumonia Hawk en Sabotage. Het publiek is hier ook helemaal mee. De drums zijn wel minder strak dan ik van Cancer Bats gewend ben en dit valt net na SONS extra hard op.

Silverstein volgt Cancer Bats op het hoofdpodium op en de zaal loopt volledig vol bij aanvang. Ik zeg bij aanvang want de commerciële post-hardcore die hier voorgeschoteld wordt kan velen niet smaken, waaronder mezelf, en we verlaten vroegtijdig de zaal. Een ideaal moment voor een biertje en om de nieuwe van Black Peaks en Will Haven op te pikken bij de merch. Daarbij heb ik het genoegen om met deze laatste nog even te praten over de samenwerking met Stephen Carpenter van Deftones op Muerte tot ze naar beneden moeten om te soundchecken.

Ik volg Will Haven mee naar de 45 en word hier omver geblazen door de extreem laag gestemde gitaren, Aadgbe voor de kenners, en strakke performance van alle bandleden. Waar het publiek heen is na Silverstein kan ik niet zeggen want in de 45 zijn een goeie honderd mensen te vinden. De band begint tien minuten te vroeg zonder zichzelf aan te kondigen en maakt initieel een vreemde indruk. Na twee nummers stelt de band zich voor en maakt de show een ommekeer. Het optreden is compleet verpletterend en met grote voorsprong het beste dat ik vandaag te zien zal krijgen. De band speelt zonder een verder tussenwoord en zonder bullshit de nummers retestrak af en doet het publiek verzeilen in een trance. Wat een band. Beste Groezrock, jullie mogen Will Haven zeker en vast nog eens terughalen. Wow.

Reel Big Fish maakt ondertussen de opwachting in de grote zaal en het wordt me meer dan duidelijk waar al het publiek heen was na Silverstein. Het trio van Reel Big Fish, Less Than Jake en Anti-Flag zijn de grote publiekstrekkers en het merendeel van het publiek weigert halsstarrig om tussendoor de grote zaal uit te gaan. Het is natuurlijk een fijn weerzien met Reel Big Fish en we krijgen talloze meezingers in de vorm van eigen nummers en covers van A-ha en The Offspring.

Uw redacteur van dienst is minder halsstarrig en gaat Trash Boat in de overvolle club nog checken. Dit voornamelijk omwille van de The Regular Show referentie waar de naam Trash Boat vandaan komt. Het geluid is bij deze band minder en je hoort de bas van de 45 eronder heel duidelijk doorkomen in de zaal. Daarbovenop is de zang wat zachter in een nieuw nummer en dit komt gewoon niet door de mix. De geluidsman van Trash Boat heeft nog wat werk te doen. Er wordt ook lelijk gepit voor de vrij makke poppy post-hardcore die de band presenteert. Wel, en wat Trash Boat voortreffelijk doet is de bassist uitdossen in een roze pet en een Rick & Morty shirt.

In de grote zaal is Less Than Jake inmiddels aan de beurt en de opkomst is zoals te verwachten. Als het feest bij Reel Big Fish nog niet was losgebarsten dan hier heel zeker. We zien wel dat de gitarist soms moeite heeft met zijn partijen en dat de trombonist niet altijd wat te doen heeft, maar ach ja, zo is de band nu eenmaal. De show schakelt een niveau hoger wanneer de band de kerel met het meest absurde kapsel op het podium roept achtervolgd door een 8-jarige met een turquoise hanenkam. Deze laatste is het publiek ook nog eens twee keer al crowdsurfend rondgegaan. Daarna roept de band ‘Bill’ nog op het podium, overduidelijk een metalhead met haar tot onder zijn schouderbladen. Bill wordt getrakteerd op een ad fundum en duikt het publiek in. Maar dat blijkt niet voldoende voor Bill want hij staat een nummer later weer op het podium en vraagt om een tweede rondje. Daarop repliceert de band gevat:’We’ve been a band for twenty six years, we better have some more fucking beer’ en zo geschiedt het tweede adje. Hoe Bill het doet weet ik niet, maar hij weet nog een derde biertje te ontfutselen van de zanger en duikt het publiek in. Ik denk dat Bill een topavond heeft en ik ook.

Ik duik nog een laatste keer de Club in om afsluiter Milk Teeth gade te slaan in plaats van headliner Anti-flag en word getrakteerd op de absurdste show van de avond. Om te beginnen moet ik het even over de stijl van de band hebben. De zangeres/bassist is gekleed in een houthakkershemd, heeft een directe, maar dromerige aanpak en is meer dan een genot om naar te kijken en te luisteren. De gitarist daarentegen is van het grote type en heeft een aantal verwarrende vrouwelijke kenmerken: lange krullende haren, grote metalen oorbellen en gelakte nagels. De drummer is een stukje kleiner en heeft een babyface met een baard. Het wordt nog vreemder wanneer de drummer bij het eerste nummer zijn stokken begint te pijpen en doorheen de set de meest afgrijselijke bekken weet te trekken. Daarna springt hij op zijn kickdrum, de overhead mics bijna omver stotend, om eens goed tegen de veertig opgekomen personen te schreeuwen. Absurditeit ten top. De muziek zelf is een soort van punkrock met Nirvana-invloeden en ik vind het niet bijzonder, maar ik heb me kapot gelachen met de groep. Na dit optreden springen er ineens nog wat mensen het podium op die zichzelf aankondigen als The Worriers uit New York en spelen nog twee nummers ter verrassing.

Beste Groezrock en beste lezers, even samenvatten. In totaal heb ik vanavond nul Misfits shirts, acht miccuppende frontmannen, één Dance Gavin Dance shirt en meer dan twintig crowdsurfers gezien. Een hartelijke dank aan het Muziekodroom en Groezrock team voor deze heerlijke avond. Hasselt kan de influx aan harde bands goed gebruiken sinds Pukkelpop besloot The Shelter af te schaffen en ik hoop dan ook op een volgende editie van Groezrock Indoor. Bij deze meld ik me af en wens ik jullie volgend jaar terug te zien. Het smaakt naar meer!

Foto’s:

Lies Gaethofs (Lies Gaethofs Photography)

Datum en locatie:

27 oktober 2018, Muziekodroom, Hasselt, België

Links: