Arm Grafjammer. De primitieve Nederlandstalige necrorockers brachten hun derde album De zoute kwel eind vorig jaar al uit, maar de presentatie van de muzikale smerigheid kon pas vorige week plaatsvinden. Corona gooide vaker roet in het eten dan de patatboer zout in zijn snacks, maar 17 september was het dan toch zover. In het eigen dB’s, in een beperkte setting en dus zittend aan tafeltjes, gooide de band er maar gelijk drie shows achter elkaar uit. Zware Metalen, altijd haantje-de-voorste, was present bij show #1.
Jajempriester trapt het eerste optreden van de Utrechtse blackmetalband sinds wie weet nog wanneer af. Hoewel het derde album dus alweer even uit is, is er wel degelijk iets te vieren. De zoute kwel is vanaf nu namelijk ook verkrijgbaar op vinyl. De band gaat gelijk vol in de aanval en binnen een mum van tijd is iedereen vergeten dat concerten spaarzaam waren de afgelopen maanden. Spelen zullen ze en spelen doet Grafjammer. De zang van Jorre is minder goed te horen, het beukwerk van Jahwe daarentegen te goed, maar dat wordt na een paar nummers beter.
Bijbelgordelgesel volgt van het nieuwe album, maar daarna grijpt Grafjammer terug op ouder werk. Nedernekro had immers een plekje op het vorige album, Schalm & Schabauw. De liefhebbers van de betere muziek die vanavond hun best doen niet van hun stoel te stuiteren, aanvaarden het groots: de handen gaan de lucht in en de hoofden schudden onophoudelijk. Dat doen die van invalbassist Jascal en gitarist Jouter op het podium trouwens ook: de twee lijken een wedstrijdje te doen wiens nek het eerder begeeft. En dat kan bijna onophoudelijk want veel tijd voor praatjes is er niet. De band wil vooral door, door, door. Al concludeert Jorre wel dat het ‘lekker intiem’ is zo zittend, voordat hij Dulle Griet aankondigt.
En zo krijgen we een prettige doorsnede van het muzikale oeuvre van Grafjammer, met als eerste hoogtepunt De bakboordshand, met die verwoestende riff die in staat moet zijn de paar kilometer verderop in de hemel prijkende Domtoren kapot te spelen. En als dat lukt, is het geen enkel probleem om het ding onder de klanken van Zwarte hond binnen de kortste keren weer 112 meter de lucht in te bouwen. Wát een energie! Grafjammer moet hierna nog twee keer: het is te hopen dat dB’s naast de gratis koffie en koekjes ook zuurstofflessen heeft ingeslagen.
Geen tijd voor ademhalen nu, we gaan door met het allereerste Grafjammer-nummer ooit verschenen: Grafjammer. Zijn er heerlijkere dingen dan horen hoe Jorre zijn ‘r’ door gromgruntend door de microfoon laat rollen? Weinig. En De bijlman van Trecht wordt op zo’n intens huiveringwekkende manier gespeeld dat even de angst toeslaat dat de verminkte lijken verborgen op de Utrechtse begraafplaatsen de deksels van hun kisten opzij zullen schuiven om alle levenden de stuipen op het lijf te jagen. Maar nog is de band niet tevreden en raast door met Op de botten van Balthasar Gerards en Affreus, Infaam. Abject.. Het is te hopen dat de Grafjammeraars de eeuwige jeugd hebben, want op deze manier muziek maken lijkt niet tot op hoge leeftijd weggelegd.
‘Nog twee nummers en dan hebben we de volle 33 procent gegeven’, constateert voorman Jorre droog vooruitlopend op de nog twee te geven optredens. Uitgedraaide poten van vertrouwen en Grafjammer’s ode aan hun ‘favoriete Utrechtse seriemoordenaar (drie zekere moorden, minstens twee vermoedelijke) Hans van Zon’: Moord & doodslag & jenever, waarbij de band en passant nog even een extra versnelling weet te vinden. ‘Wij zijn Grafjammer en jullie niet’, roept Jorre tot besluit, waarna hij met zijn maten de aftocht blaast. ‘Nog een liedje’, roept iemand vanaf zijn stoel. Helaas, de beschilderde smeerlappen komen niet meer terug. Na een geluidsexplosie van drie kwartier zit de lol er op, en is de dooddoener ‘kort maar krachtig’ nog nooit zo van toepassing geweest.
Datum en locatie
17 september 2021, dB's, Utrecht
Link: