M.S.G., Nikki Puppet – 18-05-2006, 013 – Tilburg
Levende legendes zijn er in alle soorten en maten. Vaak betreft het hierbij persoonlijkheden met een gebruiksaanwijzing die qua omvang de Dikke van Dale degradeert tot een flyer. Een schoolvoorbeeld van de beschrevene is Michael Schenker. De Duitse gitaargod vocht menig (verbaal) robbertje uit met zijn voormalige bandmaten van U.F.O. en Scorpions en de verhalen die door de jaren heen in de publiciteit verschenen betreffende het wispelturige karakter van de man zijn niet te tellen. Meestal handelt het bij dit soort figuren echter maar om één ding, namelijk de geniale capaciteiten van de persoon in kwestie en de mensheid die “het” maar niet wil begrijpen. En geniaal is Michael Schenker, dat kan eenieder die de blonde Duitser ooit aan het werk zag en hoorde volmondig beamen. Deze avond was er weer zo één waarop Michael met zijn gevolg live te aanschouwen was in ons land en wel in 013 te Tilburg, een perfect podium voor genieën.
Alvorens we ons mogen gaan vergapen aan dit rockicoon moeten de weinige vroege vogels zich eerst door de set van het eveneens Duitse Nikki Puppet heen worstelen en dit is een ware martelgang, beste lezer, waar ik eigenlijk niet te veel woorden aan vuil wil maken. Eerlijk gezegd heb ik nog nooit zo’n kutband op zo’n groot podium gezien en het is mij een raadsel waarom dit viertal niet wordt opgesloten in een oefenruimte met rondom allemaal spiegels, zodat vooral de beide dames iets aan hun presentatie kunnen doen, want dit is werkelijk beschamend. Zangeres Nicky Gronewold weet zich totaal geen houding te geven met haar stompzinnige pasjes en bewegingen, maar het dieptepunt is toch wel bassiste Anke Sobek, die met haar uitstraling van een onschuldig kostschoolmeisje dat er tot haar schrik achter is gekomen dat ze met haar vingers veel leukere dingen kan doen dan in haar neus peuteren, eigenlijk meelijwekkend overkomt. Over de muziek van het viertal hoeven we het al helemaal niet te hebben, die is net zo origineel als een erectie in Yab Yum. Shit, nou heb ik toch nog veel te veel woorden vuilgemaakt aan dit gepruts. Gauw vergeten dus maar. Tschüss.
In de dagen voor het optreden van M.S.G. had ik één grote angst: hoe gaat de nieuwe zanger Jari Tiura zich door een set heen werken die bol staat van de klassiekers. Mijn angst werd gevoed door zijn prestaties op het nieuwe M.S.G.-album, waar ik allesbehalve van onder de indruk ben. Gelukkig blijkt mijn voorgevoel mij voor de verandering eens in de steek te laten, want Tiura is voor mij de verrassing van de avond, waarmee ik overigens de rest van de band niet te kort wil doen. De Fin is prima bij stem en de vele klassiekers die de revue passeren worden van prima vocalen voorzien. Bovendien heeft de man, ondanks een zeer beperkte interactie met het publiek, een prettige, sympathieke uitstraling en doen zijn houding en lichaamstaal mij denken aan Ronnie James Dio, waarmee de vergelijking overigens wel ophoudt.
Zoals gezegd een prima presterende band, met een stoïcijnse Schenker als stralend (kuch) middelpunt. Dat de meester allesbehalve een feestvarken is, zal voor de teleurstellend weinige bezoekers, ik schat zo’n tweehonderd liefhebbers, geen verrassing en eveneens geen probleem zijn. Zij komen slechts voor één ding, namelijk spetterend gitaarwerk, en spetterend gitaarwerk is wat we krijgen. Op een drietal nummers van het nieuwe album na, te weten Dust To Dust, Love Trade en Shadow Lady, krijgen we de ene na de andere oude kraker te verorberen, waarbij Schenker met Let It Roll, Lights Out, Too Hot To Handle en Only You Can Rock Me opvallend rijkelijk put uit zijn U.F.O.-periode. Smullen geblazen dus van tijdloze hard rock, met een geluidsman die zijn vak beheerst en een prima sound weet neer te zetten. De zwart-witte Flying V scheurt zich soepeltjes van de ene naar de andere schitterende riff of melodielijn, ondersteund door tweede gitarist Wayne Findley die er voor zorgt dat er geen gaten vallen en die en passent ook nog even het nodige toetsenwerk voor z’n rekening neemt. Krakers uit de historische M.S.G.-discografie waar het publiek met volle teugen van geniet zijn o.a. Armed and Ready en Into The Arena, waarin de individuele bandleden de spotlights mogen betreden.
Hoogtepunt van het concert is voor mij het na al die jaren nog steeds kippenvel bezorgende Are You Ready To Rock, dat heel slim al aan het begin van de set zit, waardoor de stemming er meteen lekker in zit onder de voornamelijk ouwe lullen in het publiek. Erg leuke uitzondering hierop is het ventje van een jaar of tien dat gewapend met een doe-het-zelf-Flying V zelfs bij Schenker een goedkeurende glimlach op het gezicht weet te toveren. Overigens niet alleen krakers in de setlist vanavond, maar ook eentje op het podium in de persoon van bassist Rev Jones, die met zijn hoogst originele, euhm, kapsel(?) en allerhande capriolen voor het nodige visuele vermaak zorgt. Natuurlijk ontbreekt deze avond ook de überkraker Doctor Doctor niet, al moeten we er tot in de toegiften op wachten, waarna de U.F.O.-stamper Rock Bottom het heerlijke optreden op passende wijze afsluit.
Tip aan Michael Schenker (waar hij toch niets mee doet): laat die nieuwe albums maar zitten en kom zo nu en dan maar langs om ons ouwe zakken zo’n heerlijke gouwe ouwe avond te bezorgen, dan zijn wij ook weer gelukkig. Een bijzonder geslaagd concert dus en ik ben Puppie Nikket, of Nukkie Pippet, ach wat kan mij het ook verrotten hoe ze heten, allang vergeten.
Links:
De foto’s bij dit verslag werden spontaan beschikbaar gesteld door Peter Mondria. ( mondria@planet.nl). Peter, thank you very much for your spontanious coörporation.