In 1996 verscheen Roots, het album waarmee de Braziliaanse metalband Sepultura doorstootte naar de top van de metalwereld. Stadions en headlinershows waren het werkterrein van de heren geworden, maar aan het einde van dat jaar implodeerde de boel. Zanger/gitarist Max Cavalera stapte uit de door hemzelf opgerichte band, een paar jaar later gevolgd door drummer, broer en medeoprichter Iggor Cavalera.
Het gevolg: een Sepultura dat bleef bestaan maar keihard uit de metalhemel donderde en een verzameling bands rondom Max Cavalera voor wie die hemel ver weg bleef. Dankzij het oude materiaal is Sepultura live nog wel te pruimen, maar Max laat het de laatste jaren flink op het podium flink afweten: een spoor van rampzalige recensies met zich meetrekkend. Maar, nu, met het reünieproject Max & Iggor Cavalera Return to Roots, zou dat toch wel anders zijn? Juist nu die grote podia van twintig jaar geleden weer aangedaan kunnen worden?
Voor we in de grote zaal van 013 (waar het balkon overigens gesloten is) antwoord krijgen op die vraag, mag Razend het publiek een half uurtje warm spelen. De Tilburgse trots, leverde onlangs een alleraardigst album af en staat nu plots op het grote podium. Een veel te groot podium, want zelfs de meegebrachte backdrop verdwijnt er bijna in. Toch trekken de vier heren en dame fanatiek ten strijde, nadat zangeres Corinne van den Brand haar band nuchter heeft geïntroduceerd: ‘Hallo, wij zijn Razend’. Van den Brand lijkt op die gekke tante die bij ieder familiefeestje opduikt en waar de burgertrutten- en lullen achter haar rug schande van spreken. Haar haar is te paars, haar jurk te hippie en haar voeten te bloot maar lekker schreeuwen kan ze wel en de band doet dapper mee.
Nummers als Substantia Nigra en Girl in the Mirror schoppen lekker kont en een half uur lang is het gewoon genieten van een band die het gewoon naar de zin heeft. De no-nonsense thrash weet lang niet bij iedereen in de gestaag volstromende zaal een snaar te raken, maar Razend zal wel de laatste zijn die zich daar zorgen om maakt. Ze kunnen toch maar mooi vertellen dat ze op het grote podium van 013 hebben gestaan. Met een ‘Houdoe en bedankt’ wordt dan ook breed glimlachend afscheid genomen.
Over naar de reden waarom iedereen vanavond een prijzig kaartje heeft gekocht. De trip down memory lane, want er zijn op het oog maar weinig toeschouwers die Roots twintig jaar geleden niet zelf hebben aangeschaft. En juist dat redt de heren Cavalera (met gitarist Mark Rizzo van Cavalera Conspiracy en Soulfly en bassist Johny Chow van voorheen Cavalera Conspiracy) vanavond, want hoewel frontman Max de verwachtingen geen moment waarmaakt, wil het publiek gewoon herinneringen ophalen en wordt er tóch enthousiast gereageerd.
Over de setlist hoeven we niet geheimzinnig te doen, integraal Roots dus. Opener Roots Bloody Roots is gelijk een lastige concertopener. Dit nummer, met al zijn opgekropte woede en agressie, kan de toon maken of breken. Max probeert het publiek direct enthousiast te krijgen door het mee te laten zingen, springen en bewegen, maar hij kan daarmee niet verhullen dat het op de plaat allemaal furieuzer klinkt. Max & Iggor Cavalera Return to Roots heeft anno 2016 het Slayer-syndroom: het wordt allemaal nèt een tandje trager gespeeld. Daar komt in het Braziliaanse geval nog bij dat Max niet meer kan zingen. Of gitaarspelen. De frontman oogt en klinkt vermoeid en hoewel hij wel eens zwaarder is geweest, mogen er nog steeds wel wat kilootjes af.
Slechts sporadisch klinkt er wat van de echte Sepultura-hoogtijdagen door. In Ratamahatta en Straighthate bijvoorbeeld, maar het blijft bij flarden die snel vervagen als Max het woord neemt. Om nog iets te redden wordt gaandeweg de show een flinke galm op de zang van de oudste Cavalera gezet en dat leidt er tijdens Spit toe dat het lijkt alsof we in de Alpen staan. Toch waagt ome Max zich tijdens dat nummer zowaar een enkele sprongetjes en even lijkt het alsof het er toch nog wat peper in de Braziliaanse reet zit, maar dat sterft helaas snel uit bij het saaie einde van Lookaway.
Dusted, Born Stubborn, het wordt allemaal netjes afgehandeld en dat doet ook Iggor als hij al solerend mee mag drummen met de klanken van de regenwoudindinanen tijdens Jasco en Itsári. Ambush begint ambitieus maar ontaard in een jamsessie tussen de twee trommelende broers en dan zit het er met Endangered Species en Dictatorshit alweer op wat de reguliere versie van Roots betreft. Dan zou het daarna een leuke geste aan het na al die jaren weer massaal opgekomen publiek zijn om eens wat andere klassiekers van (betere) albums als Chaos A.D., Arise of Beneath the Remains te laten horen, maar de heren besluiten Roots tot de laatste druppel uit te melken door ook maar bonustrack Proceration (of the Wicked) van Celtic Frost op te voeren.
Oud Sepulturawerk komt er dan toch in de vorm van The Past Reborns the Storm en Desperate Cry, gevolgd door de Motörheadklassiekers Orgamatron en Ace of Spades, waarbij bij de laatste gelukkig wel het gaspedaal wordt ingetrapt. Nieuw werk is er ook, maar Roots Bloody Roots 2016 lijkt vooral een excuus voor iedereen om zoveel mogelijk herrie te maken zodat Max de titel van het nummer een paar keer in de microfoon kan brullen. Even lijkt Raining Blood de afsluiter te worden, maar daar waagt de band zich maar niet aan. In plaats daarvan rammelt iedereen nog wat op z’n instrument en zijn we na een goede vijf kwartier echt klaar. Conclusie na een veel te kort optreden: vroeger was niet alles beter, maar Sepultura wel.
Datum en locatie:
29 november 2016, 013, Tilburg
Foto’s:
Diederik Lambeek
Link: