Dead Cross en Zeus in Melkweg

Eens in de zoveel tijd wordt er in de metalwereld een nieuwe supergroep uit de grond gestampt. Dead Cross is er echter wel eentje waar van gesmuld kan worden: Mike Patton (Faith No More) en Dave Lombardo (Slayer, Misfits, Suicidal Tendencies) zijn namelijk weer met elkaar verenigd. Na het uitbrengen van een aardig album en een verrassings-EP kon een Europese toer niet uitblijven. Een aantal weken geleden stopte het circus in de Effenaar te Eindhoven, waar wij een fotoverslag van brachten, en vanavond is de Melkweg in Amsterdam aan de beurt.

Het voorprogramma wordt verzorgd door Zeus en helaas niet, zoals in Eindhoven wel het geval was, door de industriële hiphopgroep Dälek die getekend is bij Ipecac Records, het label opgezet door Mike Patton himself. Het opwarmen van de zaal zal een zware taak worden, daar de airco op standje arctisch staat. Achter het podium worden variaties op de albumcover van Motomonotono geprojecteerd met verschillende diersoorten die oog in oog, kop tegen kop de confrontatie met elkaar aan gaan. Van emoes die met lang uitgestrekte nekken een luipaard belagen, kangoeroes die kickboxen en leeuwen die antilopes door de lucht doen slingeren naar stockfoto’s waar het watermerk niet van verwijderd is (niveau: Getty Images).

De muziek van de twee Italianen gaat ook geen confrontatie uit de weg. De ruizige mathrock legt veel nadruk op beukende basgitaargrooves en staccato drumwerk. Er wordt dreigend gespeeld met telkens een opwaartse tendens, hetzij in tempo of nootgebruik, en dito nerveus gedrum met veel cymbaal- en snareslagen. Dankzij verscheidene pedaaleffecten wordt een wat rijker geluid gecreëerd, maar in de kern is het spel van Zeus iets te ‘monotono’ om lange tijd interessant te blijven. De onvoorspelbare tempowisselingen zijn niets nieuws onder de horizon en worden ook niet opmerkelijk gebracht. Het duo beschikt niet over het onnavolgbare drumspel van Zach Hill bij Hella, de gitaarfriemels van Yowie of het harmonieuze gevoel voor melodie van Adebisi Shank.

Wellicht het meest onderscheidend is dan de humor van bassist Luca Cavina die geanimeerd met een Mario-accent vertelt dat de band een pechdag achter de rug heeft. Ook kent het optreden een opleving wanneer Dead Cross-bassist Justin Pearson vocaal invalt tijdens een punkerig nummer en met scheefgetrokken bek het publiek in springt. Tegen de tijd dat het optreden het einde ziet, overheersen de charisma van de twee bandleden en de genretyperingen die naar het extreme geduwd worden, maar voor mij is het al te laat. Wat mij het meeste bij zal blijven, zijn de fascinerende natuurbeelden waarin opvalt hoezeer de aars van dieren pontificaal aan de buitenwereld getoond wordt.

De metalprogrammering staat in de hoofdstad doorgaans op een laag pitje, maar Dead Cross krijgt vanavond beschikking over de relatief grote zaal The Max. Aanvankelijk valt te betwijfelen of die vanavond vol zal lopen; we zitten immers in de zomermaanden, vanavond is de eerste halve finale van het wereldkampioenschap voetbal en er worden relatief exorbitante prijzen in rekening gebracht. Dertig euro om de zaal in te komen, vijftig euro voor een hoodie: dergelijke gortigheid is klaarblijkelijk vereist om enkele metalgrootheden van de bank en op de planken te krijgen. Uiteindelijk loopt de zaal wel goed vol met een publiek dat wellicht het beste omschreven kan worden als zijnde ‘Amsterdams’. Echte metalheads lopen er vanavond niet rond, maar wat de toeschouwers wel zijn, is lastig te omschrijven.

Laten we het daarom bij Dead Cross zelf houden, dat voor het inmiddels bekende, veelarmige skelet het podium betreedt. Überheld Mike Patton is in een zomers en veelzijdig gekleurd overhemd gehangen en zet met verve de opener Seizure And Desist in, dat al meteen een mooie bloemlezing van het Dead Cross-geluid geeft. Vanaf nu zal het viertal de zelfgetitelde plaat van begin tot eind opvoeren en tussendoor plaats maken voor enkele covers en nummers van de recent uitgebrachte EP. De nasale schreeuw van Mike Patton doet zo sterk denken aan Greg Puciato van The Dillinger Escape Plan (al weet natuurlijk iedereen dat de werkelijkheid andersom is) en Idiopathic staat toe om die muzikale vergelijking voorbij de zang te plaatsen. De chaos is de hoofdmoot met door opzwepende toms ingezette wentelingen. De vocale veelzijdigheid van Mike Patton gaat hier aan niemand voorbij, maar wat wel ontbreekt is een ferme moshpit waar deze in geest punkerige nummers om vragen. De zaalreceptie is wat gereserveerd, alsof de vroegere Faith No More-fans liever achteraan blijven staan.

Een luid applaus volgt gelukkig wel bij iedere pauze. Dat verdient Dave Lombardo natuurlijk ook met zijn heerlijk ingedrumde thrashritme tijdens een nummer als Obedience School. (Wat zouden we hem graag er bij hebben tijdens het afscheidstournee van Slayer.) Zijn energieke spel vraagt om net zo’n ferme pit als degene die op hetzelfde moment bij Exodus in TivoliVredenburg wél aanwezig is (dat concertverslag volgt later), maar pas bij het opvolgende Shillelagh komt er een pitje los. Beide gitaristen zorgen hier voor sterke vocale bijval. Niet omdat Mike Patton dat nodig heeft, maar omdat het de nummers daadwerkelijk beter maakt. Daarna haalt de minder manische The Stooges-cover Dirt de vaart weer uit het optreden, ook al is de klassieker uitstekend vertaald naar het Dead Cross-geluid. Je kan de band deze afleidingsmanoeuvre echter moeilijk kwalijk nemen wanneer net een half uur aan studiomateriaal opgenomen is.

Wellicht het grootste probleem vanavond is dat de supergroep aanvoelt als een one-man-show van Mike Patton. Waar Ice-T met Body Count een vehikel in handen heeft dat volledig in dienst van hemzelf staat, is dat met de wereldberoemde zanger vanavond ook het geval. Er is zichtbaar weinig chemie tussen de bandleden, de Retox-gitaristen blijven achter hun microfoonstandaard gekluisterd en Dave Lombardo zit netjes verscholen achter zijn imposante drumkit. Om tot iets van interactie te komen, wordt voor het aangepaste Bauhaus-nummer Bela Lugosi’s Dead een cocktailtafel met bediende op het podium getild. De haren strak naar achteren gegeld, Spaans en Portugees sprekend tegen de cocktailbouwers lijkt Mike Patton in geest al op strandvakantie. Het versterkt de reeds bestaande verwarring, want die verschijning voelt totaal niet als de hysterische metal-, hardcore- of punkband die Dead Cross is.

Onderaan de streep is het uitgesponnen uitdelen van drankjes aan het publiek natuurlijk een trucje om de speeltijd te rekken en het gebrek aan speelmateriaal te verdoezelen. Dat geldt ook voor de reguliere afsluiter Church Of The Motherfuckers dat uitloopt in de apotheose van I Want You (She’s So Heavy) van The Beatles en de encoremengeling van Raining Blood (Slayer, duh), Epic (Faith No More) en It’s Catching Up (Nomeansno). Natuurlijk is het vermakelijk om Dave Lombardo de overbekende Slayer-intro te horen spelen die omslaat in de Faith No More-klassieker waarvan één zangregel (“You want it all, but you can’t have it”) door iedereen instinctief meegezongen wordt. Uiteindelijk draait het allemaal om Mike Patton, de muzikale duizendpoot en kameleon in één, die over het podium zwalkt en maniakaal in een walkietalkie die politiemannen in hun auto hebben in oude actiefilms schreeuwt of een Chagaron Makaron-mimiek brengt tijdens Grave Slave. Maar was een klein uurtje van zulks nu dertig euro waard? Ik betwijfel het.

Foto’s:

Niels Vinck (Niels Vinck Fotografeert)

Datum en locatie:

10 juli 2018, Melkweg, Amsterdam

Link:

Melkweg