Zwaar Metaal, Vrouwelijkheid en Schoonheid: 20 jaar Ufomammut

Kleine mensen hebben grote wensen. Een van die wensen was om moeilijke vragen voor te leggen aan de goedgemutste Italianen van doom metal powertrio Ufomammut. De heren waren alleszins van plan om uitgebreid te antwoorden. Hun twintigjarige bestaan was reden genoeg om via een videoverbinding contact te zoeken. Om het twintigjarige bestaan te vieren wordt ook een nieuw album uitgebracht genaamd XX. Deze zal samen met alle negen albums als boxset worden aangeboden, met nieuw artwork. Dat artwork is speciaal voor de gelegenheid gemaakt door Malleus, het kunstproject van gitarist Poia en zanger/bassist Urlo.  De videoverbinding is niet optimaal, maar drummer Vita laat weten in het dagelijks leven wel degelijk gefocust te zijn, hoewel het wazige beeld dat niet kan bevestigen.

Gefeliciteerd met jullie twintigjarige bestaan, en het nieuwe album XX!

Alledrie: Bedankt!

Twintig jaar samen als band, dat is niet niks. Jullie hebben vast veel meegemaakt. Als je terugkijkt, wat is dan jullie slechtste herinnering aan twintig jaar Ufomammut?

Poia: Ik herinner me niet iets in het bijzonder. Misschien een paar shows zonder veel mensen. In het begin speelden we voor een pubeigenaar en zijn hond. Maar uiteindelijk was zelfs dat niet verkeerd.

Urlo: Onze ervaring met het Amerikaanse muzikale ‘kartel’ was niet de beste ervaring als band. De bureaucratie van de Amerikanen is ernstig. Dat is iets waar alle bands tegenaan lopen. Ik herinner me ook dat we ontdekten dat we een lekke band hadden in Frankrijk. Dat was op een van de eerste tours. Iemand had een mes in het wiel gestoken. Gelukkig hadden we nog een wiel bij ons. Ik herinner me ook dat we in Leon, in Frankrijk, het busje niet meer open kregen. Ik weet niet meer of we onze spullen erin hadden zitten, of dat er spullen in moesten, maar open kon hij niet meer. We moesten naar een monteur om het te laten fixen.

Vita: Ook toen ik mijn rijbewijs verloor in Duitsland, en mijn laptop was gestolen. Zoiets had ik in Italië misschien nog aan zien komen, maar dat verwacht je niet in Duitsland. Het was een hele gekke situatie. We deelden de backstage met een andere band (de naam zal ik niet noemen), en er was beveiliging aanwezig. Toch wist iemand mijn laptop uit mijn tas te stelen, terwijl wij stonden op te treden! Gelukkig was het een nieuwe laptop, dus er stonden niet zoveel dingen op. Maar aan de andere kant… Het was wel een gloednieuwe laptop van 500 euro.

Naast de slechte herinneringen zijn er vast ook goede herinneringen. Wat zijn jullie beste?

Vita: Daar hebben we er veel meer van!

Urlo: Toen we in Frankrijk de bus weer open kregen. (lacht)

Vita: Toen ik mijn rijbewijs terugkreeg. (lacht)

Urlo: Toen Vita geld kreeg als schadevergoeding voor de gestolen laptop. (lacht)

Poia: Het spreekt voor zich dat we in twintig jaar geweldige momenten hebben beleefd als band. Een van die dingen is het samen reizen naar plekken die we anders waarschijnlijk nooit hadden gezien. Denk bijvoorbeeld aan Nieuw-Zeeland.

Dat kan ik me voorstellen, helemaal als je daar voor iedereen mag spelen. Hoe is dat voor jullie, het live spelen? Doe je dat liever dan bijvoorbeeld het opnemen van een album, of zelf muziek luisteren?

Urlo: Het is heel anders. Het is leuk om live te spelen. Dat is waar we van houden. Toch is dat een heel andere ervaring dan bijvoorbeeld zelf muziek opnemen. Ik kan denk ik niet direct zeggen dat ik het ene boven het andere verkies. Een album live spelen komt bijvoorbeeld vaker voor dan het opnemen van een album. De ‘vibe’ is heel anders omdat er live veel mensen zijn die hun verschillende emoties uitwisselen. Dat is iets moois. Een andere band aan het werk zien, of hun muziek luisteren is een heel andere ervaring. Uiteindelijk denk ik dat ik het liefst live speel.

Poia: Zoals Urlo al zei: het is anders. Vanuit ons oogpunt als muzikanten, is het fantastisch om andere bands aan het werk te zien. Dit is iets waar ik echt van hou. Ik bedoel: Mijn favoriete artiesten live aan het werk zien! Het leidt ertoe dat ik de muziek op een andere manier ervaar.

Urlo: Ik heb wel ontdekt dat hoe meer je live speelt, des te kritischer je wordt. Beetje bij beetje begin je anders naar muziek te luisteren. Je let meer op hoe muziek gespeeld wordt. Hoe de nummers zijn geschreven en dergelijke. Op een bepaalde manier vergalt het spelen in een band je live-ervaring.

Vita: Dat klopt, omdat je met een ander oor luistert. 90% van de mensen die zeggen dat ze de Beatles niets vinden, zijn zelf geen muzikanten. Als je een muzikant bent, begrijp je namelijk hoe de nummers zijn geschreven, en hoe alles bij elkaar is gezet. De wijze waarop de stemmen en geluiden op de achtergrond hoorbaar zijn, dat is geweldig. Ik zeg niet dat mensen die de Beatles niet leuk vinden geen muzikanten kunnen zijn, maar het is me opgevallen. Het live spelen of het kijken naar een band is verschillend. Dat is ook zo omdat elke muzikant eerst een muziekliefhebber was, voordat deze een muzikant werd. De wijze waarop je de muziek hoort als muzikant is natuurlijk heel anders. Mijn vrouw is bassist. Als wij samen luisteren, hoor ik de beats meer, terwijl zij meer op de baslijnen gefocust is.

Jullie hebben al heel wat live gespeeld, ook XX al. Ondanks het feit dat ook op dit album de nummers in elkaar overvloeien, is het heel anders dan wat jullie tot nu toe hebben uitgebracht…

Vita: Ja, absoluut!

Urlo: Het is anders, want het is een coveralbum van onze eigen muziek. We deden covers van verschillende albums, behalve Eve. Het was moeilijk om een gedeelte daarvan te nemen.

Poia: We probeerden door onze hele carrière te gaan.

Urlo: We moesten opnieuw leren hoe we moesten spelen. Toen we nadachten hoe we ons twintigjarig bestaan konden vieren, wilden we iets heel anders doen. Het idee was om akoestisch te gaan. Heel uitdagend, want we hadden dat nog nooit eerder gedaan. We moesten ontdekken hoe we onze zwaarte, die we altijd in de muziek stoppen, er toch in konden leggen. Dus het was vreemd voor ons. De eerste keer dat we het live speelden waren we een beetje bang dat mensen rotte tomaten naar ons zouden gooien (lacht). Gelukkig gebeurde dat niet, dus daardoor kregen we meer vertrouwen. Ik vind het interessant, omdat we normaal gesproken anders schrijven. We werken dan elke keer aan verschillende lagen, en dat groeit dan uit tot de zwaarte en explosiviteit die we bereiken. Die aanpak kwam nu vooral live terug, door te beginnen met gitaar en vocalen, en beetje bij beetje dingen toe te voegen. Tot het moment dat de ‘echte’ Ufomammut weer onstond. We moesten anders spelen. Met akoestische gitaren, en Vita moest met andere stokken spelen. Ik herinner me dat onze geluidstechincus Ciccio zei: ‘Niet zo zwaar, speel niet zo zwaar’ (lacht).

Poia: Ja, dat was vreemd!

Urlo: Ik denk wel dat we er iets van geleerd hebben. Vooral van de manier waarop we dit hebben benaderd, naar de toekomst toe. Voor een nieuw album. Ik zeg niet dat we een nieuw akoestisch album gaan maken, maar de wijze waarop we dit hebben benaderd is completer.

Vita: We moesten eerst leren hoe we onze eigen nummers op een andere manier moesten spelen. We leerden hoe we dat moesten doen, en moesten een andere dynamiek toepassen. Het moest krachtig zijn, maar niet te zwaar. Het opende nieuwe deuren voor ons. Het was een andere benadering van de muziek. Ook live, de eerste twee nummers ben ik niet op het podium, omdat er geen drums in zitten. Dus vanaf de zijlijn toekijken naar Urlo en Poia zonder mij, was eerst wat vreemd. Maar we nemen inderdaad deze ervaring weer mee naar de toekomst. De komende tour zullen we XX in elk geval laten horen.

Cool, ik ben heel benieuwd hoe dat gaat klinken! Dan een vraag over de thematiek van jullie nummers. Voor XX hebben jullie voornamelijk nummers uitgekozen die titels hebben als Mars, God van de Oorlog, Plouton, God van de onderwereld, Satan etc. Waar komt die thematiek vandaan?

Poia: Wij proberen altijd uit te leggen dat we geen religieuze mensen zijn. Wij werken altijd met mythes. De figuren die we in onze bandgeschiedenis hebben uitgekozen, zijn vooral figuren die rebellie vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld Eve (Eva), zij was de aanleiding voor de zondeval.

Vita: Zij is de reden voor onze pijn! (lacht)

Poia: En dat allemaal om kennis te krijgen! Iedereen op deze wereld is op zoek naar meer weten, om beter te begrijpen. Dat is niet iets dat voor ons te maken heeft met religie als dogma. Niet als een woord dat je moet gehoorzamen. Dus elk album dat we maakten was geïnspireerd op het idee over onze eigen grenzen te gaan. Nieuwe paden en nieuwe waarheden te ontdekken voor onszelf. Dit is totaal in tegenstelling met het idee van een god aanbidden. Geen goden, geen duivels, geen demonen, het zijn voor ons slechts symbolen. Wij zijn hier als mensen met onze eigen grenzen, en dat is de betekenis van deze mythologie die we gebruiken.

Duidelijk, je noemde net Eve. In jullie kunstproject Malleus komt vrouwelijkheid ook sterk naar voren. Is daar een link?

Urlo: Met Malleus proberen we schoonheid te representeren. Voor ons is schoonheid het beste weergegeven door de vrouw. De posterart en Jugendstil of Art Nouveau stijl is de stijl waar we van houden. Ook de muziek en bijbehorende posterart in de 70s is vooral gericht op de vrouw. Ik denk dat onze verhalen vol zitten met het feminiene, zoals bijvoorbeeld Eve. Ik denk dat het mooier is om een Eva te schilderen, dan een Achilles in zijn nakie met een zwaard (lacht). Dat is schoonheid op een andere manier, maar voor mij is schoonheid toch echt de vrouw. Dat zit hem in verschillende aspecten. De vrouw is het begin van alles, van het leven. Het heeft verschillende betekenissen.

Dus wat jullie de wereld geven is samen te vatten als schoonheid en zwaarheid.

Poia: (lacht) Precies!

Om daar op verder te gaan: wat willen jullie overbrengen op het publiek waarvoor jullie spelen?

Urlo: Ik denk niet dat er iets specifieks is dat wij willen overbrengen aan ons publiek. Wat wij prettig vinden is om een ‘experience’ te creeëren. Iets dat verschillend kan zijn voor iedereen. Ik hou ervan als mensen zeggen dat ze de muziek mooi vinden vanwege onze teksten. Als ze zeggen hoe zij het beleven. Vooral wanneer dat heel anders is dan wat ik dacht dat het betekende. Want het is goed als je je iets eigen maakt. Het is voor ons belangrijk dat iedereen ook onze muziek op zijn eigen manier ervaart. Ik vind het leuk om in het publiek verschillende reacties te zien. Er is bijvoorbeeld iemand die…

Poia: Gaapt… (lacht)

Vita: Slaapt… (lacht)

Urlo: Het is leuk om te zien hoe mensen reageren. Het zou ook gek zijn als iedereen op dezelfde manier zou reageren. Het is normaal dat de ene persoon een band wel leuk vindt, en de ander juist niet. Persoonlijk denk ik niet dat wij een idee hebben wat wij willen overbrengen. Wij doen wat wij leuk vinden, op de manier waarop wij dat fijn vinden.

Poia: Ik denk dat we een ervaring proberen te geven, die wij zelf zouden willen hebben als wij het publiek zouden zijn.

Als ik in het publiek kijk tijdens jullie optreden zie ik toch regelmatig mensen die stoned zijn meegenomen worden. Ik heb me wel eens afgevraagd of jullie zelf ook onder invloed op het podium staan…

Urlo en Poia: Nee.

Vita: Ok, en dan moet ik nog…

Poia: Ik kan voor jou antwoorden: niet zo veel. (lacht)

Vita: Ik hou er niet van om te high of dronken het podium op te gaan hoor. Ik vind het niet eerlijk tegenover mensen die hebben betaald voor een ticket, en die misschien ver hebben gereisd om ons te zien. Ik herinner me een bekende band, waarvan de zanger een uur lang achter elkaar rookte. De band moest vervolgens stoppen met spelen omdat de zanger problemen met zijn stem kreeg. Ik bedoel: fuck you!

Ook als muziekliefhebber kan ik er niet tegen als iemand zo op het podium staat. Dat ga ik dus absoluut niet doen. Maar ook ik heb wel eens wat gebruikt, dat is wel eens gebeurd in die twintig jaar.

Poia: Er is natuurlijk wel een grens. Het is beter als we zelf de muziek kunnen meemaken, en gefocust zijn. Met een heldere geest gaat dat beter. Onze muziek is een psychedelische ervaring, zeker, maar dat is anders.

Vita: Je moet op het podium jezelf voor 100% kunnen geven. Dat lukt natuurlijk niet altijd. Maar een voetballer moet geen penalty nemen als hij naar de kloten is. (lacht)

Urlo: Laat me een paar joints opsteken voor de wedstrijd! (lacht)

Vita: Ik drink een paar biertjes voor de wedstrijd begint! (lacht)

Laten we naar de toekomst kijken. Met 8 brachten jullie het zwaarste album tot nu toe uit. Met XX brengen jullie het meest softe, voor zover we daarvan mogen spreken, album tot nu toe uit. Wat betekent dat voor de toekomst?

Urlo: Je zegt dat we pussies zijn geworden? Nooit aan gedacht! (lacht)

Poia: Je probeert beleefd te zeggen dat we oud zijn? (lacht)

Vita: 8 klinkt agressiever, omdat we dat album anders hebben gemaakt. We maakten het met z’n drieën vanuit jams. Bij de andere albums begonnen we met een drumlayer of gitaarlijn. Vanuit daar bouwden we alles op. 8 was anders. We wilden iets anders doen. En zeker: XX is natuurlijk onze softere kant, maar alleen omdat we dat zelf wilden. (lacht)

Dus hoe gaat het vervolg hiervan klinken?

Poia: Dat weten we nog niet. Het is een vraagteken. We hebben een aantal nummers waar we aan werken, en die we af en toe spelen. Ik denk dat we nog meer daarover moeten denken. We moeten nog meer ontdekken om iets anders te doen. Ik bedoel: we proberen altijd om iets net wat anders te doen. We willen onszelf graag verrassen.

Urlo: Met een brute vriendelijkheid, een brute zwaarheid. (lacht)

Poia: Ja! Dat spreekt mij wel aan.

Is er nog iets dat je onze trouwe lezers wil meegeven?

Vita: Ja! Ik wil iets meegeven. Eindelijk, na twintig jaar overal in Nederland gespeeld te hebben, spelen we in Amsterdam (lacht). We hebben overal gespeeld, Rotterdam twee, drie keer, Tilburg vijf keer, maar nooit Amsterdam.

Ik kijk er in elk geval naar uit! Bedankt voor jullie tijd en tot dan!

Alledrie: Tot dan!

Links: