Spectral Voice ken ik nog het meest als de band met leden van het onaantastbare Blood Incantation die op Eindhoven Metal Meeting 2019 de grote zaal half leeg speelde. Heel vreemd is dat niet, want je hebt doom-death die eerder klinkt alsof Candlemass een grunter op hun statige maar melodieuze riffs heeft losgelaten en je hebt de muziek van Spectral Voice. Die laatste is een veel vuigere versie die smerig riekend uit de door Hades geregeerde ondergrond komt opborrelen. Dergelijk door hellevuur verkoold spek is niet voor ieders bek.
Dat we hier van doom-death spreken, betekent overigens niet dat er alleen maar gemusiceerd wordt aan een tempo dat het stapvoets van The Walking Dead niet overstijgt. Meer dan eens gooit drummer E. Wendler de beentjes los voor een stevige versnelling, waar zijn tot duistere droefenis geneigde bandmaten in moeten volgen. Ook in die gevallen blijft de sfeer donker en drukkend en soms manisch/panisch als de wanhoop van een god die verschrompelt tot de sterfelijkheid. Jazeker, ik verwijs hier naar A Dying God Coming into Human Flesh van Celtic Frost. Niet zozeer naar het melodieuze begin, maar naar de spinnijdige, radeloze gekte waarin die track na drieënhalve minuut wegzinkt. Een vergelijkbare sfeer hangt bij voortduring over dit Sparagmos.
Ah, misschien moeten we het eens over die titel hebben. Deze verwijst, zo leert het promopraatje, naar een dionysisch ritueel waarbij het lichaam ledemaat voor ledemaat uiteengereten wordt. Lekker dan! Sparagmos lijkt ook wel toe te passen op de muziek van de plaat, waarbij het lichaam uiteen wordt getrokken door aan de ene kant nauwelijks vooruitgaande doem en aan de volledig andere kant van het spectrum woeste versnellingen. Dat alles wel in een gruizig, grauw en soms zelfs wat rommelig klinkend geluid. Opborrelen vindt men kennelijk prima, maar onder voorwaarde dat het allemaal stevig geworteld blijft in de underground.
Naar het begin van de plaat nu. Spaarzaam aangeslagen snaren duwen het album, naar het lijkt tegen zijn eigen zin, in gang. Niet eerder dan na een minuut worden de drumvellen gegeseld. Nu ja, geraakt, want het tempo blijft laag en aarzelend. De afwisseling in het drumwerk houdt de luisteraar bij de les, terwijl de monotonie van de gitaren eerder hypnotiserend werkt en het licht atonaal uitzingen van de snaren voor een unheimisch gevoel zorgt. Nog twee minuten later is het tijd voor een nieuwe laag (van ellende): de getormenteerde, dichtgeknepen black-achtige krijs van zingende drummer (of drummende zanger) Wendler, duwt ons, de naam van het uitbrengende label eer aandoende, steeds verder af in zeven lagen van depressie. Wendler is overigens niet voor één hellegat te vangen, want hij schakelt vrij gemakkelijk door naar een diepere grunt, die de toch al drukkende muziek nog meer massa meegeeft. Even over de helft komt dan die versnelling die, bij nader inzien, ook geen verlossing geeft van de gecorrumpeerde sfeer die over Sparagmos hangt. Daarvoor is het allemaal net iets te dreigend en (vooral) manisch. Bovendien blijkt het allemaal een laatste opflakkering van opstandigheid te zijn, voordat de protagonist het opgeeft en wegzakt in de lege moedeloosheid van het niets.
Zonder enige waarschuwing schiet tweede nummer Red Feasts Condensed Into One als een – heel zware – raket uit de startblokken. Hier lijkt men het ‘trucje’ om te draaien want na het woeste openingssalvo neemt de drummer even pauze en volgt een donkere passage met atonale aanslagen en nauwelijks verscholen blackmetalleads. In de dertien minuten die de song neemt, wordt nog eens – en terecht – stevig terug gegrepen op de muziek van dat vlammende intro om binnen te timmeren dat Spectral Voice ook aan een hoog tempo erg sterk is. Misschien nog sterker is de band echter in het ietwat melodieuze einde dat langzaam binnendringt en je gedachten overneemt. Een fijn haakje om al dat geweld aan op te hangen!
Met een vergelijkbaar haakje begint Sinew Censer, dat met zijn nog geen acht minuten veruit de kortste track van de plaat is. Hier vallen we voor de uiterst rappe drums onder de aarzelende, krabbende, schurende gitaarlijnen. Fraai contrast. In het refrein klinkt de zang alsof deze onder water is opgenomen. We hopen op een effect, want in het echte leven kan dergelijke extremiteit nooit gezond zijn. Sterk is ook de melodieuze passage die wat aan het horrorthema in Left Hand Path en ook wel wat aan My Dying Bride doet denken. Dat laatste vooral omdat het niet veel moeite kost om er een vioolpartij in te horen. Kortste, maar misschien wel beste track en daarmee een leuke binnenkomer voor iedereen die de muziek van Spectral Voice eens een kans wil geven.
Voor de meer doorgewinterde fan sluit Sparagmos af met nog maar eens een song die de twaalf minuten gemakkelijk passeert. Gemakkelijk, want het voelt op geen enkele manier als de “Eternity” uit de titel. Daarvoor pakken de geblakerde riffs te goed, is de wanhoop in de vocalen te aangrijpend en de zwaartekracht in de snaaraanslagen te groot.
Met dit alles is Sparagmos een kolos van een plaat die je – juist door zijn (donkere) massa – niet gemakkelijk toelaat. Ben je de weinig uitnodigende voordeur eenmaal binnen, dan is het fraai zwelgen in grootse treurnis en niet minder grootse verbetenheid. Geen lichte kost!
Score:
84/100
Label:
Dark Descent Records, 2024
Tracklisting:
- Be Cadaver
- Red Feasts Condensed Into One
- Sinew Censer
- Death’s Knell Rings in Eternity
Line-up:
- M. Kolontyrsky – Gitaar
- P. Riedl – Gitaar
- J. Barrett – Bas
- E. Wendler – Drums, vocalen
Links: