Lita Ford – Living Like A Runaway

Lita Ford – Living Like A Runaway

SPV, 2012

Lita Ford is bij haar echtgenoot vandaan en heeft samen met songwriter en producer Gary Hoey al die negativiteit omgezet in een creatieve uiting. Het resultaat is oké, maar zal naar alle waarschijnlijkheid niet de boeken ingaan als “legendarisch”. En dat is niet verwondelijk. Want ondanks dat Lita een uitstekende gitarist is, was het toch vooral haar uiterlijk dat menige rockpuber in de jaren ’80 een hard plassertje bezorgde.

Anno 2012 is Lita Ford natuurlijk al lang niet meer de wandelende natte droom van de rockliefhebber. En juist daarom heb ik bewondering voor Lita die op haar 53e nog met nieuw plaatwerk op de proppen komt. Muzikaal worden wij niet verrast. De tien tracks die Living Like A Runaway tellen hebben allemaal wel wat, maar zijn geen van allen bere-origineel. Zo is de riff uit Branded een variatie op die van Thin Lizzy‘s Cold Sweat. En ook de basis van Hate, The Mask en het simpel gehouden titelnummer heb ik al eens eerder bij andere artiesten gehoord.

Het akoestische Mother is geslaagd. Met haar beperkte vocalen mogelijkheden weet Lita hier toch een aangrijpende song van te maken dat wat mij betreft het hoogtepunt van dit album is. De overige tracks op Living Like A Runaway zijn degelijk en erg Amerikaans, maar het is net als met die grap die je voor de tiende keer hoort: leuk, maar het effect blijft uit. Op het eind van de plaat bewerkt Lita nog even de Mötley Crüe-song A Song To Slit Your Wrists By. Het origineel vond ik al ruk en deze industriële bewerking stemt mij evenmin vrolijk. Al met al is het vooral de naam Lita Ford die aandacht zal genereren voor dit album. De muziek is echt te dertien-in-een-dozijn om zonder die naam op te vallen.

Tracklisting:
lita

  1. Branded
  2. Hate
  3. The Mask
  4. Living Like A Runaway
  5. Relentless
  6. Mother
  7. Devil In My Head
  8. Asylum
  9. Love 2 Hate U
  10. A Song To Slit Your Wrists By

Line-up:

  • Lita Ford – zang, gitaar
  • Gary Hoey – gitaar, bas, keyboard, zang
  • Matt Scurfield – drums

Links: