Free Fall – Power And Volume
Nuclear Blast, 2013
Over het algemeen moet ik het niet zo hebben op van die net niet coverbands die schaamteloos een Motörhead-je of AC/DC-tje doen. Vorig jaar moest ik bijvoorbeeld deze AC/DC-kloon bespreken. En als ik heel erg consequent zou zijn (wat ik gelukkig niet ben) zou ik Free Fall ook dezelfde behandeling moeten geven als hun landgenoten van Bullet.
Maar dat doe ik lekker niet. Want wat is Power And Volume een verdomd lekker plaatje. De AC/DC-invloeden liggen er dik boven op, maar dan wel de invloeden van de Australiërs toen deze nog niet door producer Mutt Lange onder handen waren genomen. De periode voor Highway To Hell dus. De periode waarin de band een furieuze cocktail van boogie, blues en rock and roll vermengde met hard rock. Het zijn precies die ingrediënten die op Power And Volume van Free Fall ruimschoots de boventoon voeren. Zanger Fransson had daarbij het bastaardbroertje van wijlen Bon Scott kunnen zijn. Hij vliegt iets minder uit de bocht dan zijn voorbeeld, dat dan weer wel.
Het geluid van Power And Volume is authentiek. Geen fratsen. Drums, bas en gitaar. Bijna rechtstreeks uit de speaker. En ondanks de in de vorige alinea besproken nadrukkelijk aanwezige invloeden weet Free Fall een tiental sterke songs neer te zetten. Atilla is de vreemde eend in de bijt, maar breekt wel lekker het album. Voor het overige doet Free Fall het in hoog tempo, met veel blues en swingende boogie. Eigenlijk precies zoals AC/DC dat al jaren niet meer op plaat weet te zetten. Kortom: liefhebbers van AC/DC kunnen met recht Power And Volume in huis halen, waarbij ik durf op te merken dat dit een betere plaat is dan hetgeen de Australiërs vanaf Back In Black op plaat hebben gezet. Liefhebbers van acts als Rival Sons moeten Free Fall ook zeker eens een kans geven.
Tracklisting:
- Power & Volume
- Free Fall
- Midnight Vulture
- Top Of The World
- Attila
- World Domination
- Love Bombing
- Damnation
- Meriola Blues
- Meat
Line-up:
- Jan Martens – bas
- Mattias Bärjed – gitaar
- Kim Fransson – zang
- Ludwig Dahlberg – drums
Links: