Van gewoon gek tot grensoverschrijdend geniaal: Complexity Fest heeft het allemaal

Complexity Fest afficheert zich als ‘festival voor liefhebbers van avontuurlijke en grensverleggende muziek met een zware ondertoon’. Kenners zien er acts uit de vooruitstrevende voorhoede aan de ‘rafelrandjes’ van het livecircuit; liefhebbers komen voor de verrassing, misschien de een of andere headliner en de ongedwongen, inclusieve vibe. Op 23 augustus 2025 mag de hokjesgeest weer even in de fles en brengen negen uiteenlopende acts ieder op hun eigen wijze een eerbetoon aan de grensoverschrijdende Authenticiteit. Uw favoriete webzine stuurt Ruben Verheul (categorie: liefhebber) zonder oppas naar het Haarlemse Patronaat, met camera én notitieboekje in de aanslag, om verslag te doen van al dit anders-dan-anders.

L’Orne: direct de diepte in

L'orne op het podium, Complexity Fest 2025

Zoals het een Complexity act betaamt, past het Rotterdamse vijftal L’Orne niet in één stilistisch hokje. Slowcore, post-rock, blackgaze… We tekenen bij het kruisje en stellen verder geen gesloten vragen. Liever meanderen we mee op een eigenzinnige, ‘emotioneel geladen’, tocht. De bestemming bepaalt ieder voor zich. Ik beland, misschien ook vanwege de naam van de band, op een verlaten slagveld uit de Eerste Wereldoorlog. Uit de modder stijgen giftige dampen op; het ruikt er naar verschroeid vlees, roestend wapentuig en rottend afval. Je hoort een echo van de wanhoop van weleer en verbaast je erover hoe weinig een mensenleven waard was. En is. Maar laat je door deze associatie vooral niet sturen. Want jouw L’Orne stroomt wellicht in een andere richting, naar een andere monding. Knap dat een betrekkelijk jonge band naar zulke diepten rijkt.

(L’Orne)

Papangu: onvangbaar dansbaar

Gek, eigenlijk, dat het schap ‘wereldmuziek’ in de platenzaak meestal heel klein uitvalt, terwijl het gros van onze… ehhh… ‘niet-wereldmuziek’ maar een fractie van het aardoppervlak dekt. Op Complexity Fest kun je geregeld ‘buiten Westen’ gaan: dit festival programmeert altijd acts uit de koloniën en zelfs uit landen die door de westerse wereld nooit zijn bezet. En niet alleen omdat je zo geinig kunt dansen op die schattige uitheemse ritmetjes.

De vijf sympathieke Brazilianen, die vanmiddag als Papangu op Stage 1 staan, hebben hun sporen op veel meer fronten verdiend. Ogen- en orenschijnlijk onbekommerd gooien zij zeuhl en metal in de blender—ongeacht afkomst, sociale klasse of geloofsovertuiging. Die progressieve smoothie, met misschien ook een vleugje kraut en een sludgy twist, is even wennen. De band is al sinds 2012 actief maar Nederland ziet ze dit jaar voor het eerst. En wellicht ook niet voor het laatst: Papangu is goed festivalvoer! Het patronaat gaat aan: ondanks dat niet alles in de 4/4 klompendansmaat wordt gespeeld en er hier en daar behoorlijk freaky wordt uitgehaald, danst Complexity bedwelmd mee.

Papangu

(Papangu)

meth.: zelfreinigende zoektocht

meth.

Persoonlijk associeer ik ‘meth’ met de zelfkant: een onontkoombare verslaving die leidt/lijdt tot onomkeerbaar fysiek en psychisch verval. Lijkt dit je iets en zoek je er nog een soundtrack bij? meth. is jouw kristalwitte motor! Het optreden van de noisedealers uit Chicago is met afstand het lelijkste dat Complexity dit jaar aanbiedt. Snoeihard, aggressief, en vervreemdend. Maar ook godgeklaagd mooi: een Zware, zelfreinigende zoektocht. Rook, rood licht en niet aflatende aanslag op alle zintuigen doen de rest. Stage 2 wordt als het ware tot inkeer gebeukt, waarbij ook de band zichzelf lijkt te verliezen. meth. maakt hier een paar goede punten. Misschien niet allemaal goed voor je; verslavend zijn ze wel.

(meth.)

Horse Lords: nooit uitgeteld

Horse Lords

Robert Fripp is geen gemakkelijke jongen en waarschijnlijk ook niet snel onder de indruk van wat andere muzikanten presteren. Maar in Horse Lords zou de King Crimson master mind zich zeker instemmend herkennen. Vanwege de bezwerende polyritmische tokkels (je raakt nooit uitgeteld) die Owen Gardner uit zijn kleine gitaar tovert en omdat zijn collega’s dat prachtig onderbouwen en ook weer ondergraven. Maar ook vanwege de toewijding aan het Experiment en de (‘excusez le mot…’) schijt aan het Compromis.

De valkuil van zoveel vakmanschap, de boel dichtplamuren met notendiarree, wordt meesterlijk omzeild. En ondanks de laptop op het podium klinkt alles heerlijk organisch. Dit is zeker een gevalletje ‘snel die luisterachterstand inhalen’, waarvan iedereen er wel een paar mee naar huis neemt vandaag. Wanneer Gardner vertelt dat de band uit Haarlem komt, maakt dat niet direct iets los bij de toeschouwers. Soit, we kwamen onze blik verruimen, niet voor postcodepatriottisme.

Horse Lords

(Horse Lords)

El Khat: klaar voor Zwaar

El Khat

Tijdens deze Complexity-editie lopen de optredens naadloos in elkaar over: op het moment dat de show op een van beide podia stopt, start de volgende act in de andere zaal. Afgezien een paar momenten van ‘overdruk’ aan de kleinere Stage 2 (best wel een rechttoe-rechtaanbenaming voor de zalen, eigenlijk…) zorgt dit niet voor zeurenswaardige logistieke problemen. Wél voor een pijnlijke keuze: weer op gewicht komen (met veel dank aan de organisatie voor de, full disclosure, aangeboden maaltijd!) doe ik tijdens het leeuwendeel van de set van El Khat. Het staartje pak ik nog mee. En dat is, wederom, een fraai vlechtwerk: Jemenitische psychedelica, bezield gezongen en gespeeld op veelal zelfgemaakte instrumenten opgetuigd uit vuilnisbeltmateriaal. Alhoewel… ‘Vandaag hebben we ons een beetje aangepast aan de muziek die jullie meestal luisteren’, laat Eyal el Wahab weten en hij wijst op de basdrum, waarachter zijn slagwerker breed zit te grijnzen. ‘Je had een dubbele bassdrum moeten meebrengen’, grapt iemand in het publiek. El Wahab lacht en antwoordt: ‘Hmmm… Dat Zware bevalt ons wel, eigenlijk. Zouden we meer mee kunnen doen.’ Móeten doen, me dunkt.

El Khat

(El Khat)

Imperial Triumphant: fenomenaal atonaal

Imperial Triumphant

Snel weer naar Stage 1 voor de eerste echt grote naam van de dag. Een naam die ronkt, ontzag inboezemt en… bij mij althans… hoge verwachtingen oproept. Imperial Triumphant (New York, VS) staat sinds 2005 garant voor onversneden, rücksichtlose eigengereidheid. Black metal, zo je wilt, die is ontdaan van de (met alle respect) punk-simplismen en wordt gekenmerkt door een hoog WTF-gehalte en een bijna-jazzy spelopvatting. Complexitymateriaal bij uitstek, kortom.

Wat direct en positief opvalt, is hoezeer Apollo en Baal de interactie met het publiek zoeken (tot een ‘champagnemoment’ aan toe). De aldus gemaskerde zanger/gitarist en bassist spelen geen verstoppertje. De rauwe, vaak dissonante en soms zelfs atonale energie van de platen blijft vanavond ook op Stage 1 fier overeind. Misschien niet met alle nuance of ‘subtiliteit’ (jawel…) die het trio in de studio aantikt. En zeker niet met de welgevallige bombast die je normaliter zou associeren met een Zware Zegetocht van Epische Proporties. Maar ik haal vast een herhaalrecept voor de volgende performance van Zachary Ezrin, Steve Blanco en Kenny Ghohowski (drums, ‘Hecate’). Fenomenaal!

Imperial Triumphant

(Imperial Triumphant)

The Callous Daoboys: genre-veelvraten en een generatiekloofje

The Callous Daoboys

‘Zijn jullie hier om oneven maatsoorten te turven, of gaan we lekker dansen?’ The Callous Daoboys (Atlanta, VS) hádden Stage 2 al uit de wachtstand en in de overdrive gespeeld; met deze oproep krijgt zanger Carson Pace ook de best verstopte muurbloem aan het bewegen-op-muziek. De band gaat er met gestrekt been in en gunt ons, en zichzelf, geen enkele adempauze. Het is een gezellige gekte in het Patronaat, dankzij de vele aanwezige Daofans (je zou bijna zeggen dat deze act a priori de publiekslieveling was), maar ook dankzij de grappig-grimmige benadering van deze genre-veelvraten. Met de obligate eervolle vermelding van de viool, die je niet zo vaak ziet in een wat-dan-ook-core context.

De setlist, je raadt het al, is lastig te karakteriseren. Zware collega Friso zag de band in november jongstleden openen voor Tesseract en noteerde: ‘Alsof er een platenkast vol totaal willekeurige muziek omver getrokken is.’ Dat. Met eerlijkheidshalve de kanttekening dat sommige platen bij uw correspondent van dienst iets minder lekker landen (nu metal, emocore, EDM-samples). Maar dat is generatiekloverij, wellicht.

The Callous Daoboys

(The Callous Daoboys)

Car Bomb: core stability

Car Bomb

Brachten de Daoboys Stage 2 tot ontploffen met zelfgemaakt vuurwerk, Car Bomb (New York, VS) onderwerpt Stage 1 aan een bedachtzaam precisiebombardement. Drones, bunker busters, dat soort sh#t. ‘Mathcore’, vermeldt de bijsluiter. ‘Kan duizeligheid en desoriëntatie tot gevolg hebben’, hadden ze erbij mogen vermelden. Want hier gaan riffs eerst door de Rube Goldbergmachine en worden drumpartijen stelselmatig gevoerd aan de snoeihoutversnipperaar, voordat wij ze mogen ontmantelen. De zang, live misschien ietwat aan de monotone kant, werkt ook niet echt drempelverlagend.

Voor fans-in-de-dop of luisteraars zonder wiskundeknobbel is dit een ietwat cerebrale aangelegenheid: Car Bomb is werken. Toch overbrugt de band ook de afstand naar de onderbuik. Want, conform de Complexity toelatingseisen, spelen kúnnen ze. En passie hébben ze. De meeste Complexitygangers zullen zonder meer die klik ervaren. En met een beter ingevoerde ‘recensist’, met ietsje meer core stability, had deze recap ongetwijfeld een hogere vlucht genomen.

Car Bomb

(Car Bomb)

Echt!: drum & bass van vlees & bloed

Echt!

Complexity mag graag elektronisch het ‘licht uitdoen’ met (?) elektronica. Gelukkig houden we het dit jaar Echt! (Brussel, BE). Geen knoppendraaier, dus, maar een kwartet muzikanten, dat ernaar streeft ‘het mechanische te vervangen door het menselijke’. Beweging, tegenbeweging… Complexity houdt ook een vinger aan de ‘pols des tijds’. Daar gaan we niet te lang bij stilstaan, want bij drum & bass van vlees & bloed kun je me opvegen. Zeker als een geweldige drummer en dito bassist de ritmische clichés links laten liggen en we op rechts worden ingehaald door fraaie, live gespeelde, toetsenpartijen en we kunnen meeliften op Zwaar Zwevende gitaartapijtjes-uit-de-garage.

Dit viertal heeft al menige menigte ‘aan’ gezet, maar vraagt toch bij het scheiden van de markt, Belgisch bescheiden, of ze van ons een ‘big bordel’ kunnen krijgen. Jawadde! Bien sur! Echt! Tijdens de toegift persen we nog één keer enkele moves uit onze vermoeide lijven. Om daarna met frisse tegenzin, en een schat aan positieve prikkels de Complexitybubbel te verlaten, terug richting alledaagsheid.

Wanneer mogen we weer?

Echt!

Datum en locatie

23 augustus 2025, Patronaat, Haarlem

Foto's:

Ruben Verheul (Wishful Doing)

Link: