Summer Breeze 2025 dag 1: daar doedelzakt je tulband van af

Na een jaar crimineel afgedwongen afwezigheid geraakten we van 13 tot en met 16 augustus opnieuw op Summer Breeze in het Duitse Dinkelsbühl. Een editie met op papier één van de minst aantrekkelijke affiches, die desalniettemin op de valreep uitverkocht geraakte. Het leuke aan een onbekende bill is dat we dan eens enkele pure gokken kunnen wagen. Op voorgaande edities leidde dat elke keer tot een onverwachts hoogtepunt. Vandaag op dag 1 zouden het toch de verwachte namen zijn die de glooiende weilanden langs de romantische Straße inpakken.

Lees ook het verslag van dag 2.
Lees ook het verslag van dag 3.

Gutalax, 16:10 – 17:10 uur, Main Stage

Zodra de blaaskapel van de brandweer van Illenschwang uitgeblazen is, zitten we op de eerste rij wanneer het terrein waar de Main Stage staat opengaat. De persingang ligt daar namelijk. Een trotse parade van een leger in witte reinigingspakken geklede mensen bewapend met WC-borstels, schuin over de borst bevestigde gordels toiletpapier en latrinebrillen marcheert parmantig naar het hoofdpodium. Daar draperen twee ToiToi-kabinelakens de versterkers. Op de themesong van Baywatch verwelkomt een erehaag van zwaaiende toiletborstels de vaandeldragers van de scatologische goregrind Gutalax.

“You will have to shit here, because there will be no more toilet paper in the dixi’s”, verwittigt knorhoen Maty en afgaand op de hoeveelheid die de Tsjechen alweer over hun publiek en op het podium zien vliegen, is dat geeneens overdreven. Een gordrijn van roze, blauwe en – waardoor we vermoeden dat er Nederlanders aanwezig zijn – oranje stuks, blokt bijna de infernaal brandende zon uit. Het podium is nog net doorwaadbaar. Alsof dat nog niet genoeg is, ledigt een vijftal ‘helpers’ vanop het podium elk nog een vuilniszak vol nieuwe ammunitie. Het inspireert de menigte tot vier synchrone “walls of shit”. Muzikaal uiteraard om het met de woorden van Maty zelf te zeggen “al 15 jaar dezelfde shit”. Te weten: swingende snaarspoelingen, spetterende polkaka-groove en vandaag belachelijk luide kikvorsguggles die prangende coprofiele thema’s aan de kontkaak stellen. We leren tot slot nog het geheim achter de bijnaam van bassist Kebab: die heet zo omdat zijn spleetprofeet naar dürüm zou ruiken. We hebben dat laatste weliswaar niet gefactchecked.

Coffin Feeder, 17:40 – 18:20 uur, Wera Tool Rebel Stage

Twee Belgische gouwgenoten vandaag en de eerste kampte twee jaar geleden op het camping podium met geluidsproblemen. Aanvankelijk laat de geluidstechnicus Coffin Feeder alweer in de steek, door de gitaren twee nummers uit te laten staan, er daarna slechts één en uiteindelijk dan toch twee door de publieksmix te sturen. Zo stelen de verpulverende drumbarricades die Siebe Hermans schijnbaar moeiteloos uit z’n ledematen trapt en zwaait even de show. Nadien komen de imploderende mid tempo beukriffs en de nóg tragere deathcoreblokken mee in het retestrak afgetriggerde basdrumgelid, waarmee Coffin Feeder hun eerherstel bikkelhard door de geluidsmuur beitelt.

Net als de beweeglijke Belgen zelf, gaat het publiek ruig tekeer op de breaks. “These security guys look bored. I wanna see a tsunami of crowdsurfers”, maant Svencho hen aan en zoals altijd hebben Duitsers maar een woord nodig. De ene na de andere geven we mee door. Enkele interventies met Schwarzenegger-imitatie (vinden de Duitsers natuurlijk geweldig) later wenst de microfoonkluiver een verticale én een horizontale wall of death tegelijkertijd en ook die zet het publiek netjes neer. Nóg volstaat het niet. “Iedereen door de knieën en wanneer ik het zeg, springen jullie recht en slaan elkaar aan diggelen”, gebiedt hij. Men gehoorzaamt. Tijdens het slotnummer bralt de zanger van Baest nog enkele zinnen mee, waarna de scalp van Summer Breeze eindelijk aan de gordel hangt.

Hellripper, 18:25 – 19:10 uur, T-Stage

Op basis van de omschrijving wagen we onze eerste stap in het onbekende met het Schotse Hellripper. Dat is blijkbaar een racepaard uit de Century Mediastal. Racen is precies wat projectleider James en zijn livemusici doen. Ze spelen zo onvervaard dat het effectief op een snelheidswedstrijd tussen elkaar lijkt en waarin dus niemand gelijk speelt. De drummer met voc-snor (wielerfans weten wat dat is) keilt ze allemaal uit het wiel, waardoor we alleen maar snelheid horen die met wat schichtige melodieuze fracties als fijne weerhaken aan elkaar hangt. De solo’s snijden eerder dan ze beklijven. Typische gitaristenvocals beperken zich tot een hakige grunt en een vuige scream die clichématig het gitaarritme volgen.

Zelf maakt James een onderscheid tussen twee subgenres: hun turborock-‘n-roll waar een soort bluesy, rauwe sound in de gitaar zit. En hyperspeed metal die aan een ziedende rotvaart anoniem voorbij raast. Zeker omdat de songs met bestiale blackmetaltitels allemaal superkorte adrenalineshots zijn. Het soort eenheidsworst die je na een half uur wel gezien hebt, maar waarop je dan nog een kwartier moet doorbijten.

Gutslit, 19:10 – 19:50 uur, Campsite Circus

Nog moeten we onze traditionele Beierse Flammkuch die we hier elk jaar eten uitstellen. Snelwandelend dienen we eerst naar het Campsite Circus te trekken voor een stel Indiërs dat we gemakkelijk zeven jaar geleden de Antwerp Music City in puin zagen leggen. Ondanks dat ze al met de groten der deathmetalaarde toerden, zal Gutslit weinig lampjes doen branden. Andermaal tonen ze aan waarom dat mag veranderen. Met barbaarse wildheid gespeelde rijtende riffs ontplooien zich in cirkelzaagsnelle technische fileringen. Anafalactische slamtrossen met gillende squaeks geven menig brutal deathmetalcollega een lesje in hoe je dat onderdeel van het genre creatief aanpakt.

Stichtende bassist Gurdip met zijn tulband en uitgestoken tong staat te glunderen, al kan hij het bij afwezigheid van de tweede gitarist onvoldoende rechthouden wanneer het aanwezige exemplaar soleert. Vocale suctie slurpt het ijzer uit de micro en wisselt af met kraakbeenslijpende ietwat hoge growls. Opvallend hoe er geen Apu-accent te merken is in de bindingsteksten. De rechtstaande Indiërs brengen al die vulgaire bruutheid dan ook nog eens met opruiende moves en zijn precies op elkaar ingespeeld. Dying Fetus heeft een Bollywoord-versie.

In Extremo, 21:15 – 22:45 uur, Mainstage

Headliner vandaag is de pionier van de middeleeuwse metal In Extremo. Bij ons in de lage landen komen ze nog amper. Dat is slechts één van de redenen waarom deze redacteur Duitse festivals en dan vooral Summer Breeze altijd verkiest. Het podium ziet er soberder uit dan twee jaar geleden. De licht- en pyroproductie is dan weer wel gelijkaardig, met vlammetjes die meedansen op de vrolijke folkdeuntjes, verticale en boogvorminge vlammenzuilen of kort knallende vuurwerkfonteinen op de climaxen en anders lang knetterende vuurwerkfonteinen en bonte lichtkleurschakeringen om de sfeer te versterken. Telkens perfect getimed, daar waar zovele anderen het willekeurig doen.

Eerste uitschieter op de setlist is het opgewekte Weckt Die Toten met zo’n typisch ronkend ragrefrein waar doedelzak en schalmei een onweerstaanbaar hoplafaldera-duel overheen schallen terwijl de bespelers een polonaisedansje uitvoeren. Idem dito voor Ai Vis Lo Lop, een wat vergeten song waar de middeleeuwse dubbelmelodie iets triomfantelijks in zich heeft. Nochtans was de set na een sterk begin even ingezakt. Daar waar dat meestal te wijten is aan de nieuwe songs, zijn het bij In Extremo net die nieuwelingen die Summer Breeze doen daveren. Te beginnen met de hydraulische pompriff – als je het mij vraagt de beste van het jaar 2024 – van Blutmond en de wervelende stroferiff met feestrefrein van maatschappijsneer Katzengold

Nadien volgt een vat vol klassiekers die het publiek lang na de nummers in kwestie nog a capella blijft zingen. Afgaand op de verbaasde blikken van zijn medebandleden onvoorbereid vat blonde schuurborstel Micha het idee op om eens “Mana mana” te zeggen. En ja hoor, het publiek tutuuureluruut het meteen mee, tot hilariteit van de zanger zelf. Wat is ‘ie ook weer fabuleus bij stem! Hij treft enkele verbluffend hoge uithalen met die unieke hese stem van hem. Tijdens de op zich matige ballad Feine Seele valt hij op de knieën en zingt het vanuit het diepste van zijn wezen, zodat het toch een momentje is met al die gsm-lichtjes.

My Diligence, 23:50 – 00:30 uur, Campsite Circus

De tweede Belgische band van de dag is er zowaar één die we zelf nog niet kenden. Voor onze Nederlandse lezers misschien moeilijk voor te stellen, maar het is gewoon zo dat de taalgrens eveneens een cultuurgrens is in België en dit is daar een prima illustratie van. Terwijl het hippe sludge/stoner-genre waarin My Diligence opereert in Vlaanderen om één of andere reden razend populair is. Je voelt ons al een beetje komen: we zijn hier puur uit chauvinisme. Ons ding is het nauwelijks. In Duitsland lijkt die hype evenmin vaste grond te vinden, al zien we tussen het weinige volk wel dat de meesten die er zijn het wél voelen.

Het trio zelf meent het ook, zet de voeten potent op de monitor en gooit lijf en leden in elke snaarhengst of stokslag. De verzengende, aardkorstsmeltende sound die door tientallen bakjes en pedaaltjes gaat kleeft zeker aan de ribben. Hetzelfde gaat op voor de fluwelen bezweerspiralen of melancholische glooinoten die allerlei caleidoscopische kronkels meekrijgen. Desondanks ontgaat ons de dynamiek. Elke keer gaat het van eenzelfde sleurende, onaardse dertiende in een dozijnsrag naar een uitjankende feedback waar de Brusselaars dan experimenteel mee gaan pielen om vervolgens terug naar dezelfde lof der logheid over te gaan. De zang is clean en zweverig, voegt beslist een extra laag toe, maar gaat er tenenkrullend naast in de uithalen. Mensen die wél begrijpen waarom Brutus, Amenra en andere Tools zo geniaal zijn, zullen hier wellicht meer mee kunnen.

ASP, 01:00 – 02:00 uur, Main Stage

Weinig gezanten uit de Schwarze Szene dit jaar op Summer Breeze. Het valt op en we gaan er in onze conclusieparagraaf in ons verslag van de laatste dag nog op terugkomen. Met ASP krijgen we er één die we hier elf jaar geleden leerden kennen en hier sindsdien ook niet meer gespeeld heeft. Vrij snel valt ons in dat de Zwarte Vlinder van weleer zijn vleugels kwijt is. Jeetje, wat is dit een val uit de gratie, zeg! Inspiratieloze gitaren kwijnen weg in knullige akkoordenschema’s. Onschadelijke, brave electro-arrangementen krijgen het zelfs in het holst van de nacht niet donker. Van de destijds aardige pyro blijft slechts een knal in het openingsnummer en één vuursalvo dat de toren- en dakbakens meeneemt over. De lichtproductie is nog wel knap, met draaiende bundels, felle grondlichten en diverse kleurschakeringen.

De minst aangename verrassing is echter de zang van meesterbrein Alexander Spreng zelf. Hij zingt nog steeds vooral in dat diepe en herkenbare belcanto, maar wisselt dat dezer dagen af met een vreemd nasaal, geitachtig timbre dat alle charisma keldert. Grunten heeft ‘ie nooit fatsoenlijk gekund en ook dat klinkt gebrekkiger dan ooit. De backingzangers met veel cosmetische ingrepen zingen gewoon beter, al is de samenzang slordig. De zanglijnen zelf zijn net als op de albums onlogisch en indrukloos. Alexander ziet er trouwens frappant ‘normaal’ uit, waar hij toch bekend staat om zijn potsierlijke maar net daardoor zo bij de duistere romantiek passende outfits. Zijn theatrale mimiek en showmanschap beheerst ‘ie nog als de beste, dat geven hem graag na, maar de simpelweg saaie set die ASP op Summer Breeze laat zien, heeft meer hersenbacillen gedood dan de IPA’s van lokale topbrouwerij Camba Bavaria die we ons laten smaken hebben.

Lees ook het verslag van dag 2.
Lees ook het verslag van dag 3.

Datum en locatie

13 augustus 2025, Dinkelsbühl, Duitsland

Foto's:

Persfoto’s Summer Breeze

Links: