Iron Maiden in GelreDome: adembenemend, subliem, fenomenaal en waanzinnig fraai

Geen geraniums voor de heren van Iron Maiden want de ene wereldtour is amper afgerond (The Future Past World Tour liep van mei 2023 tot en met december 2024) of de volgende is alweer begonnen. De Run For Your Lives World Tour loopt van mei 2025 tot ergens in 2026 en staat in het teken van het vijftigjarig jubileum van de band met als focus de eerste negen albums: inderdaad, het overbekende jaren ’80-werk. De Nederlandse halte was op 23 juli GelreDome in Arnhem en Zware Metalen was vertegenwoordigd door Remco Faasen (tekst) en Arjen den Dekker (foto’s: alleen van Iron Maiden, bij voorprogramma Avatar was fotograferen niet toegestaan).

Voor het eerst sinds 1999 heeft zich een echte personele wijziging voorgedaan in het Iron Maiden-kamp. Drummer Nicko McBrain heeft zijn drumstel niet ingepakt voor deze wereldreis en wordt voor concerten vervangen door Simon Dawson van British Lion, het hobbybandje van Iron Maiden-baas Steve Harris. In tegenstelling tot dat andere live-lid van Iron Maiden, toetsenist Brent Diamond (ja, Iron Maiden heeft een verborgen zevende muzikant!), mag Dawson wél op het podium. Oh ja, dat van die eerste negen albums is eigenlijk de eerste zeven +1: het niet zo hoogdravende No Prayer for the Dying (uit 1990) wordt genegeerd, van Fear of the Dark uit 1992 kunt u wel raden welk ene nummer is opgenomen in de set.

Maar voor het allemaal zover is, trotseren de bezoekers van GelreDome eerst een gigantische wolkbreuk, echt zo een waarbij je binnen een kwestie van seconden tot aan je bilnaad nat bent. Even schuilen dan maar, want we moeten nog een hele avond, met als gevolg dat voorprogramma Avatar al ver in de set is als ik binnenkom. Nu heb ik deze band ooit nog eens gezien toen Into the Grave nog maar één dag duurde en ze daarna nog een tijdje gevolgd, maar gaandeweg verloor ik mijn interesse. The Dirt I’m Buried In en Captain Goat zijn voor mij te toegankelijke nummers waarbij de deathmetalachtergrond van de band wel erg ver weg ligt. Na veel te veel gebabbel van frontman Johannes Eckerström (met nog wel een moment van aandacht voor het overlijden van Ozzy Osbourne), krijgen we Smells Like a Freakshow voorgeschoteld en dat is toch wel een appetijtelijk nummer. Op het podium wordt fraai simultaan geheadbangd. Hail the Apocalypse is de fijne afsluiter van deze set. Vergist u zich overigens niet in de potentie van dit Avatar: ik heb ooit eens voorspeld dat dit een headliner kan worden als Iron Maiden cum suis er echt mee stoppen. Volgend jaar staat het gezelschap gewoon in AFAS Live en Ancienne Belgique.

Dan naar de feestvarkens. Of Iron Maiden nu een tour heeft om de laatste plaat te promoten, of teruggrijpt op het verleden, UFO’s Doctor Doctor klinkt altijd door de speakers (ik kan dit nummer meezingen maar draai het zelf nooit), gevolgd door The Ides of March. Als de klanken van dat instrumentaaltje wegsterven, worden we op het gigantische scherm centraal op het podium en de twee ernaast meegenomen naar Londen, het gebied rond metrostation Leytonstone: Iron Maiden-terrein. We trekken via Acacia Avenue onder meer langs de Cart & Horses-pub en blijven staan bij een enorme Eddie Killers-muurschildering… tot we plots uitkijken over de skyline van Parijs en de inmiddels op het podium gekomen bandleden Murders in the Rue Morgue van Killers spelen. Sinds 1982 is het totdat deze tour begon slechts een handvol keer live gespeeld.

Het eerste dat opvalt aan Iron Maiden anno 2025: Nicko McBrain heeft zijn immense drumstel niet afgegeven aan zijn live-opvolger: Dawson doet het met een opmerkelijk kleinere kit. Het tweede dat opvalt: de vocalen van Bruce Dickinson zijn nog steeds van wereldklasse, maar beginnen een tikkeltje minder te worden. Wratchild staat als tweede op de set en Jannick Gers heeft zijn gitaar alweer volop rondjes om zijn lichaam laten draaien. Tijd om het allemaal rustig te aanschouwen is er echter niet: Iron Maiden gaat op volle kracht vooruit en bij Killers meldt Eddie zich al op het podium.

Als het wandelende lijk na het beledigen van band en publiek met gebaren weer backstage gaat, neemt zanger Bruce Dickinson het woord en meldt dat we deze tour getuige zijn van het vijftigjarig jubileum van de band. Hij neemt gelijk de gelegenheid Simon Dawson te introduceren en grapt dat de band eindelijk weer over een drummer beschikt die we ook kunnen zien. Boven de drummer is op de videowall een rood gordijn verschenen en als dat opengaat bevinden we ons in de entree van een statig maar vervallen concertgebouw: het is tijd voor het nog immer indrukwekkende Phantom of the Opera.

Nosferatu’s Graaf Orlok en andere klassieke horrorfilmpersonages begeleiden The Number of the Beast en van het Seventh Son of a Seventh Son-album komt The Clairvoyant. Het is alsof we Iron Maiden anno 1999 bezig zien en het is geweldig. Het GelreDome zing massaal mee, het plezier op het podium is groot. Zelfs de vaak wat zuinigjes kijkende gitarist Dave Murray grijnst van oor tot oor, terwijl Jannick Gers er een Angus Young-achtige duck walk uitgooit. Nieuwe trommelaar Dawson lijkt volledig op zijn plek.

Het geluid van de huilende wind en flikkerende fakkels op het scherm, kondigen de komst van Powerslave aan; het titelnummer van blijkbaar het beste album uit het band oeuvre: van de acht nummers worden er vanavond vier gespeeld. Bruce Dickinson verkent getooid met een masker uit het Oude Egypte het podium: de band speelt het nummer werkelijk retestrak. Zo langzamerhand wordt ook duidelijk dat de videowall op het podium niet zomaar een leuke toevoeging aan het concert is maar er echt werk van is gemaakt. De hoes van het album wordt er 3D op weergegeven terwijl er langzaam wordt ingezoomd op Eddie als sfinx. Het is indrukwekkend. Ik zou er graag eens mijn Xbox op aansluiten.

Als een stel jonge honden schakelt Iron Maiden alweer door naar het massaal meegezongen 2 Minutes to Midnight, waarbij zelfs Adrian Smith zich soepel in de heupen toont. Steve Harris is de ba(a)s der bazen, Bruce Dickinson levert nog steeds. Voor Rime of the Ancient Mariner is een speciale video gemaakt voor op het scherm waarbij het verhaal van de oude zeeman wordt uitgebeeld. Vooral in het langzame tussenstuk komen beeld en geluid op adembenemende wijze samen. Het einde van het nummer wordt ingeluid met vuurwerk op het podium: op het scherm schudt een reusachtige Eddie het schip heen en weer. Het is een adembenemend, waanzinnig fraai schouwspel. De oude zeeman overleeft de storm en Eddie en vaart door, maar uitpuffen voor het publiek is er niet bij: we gaan gelijk door met Run to the Hills. Een compleet ander nummer wat stijl betreft en voor mij zit het te kort op zijn voorganger maar het publiek brult alweer uit volle borst mee.

Tijd voor Seventh Son of a Seventh Son dan, ook al zo’n nummer dan amper op de setlist heeft gestaan nadat het gelijknamige album uit 1988 voldoende aandacht had gehad. Het wordt gebracht in een adembenemende versie: fenomenaal gespeeld en perfect uitgevoerd, inclusief fraaie rol voor de nieuwe drummer. Gelukkig krijgen we nu wel even een bijkom-moment voordat The Trooper wordt gespeeld: Eddie komt uiteraard de bandleden weer lastigvallen. Het gemis van het grote drumstel van Nicko McBrain laat zich in dit nummer overigens wel gelden. Het videoscherm krijgt weer tijd om zijn toegevoegde waarde te bewijzen voor Hallowed Be Thy Name. We zien de galg en als we Bruce Dickinson op het scherm zijn laatste reis zien nemen, komen beeld en geluid weer fraai samen. De zanger weet evenwel aan zijn lot te ontsnappen en verschijnt met een knal weer op het podium, de galg bungelend achterlatend.

Lijflied Iron Maiden sluit de reguliere set af: op het scherm zien we de schaduw van Eddie die zich in zijn Piece of Mind-albumhoes isoleercel uit zijn dwangbuis werkt om daarna levensgroot in 3D uit de videowall te komen. Het is verbluffend hoe levensecht het allemaal lijkt. Als hij plots een aantal kabels lostrekt, zijn er rookwolken op het podium, alsof er een paar apparaten doorbranden. Iron Maiden laat de muziek van de jaren ’80 vanavond subliem samengaan met de techniek van de jaren ’20. Het zorgt absoluut voor een meerwaarde.

Na een aantal minuten donkerte weerklinkt de speech van Winston Churchill, blijken er spotlampen in de zaal te staan die in de nok van de GelreDome vliegtuigen proberen te spotten en vliegt Eddie in een Spitfire grijnzend op het scherm terwijl hij nazi’s uit de lucht knalt. Bruce Dickinson heeft zijn pilotenbril en -hoofddeksel weer meegenomen en zingt Aces High alsof het de eerste keer is in plaats van de duizendste. Waar materiaal van No Prayer for the Dying zoals gezegd helaas wordt overgeslagen (ik had best Tailgunner of Holy Smoke willen horen) ontbreekt Fear of the Dark natuurlijk niet. Het publiek woohoot het nummer gretig mee terwijl doodgraver Dickinson virtueel over een kerkhof loopt. Jannick Gers en Dave Murray zorgen voor lekker gitaarspel.

De perfecte afsluiter voor een optreden als dit is natuurlijk Wasted Years: Iron Maiden sluit er een werkelijk adembenemend concert mee af. Wát een band is dit toch en wát een optreden. Al blijft het wel opmerkelijk dat er tijdens het optreden geen woordje af kon voor de een dag eerder overleden Ozzy Osbourne. Ook bij het overlijden van Golden Earring-gitarist George Kooymans (Steve Harris was een bewonderaar van de band en nam er zelfs een cover van op: (Kill Me) Ce Soir stond op de B-kant van de Holy Smoke-single… maar het origineel is beter) wordt niet stilgestaan. Blijkbaar moet de show altijd doorgaan. Met zo’n show als deze is het de band echter direct vergeven.

Datum en locatie

23 juli 2025, GelreDome, Arnhem

Foto's:

Arjen den Dekker (Arjen den Dekker Fotografie)

Link: