Abigor – Time Is the Sulphur in the Veins of the Saint
End All Life Productions, 2010
Is Abigor kunst? Deze vraag kan nadrukkelijk gesteld worden na Fractal Possession. Ver weg van eerder gebrachte werken in de jaren negentig dreef Abigor af naar hallucinogene techniciteiten. Een hybride van gefragmenteerde orde en georchestreerde waanzin. Een vervolg staat nu klaar in de vorm van het tweedelige Time Is the Sulphur in the Veins of the Saint. Twee keer een kleine 20 minuten lang.
Het eerste deel, Part I, omvat opnieuw de afdaling. Militaire ritmes, experimenteel gedrag, progressieve black metal, esoterische deunen en enkele referenties naar de begindagen. Er is iets wat constant door mijn gedachten dwaalt bij het beluisteren van dit schepsel: Mayhem‘s Grand Declaration of War. De industriële geslepenheid, de interne transformaties en de nauwkeurige koppelingen… enkel te beschrijven in begrippen. Voor wie de symbiotische werken tussen Thorns en Emperor kent, dit is evenredig gewaagd.
Het tweede deel, Part II, is dynamischer dan het eerste deel en meer gericht op kracht en agressie. Het procédé is even bizar, inclusief verdraaide plotwendingen en interfererende industrial. En neen, het is geen black metal mathcore of zo, geen peepshow om adoratie op te wekken. Abigor is narcotische black metal geworden en trekt de lijn nog verder door dan op Fractal Possession, zonder te vervallen in kinderlijk of wezenloos experimenteergedrag. Het is indrukwekkend geestesverruimend.
Allemaal goed en onwel… nee, is het eigenlijk wel “goed”, vraag je je misschien af. Wel, het is als bij abstracte kunst. Het wekt iets op en dat maakt het een “sterk” werk. Het is uniek, zonder om die reden voldaan of pretentieus te zijn. Gewoon luisteren, gewoon bangelijk luisteren. There’s a time to be silent and a time to listen.
Tracklisting:
- Part I
- Part II
Line-up:
- Arthur Rosar – Vocals
- Peter Kubik – Guitar, Bass
- Thomas Tannenberger – Drums, Guitar
Links: