Volgens de overlevering klonk enkele maanden geleden, op een koude donkere avond, de deurbel bij huize Uiterwijk. Heer des Huizes Herman Uiterwijk, drummer en bandleider bij deathmetalorkestje Abrupt Demise, deed zelf open. Twee volstrekt inwisselbare mannen introduceerden zichzelf als vertegenwoordigers van de moderne metalpolitie: handhavers van denkbeeldige regels die geen kans onbenut laten iets volstrekt onschuldigs te associëren met seksisme, racisme of discriminatie, homofobie, islamofobie of meer afwijkingen en die hun muziek het liefst opgediend krijgen met ingewikkelde basloopjes en complexe gitaarpartijen. Hun boodschap voor Uiterwijk: of hij er bij het schrijven en opnemen van het debuutalbum van Abrupt Demise wél even rekening mee wilde houden dat er voldoende variatie in de muziek zou komen, alstublieftdankuwel. Met gebruik van cello’s, oud-Scandinavische instrumenten en een authentieke qanûn uit het het midden-oosten bijvoorbeeld. Oh, en wat teksten en thematiek betreft, mocht het wel wat meer gaan over zaken als eenwording met de natuur, veganisme of als het dan echt moest vergeten folkoristische verhalen uit een vergeten verleden.
Uiterwijk hoorde de verzoeken stilzwijgend aan en wenkte vervolgens het even onverwachte als ongewenste bezoek mee te komen naar zijn schuurtje in de achtertuin alwaar hij ze de GGM Gastro vleesmolen 500 kg per uur die hij enkele maanden eerder goedkoop via Marktplaats op de kop had getikt van dichtbij bestuderen. Nog geen uur later sloot Uiterwijk de deur van zijn schuurtje om weer aan de slag te gaan met Abrupt Demise.
Het geluid is droog als direct uit de buik gesneden ingewanden die drie weken hebben liggen rotten in de zon en klinkt helder als brekend kraakbeen. Zanger René Brugmans gromt, rochelt en gorgelt een nog niet geheel verteerde bak shoarma met extra knoflooksaus van vier dagen oud op en hier en daar springen Marc Ouwendijk en Peter Hagen in met een gitaarloopje of -solootje in waarbij het verdwaalde Randstadmeisjes op het Overrijsselse platteland dun door het broekje zal lopen. Bassist Jos Ferwerda plamuurt de ritmegaatjes vakkundig dicht als ware hij de Poolse beunhaas die twee maanden geleden met een peuk in de bek al kurwa roepend het muurtje van je buurman stucte en biedt vocale ondersteuning aan Brugmans door ook wat darminhoud over de microfoon te laten druipen. Herman Uiterwijk zelf is er voor het betere groovende beukwerk en zet af en toe het geheime wapen in waarmee hij lang geleden indruk maakte bij de botergeile, seksueel ontluikende tienermeisjes die op het schoolplein de tanende aandacht van hun vader dachten te compenseren met vleselijk contact met de andere sekse. ‘Driebeen’ noemde ze Uiterwijk vroeger, of dat zou het moeten zijn nu hij af en toe een derde arm lijkt te gebruiken in de strijd om zijn speelinstrument tegen het einde van de plaat kapot gespeeld te hebben.
We kunnen nog lang stilstaan bij The Pleasure to Kill and Grind, maar het is beter een fles bier te laten ploppen en een nieuw stuk dood dier op de barbecue te smijten, terwijl dit uit de speakers knalt. Met extra gratis luisterpubliek dankzij verplicht thuisblijvende buren. Wilt u uw death metal even eenvoudig als doeltreffend a la Exhumed, Macabre of Cannibal Corpse? Dan weet u wat u te doen staat.
Zelf horen hoe The Pleasure to Kill and Grind klinkt? Morgen om 16:00 uur heeft Zware Metalen de exclusieve première van de albumstream!
Score:
80/100
Label:
Raw Skull Recordz, 2020
Tracklisting:
- End of Life
- Abrupt Demise
- My Middle Name
- Cannibal
- Self Inflicted
- Human Mince
- Mutual Mutliation
- Machines of Blood
- Information Overload
- The Pleasure to Kill and Grind
Line-up:
- René Brugmans – Vocalen
- Marc Ouwendijk – Gitaar
- Peter Hagen – Gitaar
- Jos Ferwerda – Bas, vocalen
- Herman Uiterwijk – Drums
Links: