Månegarm – Fornaldarsagor

Vier jaar geleden maakten de Zweedse heren van Månegarm me behoorlijk blij met de selftitled plaat die ze uitbrachten. Voor heel wat jaren balanceerde deze band voor mij wat op het randje tussen wondermooie akoestiek en nummers die vrij gauw begonnen te vervelen binnen de vikingmetalscene. Iets te rauw en ongeïnspireerd, maar daar kwam verandering in met nummers als Odin Owns Ye All en de epische kracht van de vorige plaat. Fijn om te zeggen dat die lijn grotendeels doorgetrokken wordt op dit Fornaldarsagor, wat zoveel wil zeggen als ‘legendarische saga’.

Dat de plaat niet al te soft wordt, willen de heren meteen al aan het begin van Sveablotet laten horen met een enorm hevige drumopener. Meteen een nummer dat kan tellen en heel wat vuur bevat, maar naast Satyricon-riffs toch ook plaats laat voor harmonische intermezzo’s die behoorlijk episch aanvoelen en wat Dissection-sentiment waarborgen. Uiteraard zet Månegarm dit halverwege naar zijn hand, met die typische vikingkeelklanken die zo kenmerkend zijn voor deze band en dit nummer ineens omtoveren tot een diepgaande track die veelbelovend is voor de rest van de plaat.

Het lijkt wel alsof Odin Owns Ye All terug is met de sprankelend epische riff die van start gaat op Hervors Arv. Een lekkere drive erachter waar ook weer wat mee gespeeld wordt en die ook weer voorzien wordt van wat black-‘n’-rollgitaren halverwege. Een interessante vondst van deze Zweden en het komt het epische karakter van de nummers zeker ten goede, zeker als er in de gitaarlagen wordt verdergebouwd op de melodische gelaagdheid en er een heerlijke opbouw in het geheel schuilt.

Ett Sista Farväl laat voor het eerst horen dat er ook nog rust in deze Zweedse vikings schuilt. Dit nummer is eerder slepend, maar komt sereen over door de bijdrage van de aanwezige gastzangeres, begeleidende heldenzang en vioolpartijen. Best wel een mooi nummer, al duurt het net iets te lang, zeker als het overgaat in Spjutbädden dat niet overdreven snel is, maar wel heel wat smerigheid herbergt in de rollende riff die voorbijkomt. Tijd om weer te knallen dan, met Tvenne Drömmar waar opnieuw een riff verschijnt die spontaan een lach op mijn gezicht tovert. Dit keer met heel wat Finntroll-uitstapjes in de kruiperigheid van de vocalen en het trollengehalte dat naar boven komt vanuit de instrumenten. Allemaal erg positief bedoeld, want dit is ongetwijfeld een van de betere tracks op deze plaat.

Krakes Sista Strid lijkt dan op het eerste gehoor minder episch, vooral door het gebrek aan catchy riff om op terug te vallen, maar mogelijk vind ik dit de parel van deze nieuwe plaat. Het laat eigenlijk een band horen die een machtige schrijfstijl beheerst en mooi uitgebalanceerde en diepgaande nummers binnen dit genre kan schrijven. Jammer dat ze deze track niet kozen als clip, maar gingen voor de paradepaardjes van deze schijf. De rust die het einde van deze plaat beheerst, inclusief het akoestische Dödskvädet, maakt me nog steeds geneigd om dit één van de betere vikingmetalbands in Scandinavië te noemen. Als je het prima Lemmy-tribuut en het oude nummer Day Star, Son of Dawn er niet bij rekent. Doe je dat wel, dan sluit Månegarm deze plaat af zoals ze begonnen was: met lekker intense black metal.

Dit maakt Fornaldarsagor minstens tot een even goede plaat als zijn voorganger, ondanks het feit dat die bij momenten heel wat rustiger was. Månegarm kent hier en daar op deze nieuwkomer nog een momentje dat alles wat te lang blijft hangen, maar schudt voor het grootste deel dat juk van saaiheid van zich af met erg uitgebalanceerde en doordachte nummers, maar ook met hier en daar een episch speerpunt. Er mag wat mij betreft terug meer rustgevende folklore in, maar dit is er sowieso weer eentje die eindigt in heel wat jaarlijsten.

Score: 

85/100

Label: 

Napalm Records, 2019

Tracklisting:

  1. Sveablotet
  2. Hervors Arv
  3. Slaget vid Bråvalla
  4. Ett Sista Farväl
  5. Spjutbädden
  6. Tvenne Drömmar
  7. Krakes Sista Strid
  8. Dödskvädet
  9. (Don’t Need Religion)
  10. Day Star, Son of Dawn

Line-up:

  • Erik Grawsiö – Zang, bas
  • Markus Andé – Gitaar
  • Jacob Hallegren – Drums

Links: